Sterft “dromedaris” uit?

Een pasgeboren dromedaris kan meteen lopen, zoals deze in een karavanserai in Iran.

Om redenen die u morgen zult begrijpen, ben ik eens gaan turven of de dromedaris in het Nederlands aan het uitsterven is. Ik heb namelijk al jaren de indruk (en blogde daar al over) dat steeds meer mensen het normaal vinden een eenbulter aan te duiden als kameel, hoewel dat een totaal ander dier is, en niet alleen door het dubbele bultenaantal. De dromedaris leeft in het hete Syrië terwijl de kameel is gebouwd op de koude van Centraal-Azië. In mijn herinnering werd het onderscheid vroeger veel preciezer gemaakt. Niemand zou toen hebben gezegd dat het normaal is een dromedaris een kameel te noemen.

Maar goed, dat is slechts mijn indruk. Hoe weet je zeker of die indruk klopt? Ooit zou het uitzoeken eindeloos veel werk hebben gekost maar tegenwoordig zijn er allerlei digitale databanken en doe je het in een paar minuten. Ik heb het eerst geprobeerd bij Nederlab, wat beslist het leukste speeltje is in de taaltuin, maar dat bleek nog niet alle kranten van na 1900 te hebben, terwijl ik die het liefste had. Delpher bood uitkomst, het enorme archief van gedigitaliseerde kranten in de Nationale Bibliotheek.

Lees verder “Sterft “dromedaris” uit?”

Dromedaris

Dromedaris met jong

Internet is er om over de hele aarde poezenplaatjes te delen. We willen een basis stichten op Mars om ook interplanetair poezenplaatjes aan elkaar te kunnen tonen. Maar ik wil er vandaag toch even voor pleiten de dromedaris niet te vergeten.

De linker foto is in 2004 gemaakt in een vervallen serail langs de weg van Nain naar Isfahan. Ik herinner het me nog goed. Mijn goede vriend Richard was net een eind de woestijn in gelopen om daar een eolisch sediment te bestuderen (en omdat hij zo graag eens in de woestijn wilde staan roepen) toen mijn zakenpartner en zijn vriendin de dromedaris en haar jong ontwaarden. De baby-dromedaris was pas geboren en kon, zoals u ziet, al op eigen benen staan. Fascinerend.

Lees verder “Dromedaris”

De wierookroute (1)

Wierookbrander (Musée national de Carthage)

Aan het einde van de zevende eeuw v.Chr. bezong de Griekse dichteres Sapfo de bruiloft van Andromache en Hektor. In dit gedicht (fr.44) noemt ze enkele geurstoffen, waaronder wierook, die ze aanduidt met het arabisme libanos. Ze gebruikte het leenwoord, dat bijdroeg aan een sfeer van exotische luxe, zonder toelichting: haar publiek wist wat wierook was en daaruit kunnen we afleiden dat de geurstof in Griekenland niet zeldzaam meer was. Dat blijkt ook uit het feit dat vanaf de achtste eeuw steeds meer wierookbranders en -altaren in gebruik kwamen.

Lees verder “De wierookroute (1)”

Kameel aan de Rijn

Olielampje met een afbeelding van een kameel (Andreasstift, Worms)

Het Andreasstift in Worms is een leuk museum. Het heeft Keltische, Romeinse en Germaanse voorwerpen, maar vermoedelijk komen de meeste bezoekers voor de enorme kerkzaal die wordt gebruikt voor wisselexposities. Hier vond in 1521 de Rijksdag van Worms plaats, waar Luther zijn ideeën verdedigde. De woorden “Hier stehe ich, Gott helfe mir, ich kann nicht anders” zijn overigens niet historisch, maar dat terzijde. Het museum is tof en kan leuk worden gecombineerd met het interessante Nibelungenmuseum en de mooie Dom, waar het drama van het genoemde heldenlied begint.

Op een bovenverdieping in het museum is het bovenstaande olielampje te zien. Mijn foto is niet geweldig, maar het lampje is dat wel: er staat immers een kameel op. Ik ken maar twee andere Romeinse afbeeldingen van zo’n tweebulter: een munt die de annexatie van Petra herdenkt en een olielampje in het Louvre. Dat is ook niet zo vreemd, want kamelen waren in de Oudheid zeldzaam. Anders dan de dromedaris, die uit het Midden-Oosten komt, komt de kameel uit Afghanistan en de Gobi-woestijn, vér buiten de Grieks-Romeinse wereld.

Lees verder “Kameel aan de Rijn”

Kameel. Dromedaris. Lama

(Trouw, zaterdag 11 april)
(Trouw, zaterdag 11 april)

Je hebt beesten met twee bulten. Die heten in het Nederlands “kameel”, wat is afgeleid van het Griekse kamelos. Je hebt ook beesten met één bult. Die noemen we “dromedaris” en dat komt van het Griekse dromedarios, wat “snelle loper” betekent. Je hebt ook beesten met nul bulten en die noemen we met een leenwoord uit de taal van de Inca’s, het Quechua, “lama”. Drie beesten, allemaal familie, maar wel verschillende soorten.

Het dier op de foto hierboven is dus een dromedaris en niet, zoals in het bijschrift staat, een kameel. Vermoedelijk heeft de maker van het bijschrift gekeken naar een tekst in het Engels, een taal waarin het onderscheid tussen “camel” en “dromedary” weliswaar valt te maken, maar om een of andere reden vaak wordt genegeerd. (Het pakje Camel-sigaretten is het bekendste voorbeeld.)

Lees verder “Kameel. Dromedaris. Lama”

Een kameel voor Van Jole

Dit is geen kameel maar een dromedaris. Pasgeboren dromedarisjes kunnen meteen lopen, zoals deze kleine eenbulter in een karavaanserail in Iran.

Internetjournalist Francesco van Jole twittert vanmorgen dat het ongelooflijk is dat de Bijbel voortdurend kamelen noemt terwijl dat dier nog niet bestond. Hij linkt naar dit artikel en geeft met een emoticon aan dat hij erbij moet lachen, maar een tweet zijnde een tweet kan ik niet bepalen of hij lacht omdat hij verbaasd is, omdat hij het herkent als non-nieuws of omdat hij het wel erg kort door de bocht samenvat.

Voor de goede orde: het dier bestond natuurlijk. Het was alleen nog niet gedomesticeerd. Verder: dat weten we al een kleine eeuw. En de verbazing zou ergens anders om moeten gaan – en betreft een veel serieuzere kwestie. Vandaar deze uitgebreide reactie.

Lees verder “Een kameel voor Van Jole”

Ploegende dromedaris

Ploegende dromedaris (Museum van Bani Walid)

Omdat ik in mijn museumstukkenreeks al wat aandacht besteedde aan de geplunderde musea van Syrië, is het zinvol ook even te kijken in Libië. Laat je niets wijsmaken: het is ook daar een klerezooi. Zeker, het mooie museum in Tripoli is vrijwel onbeschadigd, maar wat moet een mens daar zien? Mooie standbeelden en mozaïeken, fraai aardewerk: ze hebben het er allemaal. Het is echter niet uniek. Het zou triest zijn geweest als het was geplunderd, zeker, maar soortgelijk materiaal is ook elders te vinden.

Dat ligt anders met het kleine museum van Bani Walid, dat is gewijd aan de vondsten van de Limes Tripolitanus. Dit is een van de bijzonderste projecten uit de Oudheid. Deze sector uit het Romeinse grensgebied, bestaande uit halfwoestijn, lag open voor nomadische aanvallen en viel alleen te verdedigen door de oases te bezetten en te beletten dat de nomaden water konden vinden. Een oase is echter te klein om een garnizoen te voeden, en daarom veranderden de Romeinen het door wadi’s doorsneden, droge landschap door middel van kanaaltjes, dammetjes en cisternen in een vruchtbaar gebied. Hoe succesvol men was, blijkt wel uit het feit dat er in de forten badhuizen stonden, met warmwaterbaden die moesten worden gestookt en die dus houtteelt veronderstellen.

Lees verder “Ploegende dromedaris”

Dromedarissen, kamelen en anglicismen

Pasgeboren dromedarisjes kunnen meteen lopen, zoals deze kleine eenbulter in een karavaanserail in Iran.

Effectief schrijven: Aristoteles dacht er al over na en onderscheidde drie zaken waarop je moest letten. Ze zijn nog altijd een makkelijke kapstok voor wie wil leren een overtuigend betoog te schrijven. Zo iemand moet

  • zijn verhaal logisch doen (de argumenten moeten de conclusie schragen);
  • persoonlijk geloofwaardig zijn (Sonja Bakker en Adriaan van Dis moeten niet verontwaardigd doen over plagiaat);
  • het zo brengen dat het publiek uit je hand eet.

Dat laatste houdt bijvoorbeeld in dat je rekening houdt met emoties en verwachtingen die bij het publiek leven. Wie een ander wil overtuigen, doet er meestal niet verstandig aan hem te beledigen. Maar er zijn ook taalkundige verwachtingen die een effectieve schrijver respecteert, bijvoorbeeld bij de woordkeuze. Men mag best zeggen dat “hun” iets hebben gedaan, maar wie het opschrijft, zal een deel van zijn publiek kwijtraken, uit louter ergernis. Irritante, rare en ongebruikelijke woorden dienen, zoals Julius Caesar al opmerkte, te worden vermeden als klippen op zee. Je betoog kan erop stranden.

Lees verder “Dromedarissen, kamelen en anglicismen”