De Chauken (1)

Greep van een mes in de vorm van een wagenmenner (Eenum; Gronings Museum, Groningen)

Ik heb weleens vaker geblogd (één, twee) over de beschrijving die de Romeinse auteur Plinius de Oudere gaf van de mensen die woonden op de kunstmatige heuvels langs de Waddenzee. De terpen of wierden verbaasden hem. Hoorde het gebied, onderworpen aan eb en vloed, nu bij het land of bij de zee? Wat waren dat van mensen, die de vrijheid zo lief hadden dat ze zich hadden teruggetrokken in armzalige boerderijen op die heuvels? Waren ze nu niet feitelijk, zo impliceerde hij, de gevangenen van een onbewoonbaar gebied?

Dat viel wel mee. Archeologen hebben het beeld van een armzalig en meelijwekkend volk sterk genuanceerd. Er was zelfs ruimte voor een vorm van politiek leven, gegeven het feit dat er in het noordelijke kustlandschap minimaal vier stamverbanden zijn aan te wijzen. Meestal houden we het erop dat twee groepen Friezen woonden aan weerszijden van de Vlie, dus in het huidige Noord-Holland en Fryslân. Wat oostelijker zouden dan twee groepen Chauken hebben gewoond, gescheiden door de Dollard, in wat nu Groningen en Ostfriesland is. Deze reconstructie is, zoals alle reconstructies van de antieke topografie, minder zeker dan men wel aanneemt, maar we zullen het ermee doen. Ik ga het hebben over de Groningse Chauken.

Lees verder “De Chauken (1)”

De Friese vrijheid

Een blijde (Fries Museum, Leeuwarden)

De drie maanden die ik in 2018 doorbracht in Friesland behoren tot de gelukkigste van mijn leven. Ik heb er een zwak aan overgehouden voor het Fries Museum in Leeuwarden. En omdat ik de Middeleeuwen interessant vind zonder er heel veel van te weten, was ik blij dat er een expositie was over de Friese landen in de Late Middeleeuwen: Vrijheid, Vetes, Vagevuur. Voor het goede begrip: de Friese landen grensden rond 1000 in het zuidwesten aan de Rijn en in het oosten aan – naar keuze – de Dollard, de Jade, de Elbe of de Deense istmus. Het gaat in elk geval om het gebied langs de Waddenzee.

De Karolingen hadden de regio onderworpen en gekerstend, maar ze behield een zekere onafhankelijkheid. Echte onderwerping van het gebied zal voor de Ottoonse, Salische en Staufische vorsten ook weinig prioriteit hebben gehad. Het gebied lag perifeer. Bovendien grensde het aan zee, konden de bewoners zich betrekkelijk eenvoudig verplaatsen en had je er weinig aan de ruiterlegers die destijds het voornaamste instrument waren om gezag af te dwingen. Het zal keizer Sigismund niet heel zwaar zijn gevallen om in 1417 de de facto Friese vrijheid in een oorkonde ook de iure te erkennen. Een iets jongere tekst, het Fivelgoër handschrift, zegt het poëtisch:

De Friezen zijn vrij, zowel de geborenen als de ongeborenen, zolang de wind van de wolken waait en de wereld bestaat.

Lees verder “De Friese vrijheid”

Vragen rond de jaarwisseling (5)

Een van uw vragen leidde naar de schat in het Haarlemmermeer (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Stuur uw vragen maar in, schreef ik, en wie weet of ik ze beantwoorden kan rond oud en nieuw. Eerdere afleveringen hier, hier, hier en hier.

22. Vraag via de mail: Vaak stuit ik op de zin “Frisia non cantat”, en die wordt dan aan een Romein toegeschreven – Tacitus, meestal – maar ik kan die zin zelf nergens vinden. Is het een verzinsel van later datum?

Ja, dat is een verzinsel. De regel is inderdaad niet te vinden bij Tacitus, die wél de Friese Opstand noemt. De beschrijving daarvan eindigt met de opmerking dat sinds deze revolte de naam der Friese naam vermaard is.

Het Latijnse gezegde dat Friesland niet zou zingen, duikt op in de achttiende eeuw. Riemer Reinsma heeft het voor tijdschrift Onze Taal uitgezocht en zijn conclusies vindt u hier.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (5)”

De gelukkige klas

De gelukkige klas

Wij waren alfa’s, schopten lawaai
vulden schoolkrant en lokalen
schreeuwend van verlangen
naar de grote uitwedstrijd

K ging het verst, doelbewust
aanvallend om te scoren
als vroeger in elk tussenuur
viel hij door kogels in El Salvador

H zag de oorlog jong, het was
iets met Japanners, Indië, een kamp
op één nier leefde hij jarenlang
voor twee – en stierf in bed

Wij komen niet veel verder dan
de eerste letter van het alfabet
weerklank van een verwondering
te groot voor onze talen.

  • Koos Hagen

Het is vandaag veertig jaar geleden dat journalist Koos Koster (de “K” in dit gedicht) werd vermoord. De foto hierboven toont de tekst van dit gedicht, zoals te lezen voor het Beyers Naudé-gymnasium in Leeuwarden, waar Koos Koster en dichter Koos Hagen naar school gingen.

Misverstand: De Friezen

De mantelspeld van Wijnaldum

Misverstand: De Friezen woonden altijd in Friesland

In de loop van de derde eeuw na Chr. gingen veel Germaanse stammen op in grotere federaties. Bekende stammen als de Franken, Saksen en Alamannen dateren uit deze tijd. De Friezen lijken hierop een uitzondering te zijn. Zij worden al in de Vroege Keizertijd vermeld als de bewoners van de huidige provincies Noord-Holland en Friesland. Als volk zijn ze ouder dan de genoemde federaties, en ook nu deze allang zijn verdwenen, zijn er in Nederland nog West-Friezen en Friezen, en in Duitsland en Denemarken Oost- en Noord-Friezen.

Dat suggereert een aanzienlijke etnische continuïteit, maar die is al een eeuw geleden ter discussie gesteld. Pieter Boeles (1873-1961), de man die de archeologie van Friesland domineerde in de eerste helft van de twintigste eeuw, wees er in 1905 op dat in de vierde en vijfde eeuw de Saksen, afkomstig uit het noordwesten van Duitsland, zich vestigden in het huidige Groningen, Friesland en Vlaanderen, alvorens het Kanaal over te steken en de koninkrijken van Essex, Sussex en Wessex te stichten. Boeles kwam tot deze gedachte omdat de archeologische vindplaatsen in het noordelijk kustgebied van deze tijd meer overeenkomsten vertonen met de cultuur van de toenmalige Saksen dan met die van de Friezen uit de voorafgaande tijd. Boeles concludeerde dat de oorspronkelijke bewoners waren onderworpen, maar dat hun naam in gebruik was gebleven.

Lees verder “Misverstand: De Friezen”

Friese vikingen

Detail uit het Fivelgoër en Oldambtster landrecht landrecht

In het Fries Museum in Leeuwarden is momenteel een expositie over het Noord-Nederlands kustgebied in de Vroege Middeleeuwen, “Wij Vikingen”. De boodschap is vrij simpel samen te vatten: de Noormannen hebben in de negende eeuw behoorlijk huis gehouden in de Lage Landen, maar er waren mensen in wat nu Friesland en Groningen heet die zich bij de plunderaars aansloten en meededen.

Het bewijs voor die stelling valt archeologisch moeilijk te leveren. Je kunt natuurlijk het skelet van een slachtoffer tonen – en het Fries Museum toont een skelet – maar de dode zal je niet melden wie hem heeft vermoord. Het bewijs zal uit de geschreven bronnen moeten komen, maar doorgaans vermelden die alleen dat de Noormannen tekeer zijn gegaan op deze of gene plaats. Of het Noren of Denen waren, staat er niet bij, laat staan dat erbij staat of het Friezen waren, dus mensen uit het gebied van Vlaanderen tot Noord-Duitsland. Gelukkig bieden de Friese rechtsteksten aanwijzingen en nog gelukkiger is dat het Fries Museum de manuscripten ook toont.

Lees verder “Friese vikingen”

De mantelspeld van Wijnaldum

De mantelspeld van Wijnaldum

Wijnaldum ofwel Winaam is een dorpje boven Harlingen. Als je hiervandaan naar Franeker wandelt, passeer je ten oosten van het dorp niet minder dan zes terpen en ook enkele opgehoogde akkers. De oudste bewoning dateert uit de IJzertijd; de terpen werden opgeworpen in de tweede eeuw na Chr.; in de loop van de derde eeuw raakte het gebied ontvolkt; in de vijfde eeuw keerden de mensen terug. Ze dreven handel met Denemarken en Engeland, zoals je op deze plek zou verwachten, en ook met het Rijnland, wat iets minder voor de hand ligt. De vondst van smeltkroezen bewijst dat er ook een edelsmid woonde in Wijnaldum.

Uit de vroege zevende eeuw stamt de schitterende mantelspeld die u hierboven ziet. Het voorwerp, zo groot als een hand, is in 1953 min of meer bij toeval ontdekt. Later zijn nieuwe fragmenten gevonden, zodat steeds duidelijker werd dat dit echt een verschrikkelijk mooi voorwerp was. Een echt uniek stuk. Op de vindplaats staat dan ook een – eerlijk gezegd: niet heel erg mooi – modern monument. De mantelspeld is gemaakt van goud en ingelegd met rode almandijn, waarvan in het lab is vastgesteld dat ze afkomstig is uit India.

Lees verder “De mantelspeld van Wijnaldum”

Afsluitdijk

Afsluitdijk
Afsluitdijk

Je hebt fietstochtjes en fietstochten. Tot die laatste categorie behoort een van mijn allerfavoriete dagjes uit. Eerst de trein naar Anna Paulowna en dan naar Friesland. Je fietst dan eerst naar Wieringen, waar je aan de noordkant langs kunt rijden, buiten de dijk om, naar het begin van de Afsluitdijk. In Den Oever is een Vikingmuseum, maar steeds als ik er ben, blijkt het gesloten. Wat wel jammer is, want het Vikingverleden van Noord-Holland is fascinerend.

Enfin, de Afsluitdijk is heerlijk. Je hoeft alleen maar rechtdoor, hoeft nooit af te stappen om op je smartphone te kijken waar je nu weer rijdt, je hoeft nooit rekening te houden met verkeer dat de bocht om komt. Het is jij en de dijk en de wind, waarvan ik alleen maar kan hopen dat u die achter en niet vóór hebt.

Lees verder “Afsluitdijk”

Eise Eisinga

Het planetarium van Eise Eisinga in Franeker
Het planetarium van Eise Eisinga in Franeker

Franeker is even klein als leuk. In het Martenamuseum was vorig jaar een geslaagde expositie over het boekenbezit van de voormalige universiteit waar ik met veel plezier heb rondgelopen. De wereld van Reinerus Neuhusius. Even verderop – het zal geen steenworp zijn maar het scheelt weinig – is het beroemde planetarium van Eise Eisinga.

Het bijbehorende verhaal is te beroemd om niet nog eens te vertellen. In 1774 zouden de maan en de planeten Mercurius, Venus, Mars en Jupiter vlak bij elkaar aan de hemel staan en er gingen geruchten dat daardoor de aarde uit zijn baan zou worden getrokken. Een door een dominee Eelco Alta geschreven brochure veroorzaakte nogal wat paniek.

Het misverstand dat hij de wereld in hielp is overigens interessant omdat het bewijst dat hij kennis had van de zwaartekrachtwet van Newton en begreep dat andere hemellichamen krachten uitoefenden op onze aarde, maar het effect overschatte. Dit is hoe pseudowetenschap altijd werkt. Mensen begrijpen wel het principe van deze of gene wetenschappelijke methode, maar zijn niet goed in staat de werking te kwantificeren.

Lees verder “Eise Eisinga”

Domweg gelukkig

Doopsgezinde kerk, Leeuwarden

Zoals de trouwe lezers van deze blog zich wellicht herinneren, heb ik de afgelopen zomer in Harlingen gewoond en in Leeuwarden gewerkt. Ik was er sindsdien niet echt meer geweest maar woensdagavond verzorgde ik er bij de Doopsgezinde Gemeente een lezing over mijn boek Israël verdeeld.

Dat doe ik wel vaker: veel gemeentes en parochies hebben toerustingscursussen of leerhuizen. Het is altijd fijn daar te spreken. De vragen zijn ook altijd prettig en ik kom altijd thuis met ideeën die ik niet eerder heb gehad. Het aardige van het woord “leren” is dat het kan betekenen dat de docent iets leert aan de mensen, maar dat het ook kan betekenen dat hij iets leert van de mensen.

Lees verder “Domweg gelukkig”