
“De laatste Babylonische koning,” zo lezen we in het handboek dat we zo goed kennen, “was een merkwaardige man. Hij was een fervent aanhanger van de maangod Sin van Harran en verwaarloosde de cultus van Marduk, de oppergod van Babylon. Hij vestigde zich gedurende tien jaar in Tayma (nu in Saoedi-Arabië) en liet de regering aan zijn zoon Belsassar over.”
Wat bewoog koning Nabonidus? De Blois en Van der Spek geven in Een kennismaking met de oude wereld aan waarom we het niet weten kunnen. Onze bronnen zijn immers later geschreven en tendentieus. Dat Nabonidus in zijn eerste regeringsjaren een efficiënte veroveraar was die successen boekte in Cilicië en Edom, blijft zo wat onderbelicht, terwijl zijn ongebruikelijke religieuze voorkeur de nadruk krijgt. Belangstelling voor Arabië was echter logisch: de Wierookroute was, nu grote delen van het Nabije Oosten waren veroverd, een voor de hand liggend expansiedoel. Bovendien zouden de Arabieren soldaten kunnen leveren voor de oorlog met Iran.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.