
Al aan het begin van zijn regering toonde de Macedonische koning Filippos II dat hij even slim als onvoorspelbaar was. In 359 v.Chr. veroverde hij de stad Amfipolis, die behoorde tot de Atheense invloedssfeer. De Atheners wilden de stad graag terug, waarop Filippos zei dat hij dan de havenstad Pydna in ruil wilde hebben. De Atheners stemden in en stonden hem Pydna af. Daarmee hadden ze een basis in de noordelijke wateren minder en was het moeilijker om de oorlog met Macedonië te hernemen. Filippos had daarna geen reden meer om Amfipolis nog af te staan.
Het aardige van die stad was dat er grote wouden waren, waar het Atheense scheepstimmerhout vandaan kwam, en goudmijnen. Door het verlies was Athene serieus afgezwakt. De ooit machtige stad, die al te maken had gehad met een door de Perzen gesteunde opstand onder de bondgenoten, was nu definitief een mogendheid van het tweede plan. En voor Macedonië begon een mooie toekomst. We zien die aan het goud in de graven.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.