Het hellenisme in Mesopotamië

Hellenisme in Mesopotamië: Hatra.

Het (uitstekende) hoofdstuk over hellenisme in het handboek waarover ik ’s donderdags gewoonlijk blog, Een kennismaking met de oude wereld van Luuk de Blois en Bert van der Spek, bevat nog twee paragrafen waarover ik het nog niet heb gehad. De allerlaatste is een samenvatting over de aard van het hellenisme. Daarover straks. De voorlaatste gaat over het hellenisme in Mesopotamië. Deze paragraaf is wat kort, maar er is tenminste aandacht voor het niet-meer-Brons-of-IJzertijdoude Nabije Oosten. Dat spreekt echt niet vanzelf. Als ik een tientje had gekregen van iedereen die verbaasd was omdat er over Irak in de tijd ná Alexander de Grote veel bekend is, kon ik niet alleen een ticket naar Bagdad, maar ook de eerste hotelovernachting betalen.

De Parthen

De Blois en Van der Spek geven een typering van het Parthische Rijk. Eerst nam een groep steppenomaden uit Centraal Eurazië Parthië over. Dat is de regio rond Mashhad en Herat. Vervolgens breidden ze vanuit dat gebied de macht uit. In 141 v.Chr. veroverden de Parthen Babylonië, waardoor het Seleukidische Rijk een cruciaal gebied verloor. Aan de Tigris bouwden de nieuwe heersers de nieuwe hoofdstad Ktesifon. En dan volgt er iets dat ik anders zou hebben geschreven.

Lees verder “Het hellenisme in Mesopotamië”

De Kopten (2)

Het witte klooster in Sohag

Vandaag ga ik verder met mijn verhaal over de Kopten; het eerste deel was hier. Ik heb het vooral over de christenen van laatantiek en vroegmiddeleeuws Egypte, maar er zijn natuurlijk nog altijd Kopten.

Christendom

Het christendom is vrij vroeg aangekomen in Egypte, maar hoe dat is gebeurd, is een van de grootste raadsels uit de oudheidkunde. We hebben geen idee. Dat de evangelist Marcus de eerste bisschop van Alexandrië zou zijn geweest, is een verzinsel. (Het roept wel de vraag op wie er begraven ligt in de San Marco in Venetië.)

Lees verder “De Kopten (2)”

De Kopten (1)

Reliëf uit Oxyrhynchos, vijfde eeuw (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Hé, heb ik nog nooit geblogd over de Kopten? Heb ik echt nog nooit geschreven over die fascinerende laatantieke beschaving? Daar moet rap verandering in komen. Eerst maar eens een woord over de wijze waarop ze in West-Europa in beeld zijn gekomen. Helaas niet om wie ze zelf waren, maar om iets dat voor Europeanen interessant was (zoals ook ik vooral over ze schrijf omdat ze relevant zijn voor mijn blog). Daarna hebben we het over zaken als hun taal en literatuur. Morgen behandel ik dan het christendom, de kunst en de wijze waarop ze zijn gemarginaliseerd.

Ontdekking

De Kopten zijn natuurlijk altijd bekend geweest. Het zijn de christenen van het gebied langs de Nijl. In de vijfde eeuw scheidden hun wegen van die van de aanhangers van de Romeinse staatskerk en sindsdien beschouwden Europeanen de Kopten als afgedwaalden. Dat ze Arabisch gingen spreken, zal weinig hebben bijgedragen aan het begrip, want met die taal leken de Kopten op moslims. Hun liturgische taal, die we Koptisch noemen, was echter een voortzetting van het oud-Egyptisch. En dat maakte de Kopten vanaf de achttiende eeuw ineens interessant. Jean-François Champollion zou rond 1822 het Koptisch gebruiken als sleutel bij de ontcijfering van de hiëroglyfen en het Egyptisch van de farao’s.

Lees verder “De Kopten (1)”

Een inscriptie uit Ebora, wie helpt?

De inscriptie uit Évora

Oké, lieve mensen, hier is een puzzeltje. Vooral classici zullen er plezier aan beleven. In de buurt van de Romeinse stad Ebora Cerealis (het huidige Évora in Portugal) vond iemand de resten van een vrij lange (twintig regels!) Latijnse inscriptie. Zie de foto hierboven. Er moet meer materiaal zijn geweest.

Lees verder “Een inscriptie uit Ebora, wie helpt?”

Hypatia van Alexandrië

Een hydrometer, zoals Hypatia die heeft laten vervaardigen, dobbert in het water. Als het een suikerhoudende vloeistof was geweest, zou het instrument wat hoger hebben gestaan.

Het is altijd wel een “dag van…” of “week van…”. Zo ook vandaag. 11 februari is door de Verenigde Naties aangewezen als de Internationale Dag van Vrouwen en Meisjes in de Wetenschap. Het leek me aardig daarom eens te schrijven over Hypatia van Alexandrië.

We weten vrijwel niets over haar. Zodat ze de zin van deze “dag van…” mooi illustreert. Vrouwen zijn immers nogal eens vergeten.

Van Hypatia’s wiskundige oeuvre is bijvoorbeeld weinig meer bekend dan dat het vooral heeft bestaan uit commentaren op eerdere auteurs. Er zijn onderzoekers die denken haar hand te kunnen herkennen in overgeleverde teksten, maar aangezien antieke commentaren doorgaans anoniem waren, weten we dat eigenlijk niet voldoende zeker. Hypatia is dan ook veel bekender om haar dood in 414 na Chr. Het gaat de auteurs van de bronnen daarbij echter niet om háár, maar om de schande dat de christelijke leider zijn kudde niet in de hand had gehad. Ging het dus weer over een man.

Lees verder “Hypatia van Alexandrië”

Medousa

Medousa (Archeologisch museum, Sousse)

Tot de Griekse mythologische menagerie behoren ook de gorgonen. U kent ze wel: het waren vrouwen die op hun hoofd in plaats van haar slangen hadden. Ze waren onsterfelijk, op één na: Medousa. Haar te doden was echter niet bepaald eenvoudig, want gorgonen hadden blikken die konden doden. Als je ze zag, versteende je.

De herkomst van de gorgonen

In deze mythologische wezens hebben de Grieken twee oudere wezens samengebracht. We weten zeker dat ze hebben gekeken naar de Humbaba-maskers uit het Nabije Oosten, die boze blikken wierpen naar ongewenste bezoekers. De iconografie van deze kwaadafwerende maskers en de Griekse afbeeldingen van gorgonen is nagenoeg identiek.

Lees verder “Medousa”

Polybios (5): De verloren tekst

Toen Polybios de Alpen overstak, keek hij naar sporen van Hannibals oversteek.

[Slot van een korte reeks over Polybios van Megalopolis. Het eerste deel was hier.]

Na het einde van zijn internering reisde Polybios veel. Hij bezocht de Karthaagse steden in de Maghreb en Marokko en waagde zich zelfs op de Oceaan. Hij bezocht Alexandrië en Sardes. In 133 v.Chr. was hij aanwezig bij het beleg van Numantia in Iberië. Bij een andere gelegenheid trok hij over de Alpen, waarbij hij keek of hij kon zien hoe Hannibal deze bergen was overgestoken. Dat wil overigens niet zeggen dat zijn verslag van die Alpentocht een eigen, op autopsie gebaseerde schepping is. Hij vat een oudere bron samen die ook door zijn Romeinse collega-geschiedschrijver Titus Livius wordt samengevat.

Polybios’ Alpentocht is echter opmerkelijk. Een van zijn grootste verdiensten is dat hij de landen die hij beschrijft ook werkelijk heeft gezien. (Dat spreekt nog altijd niet vanzelf.) Hij wist bovendien, net als bijvoorbeeld Xenofon, wat het was om een legeronderdeel te commanderen. Zijn uitleg over de superioriteit van een legioen ten opzichte van de falanx, die ik hier citeerde, is voorbeeldig. Ook streefde hij ernaar de mensen te interviewen die bij de gebeurtenissen betrokken waren geweest. Hij memoires en andere publicaties en consulteerde archieven. Net als zijn tijdgenoot, de auteur van 2 Makkabeeën, citeert Polybios uit verdragen, waarbij hij onhandige stijlbreuken accepteert. Stijl was minder belangrijk dan waarheid.

Lees verder “Polybios (5): De verloren tekst”

De Etna

De Etna

De Etna, waarom geen stukje over de Etna? Ik herinner me de eerste keer dat ik de Siciliaanse vulkaan zag, vanuit het vliegtuig op weg naar Catania. Wat een kolos! Ik maakte meteen bovenstaande foto.

De berg is 3329 meter hoog en omdat ’ie aan zee ligt, is dat ook de topografische prominentie, dat wil zeggen hoe hoog een top uitsteekt boven de omgeving. Het is daarmee de op twee na opvallendste berg van Europa. Ik lees overigens ook 3340 meter. Hoewel ik tot veel bereid ben om u de alleractueelste inzichten te verschaffen, ben ik het niet gaan nameten.

Lees verder “De Etna”

De Zoon van Zeus als mozaïek

Mozaïek uit Byblos

Alsof ik het de laatste weken nog niet genoeg heb gehad over Libanon, waag ik er nog maar eens een stukje aan. Het bovenstaande mozaïek zag ik namelijk in Byblos, toen ik van de kerk van Johannes Marcus afdaalde naar het noordelijke haventje. Het zat gewoon in een muurtje ingemetseld.

Ik kan er nergens informatie over vinden. Het is, zo verzekerde mijn Libanese vriendin en collega Françoise me, niet opgenomen in Nada Helou’s Les mosaiques protobyzantines du Liban (2019), wat zou kunnen betekenen dat het een zeer recente vondst is of een moderne namaak. Dat laatste kan natuurlijk. Maar toch: je zou van iemand die een leuke decoratie laat maken, verwachten dat hij kiest voor iets onbeschadigds. Het eerste kan ook. Ondanks alle ellende is er nog archeologisch onderzoek in Libanon en een door mij geraadpleegde archeoloog herkende zo snel geen sporen die duidden op vervalsing. Ik heb inmiddels wel horen vertellen dat het in een huis is gevonden, maar dat kan ook een valse provenance zijn.

Lees verder “De Zoon van Zeus als mozaïek”

Bijbel met bijdragen

bijbel

Toen Leo Oppenheim in 1964 zijn beroemde boek Ancient Mesopotamia publiceerde, gaf hij het een programmatische ondertitel: Portrait of a Dead Civilization. Daarmee gaf hij aan dat de Oudheid voor ons wezensvreemd is en dus ten diepste onkenbaar. Dat geldt niet alleen voor Mesopotamië. Een andere bekende oudheidkundige, Moses Finley, typeerde het oude Griekenland als “desperately foreign”.

Het is allebei een tikje overdreven. Emoties als geluk, woede, weerzin, angst, verdriet, verrassing en minachting zijn universeel. Uitingen daarvan zijn dus te begrijpen. Dat gezegd zijnde, het is makkelijk de afstand tussen ons en de Oudheid te onderschatten. Levend in een postindustriële samenleving herkennen wij nauwelijks welke grenzen de landbouw stelt aan de economie – en dus aan elke menselijke activiteit. Hongersnood is ons vreemd. Al even vreemd is het voor ons dat informatie destijds nauwelijks controleerbaar was. Wij snappen niet waarom religie draait om geofferde dieren. Wat een zuigelingensterfte van tegen de 35% is, weten we gelukkig ook niet. Allemaal onkenbare zaken die het rechtvaardigen de Oudheid te typeren als dead civilization.

Lees verder “Bijbel met bijdragen”