Artabazos

Portret van een Perzisch edelman (Nationaal Museum, Teheran)

Ik heb in mijn stukjes over de Bondgenotenoorlog en de Derde Heilige Oorlog een paar keer Artabazos genoemd, de Perzische opstandeling die eerst Atheners en later Thebanen in dienst nam. Het is een interessante man die, samen met zijn dochter Barsine, wat aandacht verdient. Historici vertellen het verhaal van Alexander de Grote, waarin beide een rol spelen, vaak vanuit het perspectief van de Macedonische verovering – en terecht – maar er zijn meer perspectieven. Dus, bij wijze van aanvulling op het handboek van De Blois en Van der Spek, vandaag: Artabazos.

Opstand

Hij is rond 389 v.Chr. geboren als jongste zoon van Farnabazos II, de satraap van wat bekendstaat als Hellespontijns Frygië. Dat is het gebied ten zuidoosten van de Zee van Marmara. De familie heerste er al ruim een eeuw; ik noemde al eens een eerdere Artabazos. De Farnakiden, zoals ze heetten, waren op allerlei manieren verwant en vervlochten met de lokale elites in Perzisch Anatolië. Zo raakte ze in de jaren zestig van de vierde eeuw betrokken bij opstanden tegen koning Artaxerxes II Mnemon. Die eindigden rond 362 toen Artabazos’ oudere broer werd verslagen en gekruisigd. De aanspraken van de familie op de satrapie waren echter zo sterk dat de koning er niet omheen kon een familielid van zijn verslagen tegenstander te benoemen: Artabazos dus.

Lees verder “Artabazos”

Alexander de Grote: de laatste jaren

Alexander als wereldheerser (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

[Dit is het laatste van vier stukjes over Alexander de Grote. Het eerste vindt u hier en een poging de veroveringstocht te contextualiseren vindt u daar.]

Zoals we zagen in het vorige stukje was Alexander gedwongen terug te keren. Zijn soldaten wilden niet verder. En dus begon de terugreis. Met een grote vloot voeren de Macedoniërs naar het zuiden. Alexander gebruikte zijn normale strategie, waarbij hij eerst vluchtelingen en niet-strijders aanviel, om zo de soldaten te terroriseren. Vooral de Malliërs, die hun naam gaven aan het moderne Multan, kregen het zwaar te verduren. Alexander raakte zwaar gewond, maar herstelde en trok verder naar het zuiden, tot hij de Indische Oceaan bereikte.

Lees verder “Alexander de Grote: de laatste jaren”

Alexander de Grote: de eerste veroveringen

Alexander de Grote: de Azara-herme is het enige tijdens zijn leven gemaakte portret. Nu te zien in het Louvre, Parijs.

Het is met Alexander de Grote zoals met elke biografie: we moeten beginnen bij de ouders van de gebiografeerde. Wie daar iets over weet, begrijpt de achtergronden van het leven waarover je begint te lezen. Zeker bij Alexander is nuttig te weten dat zijn vader Filippos koning was van Macedonië. Hij had dit achtergebleven gebied gemoderniseerd en veranderd in een sterke staat met een machtig leger. Dat hij al vroeg de goudmijn van Amfipolis had bemachtigd, hielp daarbij buitengewoon. Verder had hij een agressieve buitenlandse politiek gevoerd. Ik noemde zijn interventie in de Derde Heilige Oorlog al. Ieder jaar trok hij ten strijde, steeds keerde hij terug met buit en daar liet hij de Macedonische aristocraten in delen. De gouden voorwerpen in het archeologische museum in Thessaloniki zijn de erfenis. Simpel samengevat: externe expansie garandeerde interne consolidatie, waardoor een achtergebleven regio veranderde in een sterk koninkrijk. Kortom, een “vroege staat”, om de term van Hans Claessen te gebruiken.

Het begin van de oorlog

In 340 v.Chr. was een conflict ontstaan met de Perzen. Filippos zag een kans, zeker toen twee jaar later koning Artaxerxes III Ochos overleed. Een burgeroorlog tussen Artaxerxes IV Arses en de satraap van Armenië was het gevolg, met hier en daar lokale opstanden. Uiteindelijk zou de Armeense satraap onder de naam Darius III Codomannus de oorlog winnen, maar zover was het nog niet. Filippos stuurde zijn voorhoede dus naar Azië, maar hij werd vermoord voordat hij zelf kon vertrekken (336).

Lees verder “Alexander de Grote: de eerste veroveringen”

De Derde Heilige Oorlog (2)

Filippos II, portret uit de villa van Welschbillig (Landesmuseum, Trier)

[Tweede deel van een stuk over de Derde Heilige Oorlog. Het eerste was hier.]

Thessalië

De Derde Heilige Oorlog werd beslist in Thessalië. De Thessaliërs waren een federatie van poleis, waarvan Larissa traditioneel het belangrijkst was. In de voorafgaande jaren had Ferai meer invloed gekregen en het was Ferai geweest dat in de Derde Heilige Oorlog van Thebe naar Fokis was overgelopen. Dat zat de leiders in Larissa niet lekker, die besloten hulp te vragen bij Filippos van Macedonië.

Ferai vroeg daarop hulp in Fokis en Onomarchos reageerde door eerst zijn broer te sturen met 7000 man en er vervolgens zelf op af te gaan met 20.000 man. De aantallen zijn geloofwaardig en suggereren dat Fokis Thessalië niet alleen wilde helpen, maar ook op eigen voorwaarden wilde herorganiseren. De inzet bestond uit de Thessalische stemmen in de Delfische Amfiktyonie: als Fokis die controleerde, kon het de Amfiktyonie laten stemmen tegen verdere voortzetting van de Derde Heilige Oorlog.

Lees verder “De Derde Heilige Oorlog (2)”

De Derde Heilige Oorlog (1)

Marcherende hoplieten (Louvre, Parijs)

In mijn reeks over het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, beschreef ik vorige week de Bondgenotenoorlog (357-355 v.Chr.). Die eindigde toen de Atheners, door de dreiging van een Perzische vlootinterventie, de handdoek in de ring gooiden. Zo verloren ze hun imperium. De democratie hield het nog wat langer uit maar het einde van het klassieke Athene kwam in zicht. Wat ik niet noemde was dat de Atheense alliantie ook weleens een succesje boekte, zoals die keer, kort voor het uitbreken van de Bondgenotenoorlog, toen het eiland Euboia aansluiting zocht.

Dat zat de Thebanen niet lekker. Hun stad had Sparta verslagen – ik blogde er al over – en had later de Spartaanse orde op de Peloponnesos voorgoed vernietigd. Nu Thebe de nieuwe leider van Griekenland was, kon het niet zomaar toestaan dat Euboia afvallig was. Een conflict met Athene was echter iets dat het niet wilde. Het Atheense debacle lag, toen Euboia afviel, nog anderhalf jaar in de toekomst. Om te tonen dat Thebe niet met zich liet spotten, zocht het een andere oorlog. Het doelwit was Fokis, het landschap ten westen van Boiotië (het landschap waarin Thebe lag). Het voorwendsel: de Fokenzen zouden land hebben bebouwd dat eigendom was van Apollo, de god van Delfi.

Lees verder “De Derde Heilige Oorlog (1)”

De Atheense Bondgenotenoorlog

Artaxerxes III Ochos (Allard Pierson-museum, Amsterdam)

Een tijdje geleden gaf ik in mijn reeks over het eerstejaarshandboek oude geschiedenis, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek, aan dat het dicht bij de bronnen blijft en daardoor niet goed in balans is. We lezen veel over de Perzische Oorlogen en over de Peloponnesische Oorlog, en dit laatste precies volgens de selectie die Thoukydides aanbrengt, maar de Bondgenotenoorlog en de Derde Heilige Oorlog komen er bekaaid vanaf. De bronnen laten zich daar niet zo een-twee-drie navertellen. Jammer, want deze twee conflicten schiepen het vacuüm dat Macedonië zou vullen. Ze markeren feitelijk het begin van het einde van de Griekse vrijheid. Om die reden blog ik vandaag toch eens over de Bondgenotenoorlog, die u moet plaatsen tussen 357 en 355 v.Chr.

De Tweede Delische Zeebond

Eerst nog even dit: door de opkomst van Thebe – hierover schrijven De Blois en Van der Spek wel het een en ander – waren de kaarten in het Griekse moederland grondig geschud. Zeker na de slag bij Leuktra in 372 was Sparta niet langer de supermacht die het ooit was geweest. De Atheners hadden al in 378 een tweede Delische Zeebond opgericht, die minder hoorde te gelden als een eigen imperium, wat een veelgehoorde klacht was geweest bij de oorspronkelijke Delische Zeebond. Het probleem was dat Athene zijn herwonnen bondgenoten niet goed wist te beschermen.

Lees verder “De Atheense Bondgenotenoorlog”

Sisygambis, Barsine, Antigone

Portret van een koningin of prinses uit Persepolis. Omdat dit de enige Achaimenidische afbeelding is van een vrouw, is ook wel aangenomen dat het een baardloze prins voorstelt (Nationaal Museum, Teheran).

[Laatste deel van een achttiendelige reeks over de slag bij Issos (6 november 333 v.Chr.), waarin de Macedonische koning Alexander de Grote zijn Perzische collega Darius III versloeg. Dat was het begin van het einde van het Achaimenidische Rijk. Het eerste deel was hier.]

Koningin Stateira was niet de enige vrouw die na de slag bij Issos in Alexanders handen viel. In haar gezelschap bevond zich Darius’ moeder Sisygambis, met wie Alexander het opvallend goed kon vinden. Culturele misverstanden waren echter onvermijdelijk, zoals Curtius Rufus aangeeft:

Het gebeurde eens dat Alexander uit Macedonië als geschenk Macedonische gewaden en veel purper kreeg toegezonden, met de vrouwen die het vervaardigd hadden. Hij beval die aan Sisygambis te geven – want hij vereerde haar met het plichtsgevoel van een zoon – en liet haar zeggen dat als de kleding naar haar zin was, ze haar kleindochters moest leren ze te maken, en dat hij vrouwen meegaf die het hun konden leren. Bij het horen van deze boodschap sprongen Sisygambis de tranen in de ogen, want ze was woedend om dit geschenk. (Geschiedenis van Alexander 5.2.18-19; vert. Daan Stoffelsen)

Lees verder “Sisygambis, Barsine, Antigone”

De Peloponnesische Oorlog (1)

Het graf van Alkias van Fokis (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)

In de reeks over het handboek waarover ik regelmatig blog, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek, kom ik aan bij de reeks conflicten die samen bekendstaan als de Peloponnesische Oorlog. Ik heb er al vaker over geschreven. Mijn samenvatting zal kort zijn. Over een half uur diep ik het uit.

De Archidamische Oorlog (431-421)

Athene en Sparta waren al eerder ten strijde getrokken, van 460 tot 445. Dat was geëindigd met een verdrag dat bekendstaat als de Dertigjarige Vrede. Die begon echter al na een decennium te rafelen, toen de Atheners zich in de invloedssfeer van Korinthe mengden. Eén conflict betrof de stad Poteidaia, een ander de relatie tot Korfu. Ik blogde erover. Sparta koos uiteindelijk partij voor Korinthe en eiste dat Athene zijn bondgenootschap ontbond. Athene weigerde en de oorlog kwam.

De Archidamische Oorlog duurde van 431 tot 421 v.Chr. Sparta slaagde er niet in zijn oorlogsdoelen te bereiken en we kunnen dus zeggen dat Athene, dat zijn imperium niet hoefde ontbinden, de oorlog won. Vrede was het echter niet.

Lees verder “De Peloponnesische Oorlog (1)”

Artaxerxes III Ochos

Artaxerxes III Ochos (Allard Pierson-museum, Amsterdam)

De Perzische koning Darius II en koningin Parysatis hadden twee zonen: de oudste heette Artaxerxes en de jongste Cyrus. De eerste volgde zijn vader in 404 v.Chr. op en de tweede kwam in opstand. Hij verzamelde een leger – de Griekse auteur Xenofon was een van de huurlingen – en rukte op naar Babylonië, waar Artaxerxes de rebel met een grote strijdmacht opwachtte en versloeg.

Terwijl deze burgeroorlog woedde, kwamen de Egyptische onderdanen van het Perzische Rijk in de opstand en hoewel Artaxerxes, toen hij eenmaal was verzekerd van de macht, herhaaldelijk probeerde het rijke land langs de Nijl te heroveren, had hij weinig succes. Pas vele jaren later, toen zijn zoon en naamgenoot Artaxerxes Ochos het probeerde, werd Egypte weer ingelijfd. Een Egyptische kunstenaar vervaardigde het portret van de Perzische koning.

Lees verder “Artaxerxes III Ochos”

Voorislamitisch Iran (3): de vierde eeuw

Zegelafdruk: een Perzische verslaat een Griekse hopliet (Metropolitan Museum of Art, New York)

[Dit is het derde deel van een artikel over de archeologie van Iran; het eerste is hier.]

De zoon van Darius was Xerxes, die beroemd is geworden om zijn vergeefse veldtocht naar Griekenland. In de westerse geschiedenisboekjes staat vermeld dat de Grieken die oorlog wonnen, maar het is niet aannemelijk dat ook de Perzen er zo tegenaan keken: ze hadden Athene veranderd in een rokende puinhoop en de Grieken hadden hun lesje geleerd. Ooit hadden de Atheners zich in de Perzische interne aangelegenheden gemengd en dat lieten ze -met de jaren rond 465, 420 en 395 als uitzondering- de komende anderhalve eeuw wel uit hun hoofd. Een zuiver-Grieks standbeeld in het Nationaal Archeologisch Museum van Teheran illustreert Xerxes’ overwinning – het is namelijk gemaakt van Atheens marmer, maar opgegraven in Persepolis.

Lees verder “Voorislamitisch Iran (3): de vierde eeuw”