Bodi in Bonn

Bodi’s gouden ring (foto: L. Kornblum. © LVR-LandesMuseum, Bonn)

Ik ging naar Bonn om daar Bodi te zien. Ik zag Bodi. Een laatantieke krijger uit het Rijnland, begraven in Bislich, recht tegenover Xanten aan de Rijn. Een tijdgenoot van de geschiedschrijver Gregorius van Tours, die hem zou hebben aangeduid als een Frank. De grafheuvel van Bodi is in 1972 gevonden op een begraafplaats waar nog 900 mensen lagen. Aan de locatie te zien was zijn graf, dat al was geplunderd in de Middeleeuwen, erg belangrijk; de meeste andere graven waren simpeler. We kennen de naam van Bodi omdat die te lezen stond op een gouden zegelring die de plunderaars hadden laten liggen. Deze krijger was geletterd.

Of presenteerde zich als geletterd. Wat zou het zijn? Daar kun je een redenering over opzetten. Dan veranderen depotvoorwerpen in wetenschappelijke aanwijzingen, dan zie je een puzzel ontstaan en dan wordt het interessant. Het Rheinisches Landesmuseum heeft aan zulke puzzels een expositie gewijd. Het gaat daarbij niet, zoals de naam van de tentoonstelling suggereert, om Das Leben des Bodi, maar in de eerste plaats om de reconstructie van dat leven en in de tweede plaats om de betekenis van dat leven. En het gaat om vragen, niet om antwoorden.

Lees verder “Bodi in Bonn”

Het Byzantijnse Rijk (2): Bloei

Mozaïek uit de Hagia Sofia

[Tweede van drie blogs over het Byzantijnse Rijk. Het eerste was hier.]

De Byzantijnse geschiedenis begint op het moment dat de Romeinse keizers Constantinopel in gebruik namen als voornaamste keizerlijke residentie. Wie een datum zoekt, zou 11 mei 330 kunnen noemen, maar iedereen begrijpt dat het niet op een dag eerder of later steekt. De geschiedenis eindigt in elk geval op een heel precies moment: op 29 mei 1453. Toen veroverde de Ottomaanse sultan Mehmet II de stad. Ik blogde er al eens over. Historici verdelen het tussenliggende millennium in drie perioden.

Justinianus

De eerste daarvan, van 330 tot 867, is te typeren als ontstaan, crisis en voortbestaan. Tijdens de regering van Justinianus (r.527-565) deden de Byzantijnen een laatste poging de westelijke provincies van het voormalige Romeinse Rijk te heroveren. Dit plan slaagde grotendeels: generaal Belisarius heroverde de rijke provincies in Italië en Afrika, de steden in Libië verjongden (de Ananeosis) en Byzantijns goud kocht invloed in Frankisch Gallië en Visigotisch Spanje. De hervonden eenheid werd gevierd met de bouw van de kerk van de Heilige Wijsheid, de Hagia Sofia, in Constantinopel. De prijs voor de hereniging was echter hoog. Justinianus moest de Sasanidische Perzen afkopen en kreeg te maken met stevig verzet, bijvoorbeeld in Ostrogotisch Italië.

Lees verder “Het Byzantijnse Rijk (2): Bloei”

De Elbe

De Elbe bij Zollenspieker

Met een lengte van bijna 1100 kilometer (1.094 om precies te zijn) is de Elbe, de antieke Albis, een van de langste rivieren van Europa. Hij ontspringt in Bohemen ofwel Tsjechië en stroomt vervolgens door oostelijk Duitsland naar de Noordzee. Het rotsachtige Helgoland, waar men al vanaf de Oudheid barnsteen wint, ligt tegenover de Elbemonding.

De onbekende bron

De antieke geografen wisten dat de rivier ontsprong in Bohemen, het land dat zijn naam dankte aan de Boiërs maar in historische tijden werd bewoond door de Marcomannen. De Griekse en Romeinse auteurs waren echter niet zeker van de precieze locatie van de bron. Aan het begin van de tweede eeuw schrijft de Romein Tacitus dat de rivier “ontspringt in het gebied van de Hermonduriërs” (Germania 41.2), terwijl de Grieks-Romeinse aardrijkskundige Ptolemaios van Alexandrië denkt aan het Sudetengebergte (Geografie 2.11.1).

Lees verder “De Elbe”

Traditionskern

Frankische mantelgesp (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Ik ben al weken bezig met het lezen van de Getica van de Byzantijnse auteur Jordanes, een tekst over de geschiedenis van de Goten waarvan onlangs een mooie en goed ontvangen becommentarieerde vertaling is verschenen van de hand van de Gentse oudheidkundigen Peter Van Nuffelen en Lieve Van Hoof. Er is een hoop over te zeggen, zoals dat de tekst teruggaat op een ouder origineel. Of dat ze begint met verhalen over de vroege geschiedenis van de Goten, die ooit hadden gewoond op “Scandza”, een eiland tegenover de Weichsel, onder leiding van een koning Berig. Er volgen beschrijvingen van migraties naar en langs de Weichsel naar Skythië, waar ze leefden onder een koning Filimer, en vervolgens naar Mysië, Thracië en Dacië. Daarvandaan barstten de Visigoten en Ostrogoten later het Romeinse Rijk binnen.

Oorsprongsgeschiedenis

Dit is een oorsprongsgeschiedenis waarvan we er meer kennen. Een ander voorbeeld is de Geschiedenis van de Franken van Gregorius van Tours. En weer een ander voorbeeld is de Geschiedenis van de Langobarden van Paulus de Diaken. En of het nu gaat om Goten, Franken of Langobarden, ze bewegen allemaal van de randen van de aarde naar de Mediterrane wereld. We hebben diverse van zulke geschiedwerken en ze bevatten allemaal dezelfde curieuze mengeling van bijbelse geschiedenis, citaten uit Griekse en Romeinse auteurs, én eigen tradities van de volken.

Lees verder “Traditionskern”

MoM | Antieke migraties en migranten (1)

Een laatantieke ruiter keert terug (Nagyszentmiklós-schat, Kunsthistorisches Museum, Wenen)

Migratie, dat mensen met een bepaalde identiteit elders gaan wonen bij mensen met een andere identiteit, is momenteel een belangrijk oudheidkundig thema. Eerlijk is eerlijk: dat is soms gemakzuchtig inhaken op de actualiteit. Migratie heeft immers problematische kanten die momenteel de aandacht trekken en er zijn oudheidkundigen die het belang van hun vak denken te kunnen tonen door erop te wijzen dat je ook in de Oudheid migratie had. Dan toon je je eigen irrelevantie want je loopt aan achter wat anderen belangrijk vinden in plaats van je eigen kwaliteiten te tonen. Het is zoiets als tijdens een pandemie beweren dat je ook in de Oudheid epidemieën had. Gelukkig is er ook een minder zelfdestructieve reden om je met migratie bezig te houden: de DNA-revolutie.

Door het onderzoek naar antiek DNA en het isotopenonderzoek wordt duidelijk dat de mensen vroeger buitengewoon mobiel waren, minimaal in sommige regio’s en tijdperken, wat betekent dat ideeën veel breder konden circuleren dan wel aangenomen is geweest. Wie een Latijnse tekst interpreteert, kan niet langer om Aramese parallellen heen, om het samen te vatten. Ons vak staat op de grondvesten te trillen en om die reden was “Van heinde en verre” in 2019 het thema van de Week van de Klassieken.

Maar migratie was al eerder een thema: in de negentiende eeuw. Omdat de toenmalige noties nog steeds circuleren, vandaag twee “Methode op Maandag”-stukjes over die materie.

Lees verder “MoM | Antieke migraties en migranten (1)”