Middeleeuws Byblos

De Grieks-Orthodoxe kerk van Byblos

Vandaag begint in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden de expositie over Byblos, waarover ik al een slordig half jaar elke week heb geblogd. Ik heb dat met plezier gedaan. Libanon is me dierbaar, ik gun de Libanezen leukere publiciteit dan waarmee ze doorgaans in het nieuws komen, en ik heb bij elk bezoek fijne dagen doorgebracht in Byblos. Oftewel, zoals het nu heet, Jbeil.

Modern Byblos

Jbeil heeft een aardige souq vol kleine winkeltjes, waarvan er een onderdak biedt aan een piepklein fossielenmuseum. (Over de fossielen van Byblos is ook een interessant verhaal te vertellen, maar dat deed ik al eerder: hier.) Het haventje is tegenwoordig vooral in gebruik voor vissers en een paar kleine plezierjachten. Er is een wassenbeeldenmuseum en er zijn wat cafés, waarvan sommige betere dagen hebben gehad. Ik eet graag in Al-Bahr, wat gewoon “zee” betekent. Het ligt even buiten de stad, naar het noorden, aan het strand.

Lees verder “Middeleeuws Byblos”

Heinrich Dressel

Monte Testaccio

“Ik ben er zowat blind door geworden”: er zullen weinig oudheidkundigen zijn die zó ver zijn gegaan als Heinrich Dressel. Geboren in Rome in 1846 als zoon van een medewerker van de Pruisische diplomaat, groeide hij op in Italië. In 1868, kort voor de Italiaanse annexatie van Rome, week hij uit naar Duitsland. Eenmaal toegelaten tot de Berlijnse universiteit, studeerde hij in 1871 bij Theodor Mommsen af op de bronnen van de Epitome de Caesaribus van Aurelius Victor, waarna hij een prijs kreeg voor zijn studie naar de bronnen van de Etymologieën van Isidorus van Sevilla. Deze studie werd aanvaard als proefschrift, waarna Mommsen de achtentwintigjarige geleerde inlijfde als medewerker van het Corpus Inscriptionum Latinarum. Als u dat werk niet kent: het is een complete boekenkast vol lijvige boeken, waarin alle bekende Latijnse inscripties staan.

Rome en Berlijn

In 1877 keerde hij terug naar Rome om daar verder te werken aan het Corpus. Daar werd hij in het volgende jaar benoemd tot hoogleraar. Na lange aarzeling keerde hij echter weer terug naar Berlijn, als directeur van het Pruisische penningenkabinet. Dat is volgens mij de adembenemende collectie van het Bode-museum, maar ik kan ernaast zitten. Hij verwierf de beroemde gouden penningen uit Abukir (een, twee, drie, vier).

Lees verder “Heinrich Dressel”