Ungeschehene Geschichte

De bestudering van de Oudheid is in de eerste plaats gewoon leuk. Ze kan ook zinvol zijn, bijvoorbeeld omdat je bedacht raakt op unknown unknowns. Dat maakt je geen beter mens, maar je ontwikkelt een zekere scepsis over je kennis en je anticipeert wat meer op onverwachte feiten en inzichten.

Een van de problemen van de oudheidkunde is dat er nogal wat unknown knowns zijn. Neem de Indische of Britse historica Nandini Das, die onlangs een pleidooi hield voor de bestudering van gebeurtenissen die nooit hebben plaatsgevonden. Het ligt niet aan haar dat de krant dat introduceert als een “big idea”: dat is slechts het format van een reeks. Maar het is wel wat curieus te lezen dat ze een lans breekt voor zulke speculaties. Immers, elke eerstejaars kan je vertellen dat Ungeschehene Geschichte, om een jargonterm te gebruiken, impliciet aanwezig is in elke analyse.

Lees verder “Ungeschehene Geschichte”

Waterbeheer in Kairouan

Waterbasin, Kairouan

De moskee van Kairouan is bekender, maar de grote ronde waterreservoirs van de oude Tunesische stad zijn minstens even interessant. Niet voor niets noemden Arabische reizigers Kairouan weleens de “cisternenstad”. Er waren ooit meer bassins, maar tegenwoordig resteren er slechts twee, elk geflankeerd door een kleine tank. Men rekent de bassins wel tot de belangrijkste waterbouwkundige werken uit de Arabische wereld en dat maakt ze meteen tot belangrijke Arabische cultuuruitingen. Water was immers niet alleen nodig om te drinken, maar ook voor irrigatie, voor badhuizen en voor religieuze handelingen. Er was vrijwel geen aspect van het dagelijks leven waarbij water niet was verondersteld.

Even wat feiten. Het water was afkomstig uit de zijrivieren van de Merguellil-rivier, aangevuld met regenwater, en stroomde door kanalen naar de kleine tanks. Daar kwam het tot stilstand, zodat modder en vuil konden bezinken. Na verloop van tijd vloeide het gezuiverde water naar de grote bassins. De wanden daarvan zijn gemaakt van oud puin dat is voorzien van een waterdichte laag. Zeg maar een coating. Een van de twee grote bassins had een inhoud zo’n 57.000 kubieke meter en is rond 860 na Chr. aangelegd door Khalaf al-Fata, een vrijgelatene van emir Abu Ibrahim Ahmad.

Lees verder “Waterbeheer in Kairouan”

De stad: een onbruikbaar concept

De Wetten van Gortyn (Louvre, Parijs)

Eén van de grote thema’s van de Archaïsche Periode is de opkomst van de polis. Maar wat is dat? Een definitie is moeilijk te geven. In het handboek waarover ik geregeld schrijf, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek, lees ik dat veel nederzettingen uit de Vroege IJzertijd zich ontwikkelden tot “zelfstandige, autonome stadstaten”. Maar wat is dan een staat, wat is een vroege staat, wat is een stad? En zo we die laatste konden definiëren, wat is dan een polis?

Ik ben niet de eerste die de vraag stelt. De Amerikaans-Britse historicus Moses Finley probeerde eens een analyse aan de hand van de ideaaltypische vormen van gezag die Max Weber had geformuleerd. De polis, constateerde Finley, was geen belichaming van charismatisch, van traditioneel of van legaal gezag. Ik ga het probleem vandaag ook niet oplossen. Ik denk dat ik wel een deelprobleem kan benoemen: onze fixatie op steden, Romeins of Grieks of anders.

Civitas, colonia, municipium?

Er zijn twee moeilijkheden. De eerste is onze notie dat een stad betrekkelijk groot moet zijn en een belangrijke sociaal-economische functie moet hebben. De tweede moeilijkheid is dat ergens de notie blijft meespelen van de middeleeuwse stad. Die

  1. valt concreet op de landkaart aan te wijzen (bijvoorbeeld omdat ze een stadsmuur had),
  2. had een juridische status die voor het ommeland niet gold en
  3. bracht op één plek religieuze, politieke, culturele en economische functies samen.

Lees verder “De stad: een onbruikbaar concept”

Perzen, Grieken en pseudohistorici (6)

Aristoteles (Kunsthistorisches Museum, Wenen)

In het vorige stukje toonde ik hoe Eduard Meyer – het had echter iedereen kunnen zijn – betekenis geeft aan het verleden. We doen dat in feite door “wat als?”-vragen te stellen en te speculeren over gebeurtenissen die niet of wel zouden zijn gebeurd. De vakterm is “contrafactisch”. Als operatie Market Garden in september ’44 zou zijn geslaagd, zou een goed uitgerust Duits leger zich een hongerwinter lang in de Randstad hebben verschanst te midden van een steeds wanhopiger burgerbevolking en was de partijpolitieke vernieuwing heel anders verlopen: je weet het niet zeker en het is onwetenschappelijk, maar het is wel wat betekenis geeft.

In het vorige stukje behandelde ik dat aan de hand van de Perzische Oorlogen. Ik vertelde hoe Weber aantoonde dat het nogal speculatief was dit een beslissend moment te noemen. Er is echter meer te zeggen. De beslissendheid van de Perzische Oorlogen is maar één aspect van een negentiende-eeuwse mythe die in welverdiende vergetelheid was geraakt tot pseudowetenschappers deze in de eenentwintigste eeuw wakker kusten.

Lees verder “Perzen, Grieken en pseudohistorici (6)”

Perzen, Grieken en pseudohistorici (5)

Kleio, muze van de geschiedvorsing (El Djem, Huis van de Maanden)

De term is wat sleets geworden, maar sommige gebeurtenissen zijn echt “historisch”. De dag van de Wannsee-conferentie. De dag waarop Martin Luther King een droom had. De dag waarop Yuri Gagarin de ruimte in werd geschoten. De dag van de Watergate-inbraak. De dag dat de Muur viel. De dag waarop supergeleiding mogelijk werd op zo’n temperatuur dat koeling mogelijk was met vloeibare stikstof. De dag waarop terroristen de Twin Towers aanvielen. Het zijn dagen als alle andere, met een dag en een nacht en vierentwintig uur en wat dies meer zij, maar er gebeurden op die dagen dingen die vérstrekkende gevolgen hebben.

De Perzische Oorlog staat ook op het lijstje. Maar wat houdt het nu precies in dat het een historische gebeurtenis was? Anders gezegd: wat betekent de Perzische Oorlog voor ons? We schakelen over naar Eduard Meyer, een van de allergrootste oudheidkundigen aller tijden. In het derde deel van zijn Geschichte des Altertums (1901) beschreef hij wat zou zijn gebeurd als de Perzen zouden hebben gewonnen:

Das Endergebnis wäre schließlich doch gewesen dass eine Kirche … dem griechischen Leben und Denken ihr Joch aufgelegt und jede freiere Regung in Fesseln geschlagen hätte, dass auch die neue griechische Kultur so gut wie orientalischen ein theologisch-religiöses Gepräge erhalten hätte.

Lees verder “Perzen, Grieken en pseudohistorici (5)”

Misverstand: De Perzische Oorlogen

Modern monument voor de Perzische Oorlogen in Thermopylai

Misverstand: De Perzische Oorlogen waren beslissend voor de Europese cultuur

Tien jaar na de Perzische nederlaag bij Marathon probeerde de Perzische koning Xerxes (r. 486-465) Griekenland te veroveren. In de zomer van 480 versloeg hij een Grieks leger dat probeerde de toegang tot Griekenland te blokkeren, terwijl zijn zeemacht de vijandelijke vloot verdreef. Stormen en een verloren tweede zeeslag leidden echter tot grote Perzische verliezen, zodat het offensief niet verder kwam dan Athene en Korinthe. Om redenen die nooit helemaal duidelijk zijn geworden, trok Xerxes een groot deel van zijn troepen terug. Het restant werd in 479 door de Griekse legers verslagen.

Veel negentiende-eeuwse historici redeneerden dat als de Grieken de oorlog met Perzië zouden hebben verloren, de nieuwe heersers in Athene de democratie zouden hebben vervangen door een intolerante tirannie. De Atheense cultuur zou ten onder zijn gegaan in een draaikolk van oosters despotisme, irrationaliteit en wreedheid. De democratie en de Griekse filosofie zouden in de kiem zijn gesmoord en de Griekse cultuur zou een ander karakter hebben gekregen. De Duitse oudhistoricus Eduard Meyer (1855-1930) wist:

Lees verder “Misverstand: De Perzische Oorlogen”

Waarom ik “Xerxes in Griekenland” schreef

Gistermorgen heb ik bij uitgeverij Omniboek het bestand ingeleverd van mijn nieuwe boek, Xerxes in Griekenland. De presentatie is donderdagmiddag 28 november in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden; het ligt vanaf 3 december in de boekhandel en als u het meteen wilt hebben, bestelt u het hier. Dat is een Amsterdamse boekhandel maar ze leveren landelijk.

Xerxes in Griekenland is een kwart eeuw in de maak geweest, vanaf het moment waarop classicus Hein van Dolen me vroeg om de landkaarten en het register voor zijn vertaling van de Historiën van Herodotos te maken, die in 1995 is gepubliceerd onder de titel Het verslag van mijn onderzoek. De Historiën zijn de voornaamste bron over Xerxes’ veldtocht. Sindsdien cirkel ik steeds weer naar Xerxes’ veldtocht terug, is het niet omdat ik op vakantie naar Griekenland ging, dan was het wel omdat ik een boek schreef over Alexander de Grote of omdat kwakhistorici na de Amerikaanse inval in Irak hun kans schoon zagen om een hoop negentiende-eeuwse rotzooi de wereld in te pompen.

Lees verder “Waarom ik “Xerxes in Griekenland” schreef”

MoM | De beslissendheid van Marathon

Max Weber

Eergisteren blogde ik over de slag bij Marathon, waarin de Atheners een Perzisch leger, dat zich al aan het terugtrekken was en zijn dekking door cavalerie had opgegeven, versloegen. De overwinning werd nog eeuwenlang door de Atheners herdacht, en niet zonder reden, want de Atheners hadden gestreden tegen een dubbele overmacht.

In de negentiende eeuw werd de veldslag de inzet van een rare discussie. Op de achtergrond speelde het beruchte sjabloon van aan de ene kant de despotische, wrede, mystieke oosterling tegenover de vrijheidslievende, menselijke en rationele Griek. De gedachte was dat de Perzische Oorlogen meer dan zomaar een militair conflict waren geweest: twee culturen hadden tegenover elkaar gestaan. Als de Grieken zouden hebben verloren, zo werd geredeneerd, zou Xerxes de democratie van de Atheners hebben vervangen door een intolerante tirannie, waardoor de democratie, de filosofie en de vrijheid in de kiem zouden zij gesmoord. Marathon, zo was de aanname, zou de Grieken tot inspiratie hebben gediend: de zege had getoond dat verzet tegen de Perzen zinvol was. Omdat men in de negentiende eeuw ook meende dat de Griekse cultuur de bakermat vormde van de latere, Europese cultuur, kon gelden dat Europa in Marathon was geboren. In de woorden van de Britse filosoof John Stuart Mill:

The Battle of Marathon, even as an event in English history, is more important than the Battle of Hastings.

Lees verder “MoM | De beslissendheid van Marathon”

MoM | Definieer een Romein!

Ik heb u de afgelopen twee dagen verveeld of geamuseerd met de vraag wat een Romein eigenlijk is (1, 2) en ik rondde af met de constatering dat het wonderlijk is dat die vraag over de Romeinen regelmatig wordt gesteld, maar niet over pakweg Armeniërs, Grieken, Friezen en Franken, hoewel van al die volken net zo lastig een definitie valt te geven. Ik heb geen verklaring voor de populariteit van de “Romeinse vraag”. Wel heb ik een laatste observatie.

Eén van de functies van onze taal is het vaststellen van wat vergelijkbaar is en wat niet. Zeg “koning” en je gesprekspartners weten ruwweg wat is bedoeld, ongeacht of het gaat over Hammurabi, Ramses II, Salomo, Romulus, Leonidas, Alexander de Grote, Herodes, Shapur of Clovis. Al in de Oudheid dachten mensen na over de aard van onze begrippen en zo ontstonden de eerste definities. We spreken dan in feite af dat we bepaalde mensen of dingen aanduiden met een naam die we niet geven aan andere zaken. “Een koning is…” of “een Romein is…” De vraag is echter of deze definities correspondeert met de werkelijkheid. De oude Grieken definieerden bijvoorbeeld water-, land-, lucht- en vuurdieren, maar deze indeling correspondeert niet met de werkelijke indeling van het dierenrijk.

Lees verder “MoM | Definieer een Romein!”

Wetenschap en politiek

Het probleem is steeds hetzelfde: PVV-leider Geert Wilders ziet ergens iets dat fout is en constateert die fout dan niet om haar te corrigeren, maar om er politiek gewin uit te halen. Dit keer valt hij over een uitspraak van de Tilburgse hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen die oordeelt dat Wilders “het klassieke fascistische verhaal” vertelt en – zo lees ik hier – stelt “dat mensen in opstand moeten komen tegen de herhaaldelijke uitlatingen van Wilders over een nepparlement”.

Toevallig ben ik dat met Frissen eens. Ik mag dat zeggen, want ik ben een burger. Frissen mag dit als burger ook allemaal zeggen. Bovendien kan hij als wetenschapper concluderen dat Wilders’ betogen voldoen aan deze of gene definitie van fascisme. Het is echter een heel andere zaak als hij als wetenschapper mensen oproept in opstand te komen.

Lees verder “Wetenschap en politiek”