Alexander de Grote: de eerste veroveringen

Alexander de Grote: de Azara-herme is het enige tijdens zijn leven gemaakte portret. Nu te zien in het Louvre, Parijs.

Het is met Alexander de Grote zoals met elke biografie: we moeten beginnen bij de ouders van de gebiografeerde. Wie daar iets over weet, begrijpt de achtergronden van het leven waarover je begint te lezen. Zeker bij Alexander is nuttig te weten dat zijn vader Filippos koning was van Macedonië. Hij had dit achtergebleven gebied gemoderniseerd en veranderd in een sterke staat met een machtig leger. Dat hij al vroeg de goudmijn van Amfipolis had bemachtigd, hielp daarbij buitengewoon. Verder had hij een agressieve buitenlandse politiek gevoerd. Ik noemde zijn interventie in de Derde Heilige Oorlog al. Ieder jaar trok hij ten strijde, steeds keerde hij terug met buit en daar liet hij de Macedonische aristocraten in delen. De gouden voorwerpen in het archeologische museum in Thessaloniki zijn de erfenis. Simpel samengevat: externe expansie garandeerde interne consolidatie, waardoor een achtergebleven regio veranderde in een sterk koninkrijk. Kortom, een “vroege staat”, om de term van Hans Claessen te gebruiken.

Het begin van de oorlog

In 340 v.Chr. was een conflict ontstaan met de Perzen. Filippos zag een kans, zeker toen twee jaar later koning Artaxerxes III Ochos overleed. Een burgeroorlog tussen Artaxerxes IV Arses en de satraap van Armenië was het gevolg, met hier en daar lokale opstanden. Uiteindelijk zou de Armeense satraap onder de naam Darius III Codomannus de oorlog winnen, maar zover was het nog niet. Filippos stuurde zijn voorhoede dus naar Azië, maar hij werd vermoord voordat hij zelf kon vertrekken (336).

Lees verder “Alexander de Grote: de eerste veroveringen”

Boeken over het oude Perzië

Achaimenidische mantelgesp (Rijksmuseum van Oudheden Leiden)

De cultuur van het oude Perzië is in West-Europa altijd bekend geweest: Griekse, joodse en Romeinse auteurs schreven erover, de Iraanse religieuze literatuur (de Avesta) volgde en het eerst-ontcijferde soort spijkerschrift was, dankzij de Behistun-inscriptie, het Perzische. Spoedig daarna kwamen, opnieuw dankzij opgemelde inscriptie, de Babylonische teksten erbij met duizenden tegelijk. En Elamitische. De eerste opgravingen vonden al plaats in de negentiende eeuw.

Nieuwe iranologie

In de daarop volgende twintigste eeuw kwamen de inzichten uit de sociale wetenschappen erbij. Ik blogde al over Hans Claessens concept van de Vroege Staat. Twee geleerden speelden een heel belangrijke rol bij het scheppen van een nieuwe iranologie: de Nederlandse Heleen Sancisi-Weerdenburg en de Fransman Pierre Briant. Van de laatste verscheen in 1996 het baksteenzware Histoire de l’empire perse, waarover het onderstaande filmpje gaat. Het is de alweer zesentwintigste aflevering in de bloedstollende reeks “Zit een oudheidkundige met de rug naar een boekenkast”. (Met dank aan Kees Huyser voor de afwerking.)

Lees verder “Boeken over het oude Perzië”

Perzen, Grieken en pseudohistorici (6)

Aristoteles (Kunsthistorisches Museum, Wenen)

In het vorige stukje toonde ik hoe Eduard Meyer – het had echter iedereen kunnen zijn – betekenis geeft aan het verleden. We doen dat in feite door “wat als?”-vragen te stellen en te speculeren over gebeurtenissen die niet of wel zouden zijn gebeurd. De vakterm is “contrafactisch”. Als operatie Market Garden in september ’44 zou zijn geslaagd, zou een goed uitgerust Duits leger zich een hongerwinter lang in de Randstad hebben verschanst te midden van een steeds wanhopiger burgerbevolking en was de partijpolitieke vernieuwing heel anders verlopen: je weet het niet zeker en het is onwetenschappelijk, maar het is wel wat betekenis geeft.

In het vorige stukje behandelde ik dat aan de hand van de Perzische Oorlogen. Ik vertelde hoe Weber aantoonde dat het nogal speculatief was dit een beslissend moment te noemen. Er is echter meer te zeggen. De beslissendheid van de Perzische Oorlogen is maar één aspect van een negentiende-eeuwse mythe die in welverdiende vergetelheid was geraakt tot pseudowetenschappers deze in de eenentwintigste eeuw wakker kusten.

Lees verder “Perzen, Grieken en pseudohistorici (6)”

Perzen, Grieken en pseudohistorici (2)

Kroisos (Louvre, Parijs)

Er is veel te zeggen voor de stelling dat Herodotos van Halikarnassos geen historicus is in onze zin van het woord, maar er is een belangrijk punt van overeenkomst: Herodotos had in de smiezen dat geschiedenis niet “one damn’ thing after another” is, geen kroniek (zoals), maar dat het draait om verklaringen. Historici – ik bedoel eigentijdse – onderscheiden diverse soorten verklaringen, waaronder de oorzakelijke waarin Herodotos in is geïnteresseerd. Daarin was hij een kind van zijn tijd. Vóór Herodotos zochten de Ionische Natuurfilosofen al naar aitia en na Herodotos systematiseerde Aristoteles wat er zoal over oorzaken te weten viel.

Drie soorten oorzaak

Omdat Herodotos leefde op het moment dat het begrip nog niet was uitgekristalliseerd, valt te verwachten dat hij niet zo systematisch is. Dat zien we mooi in de ouverture van de Historiën, het verhaal van Kroisos, koning van Lydië in West-Turkije, waarin Herodotos alle thema’s van zijn werk aangeeft. Om te beginnen is er in dit verhaal een vorm van causaliteit die we kunnen aanduiden als “actie – reactie”. De Perzische koning Cyrus had een zwager van Kroisos van de troon gestoten, dus moest Kroisos reageren. Kroisos’ leger steekt daarop de grensrivier Halys over, wordt verslagen, en nu is het Cyrus die reageert door over de Halys te komen en Kroisos aan te vallen. Actie en reactie.

Lees verder “Perzen, Grieken en pseudohistorici (2)”

Koning van de vier windstreken

Sumerisch echtpaar (Nationaal Museum van Irak, Bagdad)

Ik blog de laatste tijd over het handboek waarmee ik in mijn eerste jaar aan de universiteit oude geschiedenis leerde, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek. Vandaag een aanvulling waarvan ik denk dat die belangrijk is.

Vroege Staat

Wat we in het vierde en derde millennium hebben gezien, is de groei van een stamsamenleving, waarin verwantschap de belangrijkste vorm van organisatie was, naar een maatschappij die we, met een woord van Hans Claessen, zouden kunnen typeren als “vroege staat”. Het tweede woord is hierbij eigenlijk wat misleidend, want in het bedoelde samenlevingstype vallen staat, koninklijke familie en hofhouding samen. Zoals ik al eens aangaf (maar ik weet niet meer waar), hebben we in het oude Egypte te maken met een één hof, dat zijn middelen van overal betrekt en zo een groot gebied beheerst, en is het verkeerd dit als een koninkrijk te zien. Dat is negentiende-eeuws. Voor Mesopotamië en Perzië geldt hetzelfde.

Lees verder “Koning van de vier windstreken”

Waarom ik “Xerxes in Griekenland” schreef

Gistermorgen heb ik bij uitgeverij Omniboek het bestand ingeleverd van mijn nieuwe boek, Xerxes in Griekenland. De presentatie is donderdagmiddag 28 november in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden; het ligt vanaf 3 december in de boekhandel en als u het meteen wilt hebben, bestelt u het hier. Dat is een Amsterdamse boekhandel maar ze leveren landelijk.

Xerxes in Griekenland is een kwart eeuw in de maak geweest, vanaf het moment waarop classicus Hein van Dolen me vroeg om de landkaarten en het register voor zijn vertaling van de Historiën van Herodotos te maken, die in 1995 is gepubliceerd onder de titel Het verslag van mijn onderzoek. De Historiën zijn de voornaamste bron over Xerxes’ veldtocht. Sindsdien cirkel ik steeds weer naar Xerxes’ veldtocht terug, is het niet omdat ik op vakantie naar Griekenland ging, dan was het wel omdat ik een boek schreef over Alexander de Grote of omdat kwakhistorici na de Amerikaanse inval in Irak hun kans schoon zagen om een hoop negentiende-eeuwse rotzooi de wereld in te pompen.

Lees verder “Waarom ik “Xerxes in Griekenland” schreef”