De Rijn

De Rijn bij Koblenz

Er is wat te doen geweest om de lengte van de Rijn, de antieke Rhenus. Iedereen schreef van elkaar over dat de stroom ruim 1330 kilometer lang was. Feitelijk meet de rivier 1233 kilometer. Althans tegenwoordig. Vroeger was de rivier iets langer, want door kanalen zijn er bekortingen geweest. Maar geen 100 kilometer.

De twee bronnen liggen in de Zwitserse Alpen. De daar ontspringende riviertjes komen samen in de omgeving van Chur, het oude Curia. Vanaf hier stroomt de rivier naar het Bodenmeer: 150 kilometer noordelijker en twee kilometer lager. Bij dit meer, ooit bekend als Lacus Brigantinus, buigt de rivier westwaarts en dondert vervolgens naar beneden over de enorme waterval bij Schaffhausen. Nog even verderop, bij Windisch (Vindonissa), mondt de Aare uit in de Rijn en vanaf daar is de stroom voor schepen bevaarbaar.

Lees verder “De Rijn”

De Gallische boerderij

Een Gallische boerderij: reconstructie in de Archéosite, Aubechies.

Een tijdje geleden kocht ik het Dictionnaire de la langue gauloise van Xavier Delamarre en dat heb ik zowaar gelezen. Al eerder blogde ik over de manier van reconstructie, over zomaar wat woorden, over kledingstukken en enkele bekende plaatsnamen. Vandaag neem ik u mee naar een Gallische boerderij.

Om te beginnen hebben we een weide ofwel clunia. Het woord leeft voort in het Iers en enkele andere Keltische talen, en omdat er Griekse en Litouwse parallellen zijn, kunnen we nog wat verder naar terug en een heel oud woord *klopni reconstrueren, wat zoiets betekent als “bewaterd veld”. Plaatsen die naar Gallische weiden zijn vernoemd zijn het Franse Cluny en Clugnat, het Oostenrijkse Clunia, het Britse Clowne en Clunton en nog zo het een en ander van Spanje tot Hongarije.

Lees verder “De Gallische boerderij”

Plaatsnamen in het Gallisch

De Gallische god Cernunnos op een reliëf uit Lutetia (Musée de Cluny, Parijs)

Zoals u misschien herinnert, heb ik een tijdje geleden het Dictionnaire de la langue gauloise van Xavier Delamarre aangeschaft en ben ik daarmee aan de gang gegaan (een, twee en een stukje over Gallische kledingstukken). Vandaag maar eens iets over plaatsnamen in het Gallisch. En dan beginnen we met de beroemdste van allemaal: Alesia.

Alesia

De eigenlijke naam is terug te vinden op twee ter plaatse opgegraven inscripties: in Alisiia en in Alixie. Maar wat wordt door deze spellingen weergegeven? In het eerste woord staat /ii/ en dat is niet alleen een dubbele /i/, maar ook een schrijfwijze voor een lange /i/ en de /e/. Er zijn dus drie opties:

  • Alisiïa met een herhaalde klinker,
  • Alisīa, als we denken dat de dubbele i een lange klinker weergaf,
  • Alesia, zoals de Romeinen het weergaven.

De spelling Alixie doet vermoeden dat het zal gaan om een herhaalde klinker. Het verschil tussen /s/ en /x/ is verwaarloosbaar, denk maar aan het Waddeneiland dat Tessel heet maar hardnekkig Texel spelt.

Lees verder “Plaatsnamen in het Gallisch”

Geliefd boek: De laatste keizer van Mexico

Het verhaal van de Franse interventie in Mexico is in Nederland niet zo bekend. Bij mij wel. Karl Mays held Winnetou nam het al op voor de Mexicaanse president Benito Juárez, dus op mijn twaalfde had ik er al van gehoord. Toen ik jaren later naar Mexico reisde heb ik een aantal plaatsen die een rol speelden in deze geschiedenis bezocht en in Mexico leeft het verhaal nog zeker.

Conservatief gestook

Benito Juárez was een Zapoteek van eenvoudige komaf die zich wist op te werken tot president van Mexico, maar daarvoor moest hij wel eerst een burgeroorlog winnen tegen de conservatieve gevestigde orde, oftewel de katholieke kerk en de grootgrondbezitters. De conservatieven vluchtten naar Frankrijk en zochten steun bij keizer Napoleon III, die wel oren had naar een uitbreiding van zijn invloedssfeer richting het Amerikaanse continent. De opkomst van de Verenigde Staten was de Fransen ook toen al een doorn in het oog, maar de Amerikaanse Burgeroorlog was net uitgebroken, dus de VS waren verzwakt en dat bood kansen.

Lees verder “Geliefd boek: De laatste keizer van Mexico”

Mont Vireux

Laat-Romeinse of Frankische muur

Toen collega Herman Clerinx, de auteur van een tof boek over de Romeinse aanwezigheid in de Lage Landen, hoorde dat ik voornemens was vorige maand te gaan fietsen in de Franse Maasvallei, attendeerde hij me op het Romeinse fort bij Vireux-Molhain. Dat ligt ruwweg halverwege Givet, het eerste stadje dat je in Frankrijk tegenkomt, en Fumay. Clerinx zei nog dat het lastig bereikbaar was.

Dat heb ik geweten.

De Mont Vireux, net als het dorpje vernoemd naar een Keltische riviergodin Viruwa, is een puist die ruim tachtig meter boven de Maas uitsteekt. Je moet een gigantisch eind omfietsen om de heuvel op te komen. Vertrouw daarbij niet op Google Maps, want daarop staan niet-bestaande paden aangegeven. De enige manier om er te komen is vanaf dit punt, dat voor een fietser bereikbaar is door een enorme slinger te maken die begint bij de Rue du 18 Juin 1940 en dan verder te gaan over de straat met de goede naam Derrière les roches. Vanaf het punt waar ik zojuist naar linkte, kun je alleen nog wandelen.

Lees verder “Mont Vireux”

Kleding op z’n Gallisch

Een man met een mantel die in het Gallisch cucullus heet (Rheinische Landesmuseum, Trier)

Ik heb al eerder over woorden uit het Gallisch geblogd (één, twee), maar dat is geen reden dat niet nog eens te doen. Ik neem voor de aardigheid wat kledingstukken en dan is het beroemdste Gallische woord natuurlijk caracalla. Dat is een soort mantel met een capuchon. De anonieme auteur van de Historia Augusta voegt toe dat het “een tot de enkels reikend kledingstuk” was. Omdat een keizer die eigenlijk Antoninus heette dit kledingstuk populair had gemaakt, zou, nog steeds volgens de Historia Augusta, “het gewone volk in Rome dergelijke caracallae  ook wel antoninianae noemen”. Het schijnt dat dit woord, dat dus Gallisch is, in het Provençaals heeft voortbestaan.

Het Gallische woord voor capuchons was cucullos. Ofwel cagoule in het huidige Frans, wat zoiets als bivakmuts betekent, en ook het Nederlandse woord kovel. We kennen de uitdrukking cucullos overigens – net als caracalla – alleen uit Latijnse teksten, dus er kan vertekening zijn. We kennen wel samenstellingen, zoals bardocucullus, wat de blijkbaar de muts was die een dichter droeg.

Lees verder “Kleding op z’n Gallisch”

La petite ligne Maginot

Als ik het goed heb begrepen, was de Belgische regering in 1936 buitengewoon teleurgesteld in haar Franse bondgenoot, die zich niet actief genoeg zou verzetten tegen de opkomst van Adolf Hitler. In oktober van dat jaar verklaarde koning Leopold III zijn land neutraal. Voor de Franse generale staf, die had gemeend dat België, net als in de Eerste Wereldoorlog, zij aan zij met Frankrijk zou vechten tegen de Duitsers, was het herstel van de Belgische neutraliteit een streep door de rekening. Men had gemeend Noord-Frankrijk te kunnen verdedigen in België, waar machtige forten als Battice de Duitsers dagenlang zouden tegenhouden. Nu moest Frankrijk zijn noordgrens verdedigen in eigen land.

De Franse regering besloot daarop om de Maginotlinie, die langs de Frans-Duitse grens lag, te verlengen langs de Belgische grens. Het project, La petite ligne Maginot, begon nog in 1936 en had in 1941 voltooid moeten zijn. In mei 1940 waren de bunkers gereed, maar onvolledig ingericht. Periscopen ontbraken en niet alle geschut was aanwezig. Het was sowieso geen massieve verdedigingslinie zoals de echte Maginotlinie; eerder was het een netwerk van grote en kleine bunkers, met een tankgracht.

Lees verder “La petite ligne Maginot”

Het Ros Beiaard in Frankrijk

Étang du Pas Bayard

Een tijdje geleden plaatste Dieter Verhofstadt hier een mooi vierdelig artikel over het Ros Beiaard. Sindsdien ben ik erop gespitst en ik heb het edele dier al op verschillende plekken gezien. Het mooiste vond ik het taxibedrijf uit Brussel dat was gespecialiseerd in het vervoer van kinderen van en naar school. In Dinant zag ik vorige week de enorme rots die Beiaard ooit met een enkele hoeftrap had doen splijten.

Lees verder “Het Ros Beiaard in Frankrijk”

De Oise

De Oise

Dankzij een vriendelijke lezer van deze blog kan ik een week passen op een huis ergens – eh, ja, “in the middle of nowhere” is misschien de beste manier om het te zeggen. Er is een spoorwegstation in de buurt maar ik heb er uiteindelijk voor gekozen de trein te nemen naar Namen, daarvandaan de Maas langs te fietsen naar Dinant, Givet en Fumay, verder te gaan over de Ardennen naar Rocroi (ja, van de veldslag) en tot slot door te fietsen naar het dorpje waar ik nu ben. Het heet Watigny. Het is anderhalve dag rijden, het is hier echt nergens, het is daar dus middenin, en het is mooi.

Hierboven ziet u het beekje achter het huis. Het is de bovenloop van de Oise, die ontspringt in Henegouwen. Ze stroomt achter mijn oppashuis langs, bereikt Guise en Compiègne, en mondt uiteindelijk ergens ten westen van Parijs uit in de Seine.

Lees verder “De Oise”

Een reliëf uit de Morvan

(klik=groot)

Even een simpele vraag. Een vriendin was onlangs op vakantie in de Morvan – wat overigens gewoon Keltisch is voor “zwarte bergen” – en trof een mooi reliëf aan in het huis van een vriendin die daar vorig jaar is gaan wonen. Eigenlijk hangt het aan de muur maar voor de foto hierboven is het even in de tuin neer gezet. Het lijkt een moderne kopie van een middeleeuws reliëf. Maar wat is het?

We hebben al wat heen-en-weer geschreven. Aanvankelijk dachten we aan twee debatterende scholastici. De baardloze persoon links heeft immers een boek op schoot en de baardige heer rechts lijkt iets uit te leggen. Toen we een grotere foto kregen, zagen we de kronen en de aureolen. Toen kregen we een ander vermoeden. Ik zal het niet uitspreken om uw eigen ideeën niet in een bepaalde richting te duwen.

Lees verder “Een reliëf uit de Morvan”