Ummahnu

Een van de aan Ummahnu gewijde Amarna-brieven (collectie Neues Museum, Berlijn, maar nu in Leiden)

Een nieuwe koning, een nieuwe oppergod, een nieuwe hoofdstad: toen farao Echnaton de verering van de zonnegod Aton voorschreef aan zijn onderdanen, koos hij ook een nieuwe residentie: Achetaten, “Atons horizon”. Duitse archeologen onderzochten de plaats, tegenwoordig Amarna, al in de jaren 1840. In 1887 ontdekten ze er 382 brieven die ooit deel hadden uitgemaakt van het Egyptische staatsarchief.

Geschreven in het Babylonisch, de taal van de Bronstijd-diplomatie, documenteren de Amarna-brieven de internationale betrekkingen tussen ongeveer 1360 en 1330 v.Chr. (of iets later). We zien dat er vier grootmachten waren: Egypte, de Hittiten, Babylonië en Mittanni (in Oost-Syrië). Hun koningen spraken elkaar aan als broeders. In een wereld zonder algemeen erkend internationaal recht was deze vorm – te doen alsof mensen familie waren – een manier om vreedzame betrekkingen te conceptualiseren. Deze familiebanden, hoe kunstmatig ook, werden zorgvuldig bewaakt. Toen zich een nieuwe speler aandiende die beweerde een grootmacht te vertegenwoordigen, koning Aššur-uballit van Assyrië, kreeg hij te horen dat hij niet moest denken een broer te zijn.

Lees verder “Ummahnu”

De schat van Eberswalde

De kopie van de schat van Eberswalde (© Wikimedia Commons | Gebruiker ndreas Praefcke)

Als het om archeologie gaat, moet je uitkijken met het woord “schat”, maar de Schat van Eberswalde is er toch een. Het gaat om tachtig ringen, spiralen, baren, schalen en ander vaatwerk. Alles bij elkaar tweeënhalve kilo goud. En deze schat spreekt tot de verbeelding. De Duitse bondskanselier Merkel en de Russische president Poetin hadden er in 2013 knallende ruzie om. De goudschat is namelijk in 1945 door de Sovjets geroofd uit Berlijn. Er valt echter nog meer over te vertellen.

Ontdekking

De schat van Eberswalde is op 16 mei 1913 gevonden bij graafwerkzaamheden voor de fundamenten van een woning. Die werd gebouwd op het terrein van de messingfabriek van Aron Hirsch in Finow, bijna vijftig kilometer ten noordoosten van Berlijn. Een van de gravers was op iets hards en glinsterends gestoten en had als grap gezegd dat ze vroeger vast een oude messing pot hadden ingemetseld. De pot bleek van massief goud en Hirsch haalde Carl Schuchhardt erbij, directeur van de prehistorische afdeling van het Königliches Museum für Völkerkunde in Berlijn.

Lees verder “De schat van Eberswalde”

Het graf van Ahirom van Byblos

Het graf van Ahirom van Byblos (Nationaal Museum, Beiroet)

De sarcofaag hierboven werd in 1923 ontdekt in een van de Fenicische koningsgraven in de Libanese havenstad Byblos. Om precies te zijn: Graf 5. Ik toonde vorige week een inscriptie die in de schacht is gevonden. De sarcofaag is nu te zien in het Nationaal Museum in Beiroet, maar wie dat te ver vindt, kan een mooie replica zien in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel.

Koning ten troon

De sarcofaag is uit één steen gehouwen en versierd met leeuwenkoppen op de onderste hoeken en de deksel. Aan de korte kanten staan klaagvrouwen. We zien de overledene zitten op een prachtige troon: het is de koning van Byblos, die een defilé van onderdanen ontvangt, dat beide lange zijkanten beslaat.

Lees verder “Het graf van Ahirom van Byblos”

Een museum als belediging

Maa-Palaiokastro, Museum voor de Griekse kolonisatie

In de Late Bronstijd, bezochten Mykeense Grieken Cyprus. Hun producten zijn op allerlei plekken gevonden, de naam “Alashiya” (Cyprus) is te vinden op Lineair-B-tabletten, Hititische teksten vertellen dat een krijgsheer uit Ahhiyawa (Griekenland) een expeditie deed naar Alashiya en aan boord van het Uluburun-schip, dat tjokvol bronsbaren uit Cyprus lag, lijken twee Mykeense krijgers te hebben gevaren, op weg naar huis. Toen in het Griekse moederland de paleisburchten in de dertiende eeuw v.Chr. ten onder gingen, trokken vluchtelingen naar Cyprus. Een van hun vestigingsplaatsen was Maa-Palaiokastro, de voorganger van het latere Pafos. Na een kwart eeuw werd deze plek alweer ontruimd.

Kort als de Grieken er hebben gewoond, laten we zeggen van 1200 tot 1175 v.Chr., de plek was wel de plek waar ze echt woonden. Alle eerdere aanwijzingen zijn nog te verklaren als handel, als krijgers die komen en gingen, als kooplieden die waren gemigreerd naar hun afzetmarkt. Maar Maa-Palaiokastro is een echte Griekse nederzetting en dat maakt de opgraving nogal symbolisch voor het huidige Cyprus. De meeste Cyprioten spreken immers Grieks en volgen de Cypriotische variant van het Griekse christendom. Een Cyprioot herkent in Griekse liedjes iets dat hem aanspreekt en zal op het Eurovisie-songfestival dan ook douze points geven aan Griekenland.

Lees verder “Een museum als belediging”

Cyprus in crisis

Bronzen standaard uit Enkomi (Cyprus Museum, Nicosia)

Zo rond 1200 v.Chr. raakte het oostelijke Middellandse Zee-gebied in een enorme crisis. Verschillende steden werden verwoest (zoals Ugarit) en andere werden verlaten (zoals de Hittitische hoofdstad Hattusa). In Griekenland werden de Mykeense burchten opgegeven en dit is ook de tijd waar de Trojaanse Oorlog wordt geplaatst. In Egypte begon de Derde Tussentijd, in de Levant traden de Arameeërs aan. Op Cyprus werden Enkomi en Kition geplunderd. Deze crisis wordt doorgaans geassocieerd met de “Zeevolken” die worden genoemd in de teksten van farao Ramses III. Een fijn boek over deze materie is dat van Eric Cline.

In deze verwarde tijd vestigden verschillende groepen Griekse immigranten zich op Cyprus, bijvoorbeeld in Maa (Palaiokastro). De Griekse dialecten die later, in de archaïsche en klassieke tijd, op Cyprus werden gesproken, bewijzen dat de kolonisten zijn gearriveerd vanaf de Peloponnesos. Latere Griekse mythen over helden uit de Trojaanse oorlog die zich op Cyprus vestigen, lijken echo’s te bevatten van deze gebeurtenissen. In elk geval wordt vanaf de twaalfde eeuw v.Chr. op Cyprus Grieks gesproken.

Lees verder “Cyprus in crisis”

Alashiya

De “Zeus-krater” uit Enkomi (Cyprusmuseum, Nicosia)

In de loop van het tweede millennium v.Chr., de Midden- en de Late Bronstijd, werden twee Cypriotische havensteden belangrijk: Kition in het zuidoosten, ruwweg het huidige Larnaka, en Enkomi in het oosten, gelegen achter wat nu Famagusta heet.

Van Enkomi wordt wel aangenomen dat het de hoofdstad kan zijn geweest van een koninkrijk genaamd Alashiya, dat staat vermeld in diverse bronnen uit de Late Bronstijd, geschreven in het Hittitisch, het Ugaritische, het Egyptisch, het Akkadisch en het Mykeense Grieks. Het kan zeker waar zijn. Tegenwoordig wordt ook wel aangenomen dat een Bronstijdnederzetting bij het huidige Alassa, ten noorden van Limassol, een andere plausibele mogelijkheid is. We zullen het ooit nog wel leren.

Lees verder “Alashiya”

Zeus’ weegschaal

De “Zeus-krater” uit Enkomi (Cyprusmuseum, Nicosia)

Ik blogde gisteren over het Cyprusmuseum in Nicosia, waar onder meer de voorwerpen uit Enkomi zijn te zien, een Bronstijd-havenstad uit oostelijk Cyprus die door Mykeense kooplieden werd aangedaan. Ik wees erop dat in Enkomi aspecten van de vroegste Griekse cultuur kunnen zijn gedocumenteerd die later in het moederland wat ondergesneeuwd zouden zijn.

De vaas hierboven – perfect bewaard, zoals veel aardewerk in het Cyprusmuseum – is wat dat betreft intrigerend. Het voorwerp staat bekend als de “Zeus-krater” en kan worden gedateerd in de vroege veertiende eeuw. Aan de voor- en achterkant staan octopussen, een standaardmotief waar wij vandaag geen aandacht aan hoeven besteden. Het gaat om de strijdwagen die is afgebeeld onder een van de oren. Er staan twee mannen in, maar er is een derde persoon afgebeeld: onder het paard staat nog een krijger, die de strijd lijkt te willen aanbinden. Een vierde persoon, gekleed in een lang gewaad, staat helemaal rechts, vóór de wagen. Dat is de figuur waar het om gaat.

Lees verder “Zeus’ weegschaal”