De Nijl (2)

Langs de Nijl

Ik blogde gisteren al over de Nijl, de grootste rivier uit de oude wereld, en beschreef toen de loop vanaf de bronnen tot aan de zee. Vandaag wat andere aspecten.

Overstroming

Zowel de Blauwe Nijl als de Atbarah, die ik gisteren noemde, ontspringen in het hoogland van Ethiopië, waar in de vroege zomer zware moessonregens vallen. Dit water stroomt noordwaarts en veroorzaakt de beroemde, vijf maanden durende overstroming van de Nijl. De oude Egyptenaren vergeleken deze vloed met de chaos van de oertijd.

Omdat ze de bronnen van de Nijl niet kenden, vroegen Griekse bezoekers zich af wat de oorzaak van dit fenomeen kon zijn. Herodotos noemt verschillende theorieën. Dat de noordenwind het water terugblaast, zoals Thales van Milete had beweerd, was onzin:

Lees verder “De Nijl (2)”

De Nijl (1)

De Nijl

Ik heb de laatste tijd geblogd over antieke rivieren en rond vandaag en morgen af met de grootste van de oude wereld: de Nijl. Enigszins afhankelijk van de wijze waarop je de lengte berekent, is de 6850 kilometer lange stroom de langste rivier op deze planeet of de langste na de Amazone. Als je kijkt naar het afwateringsgebied, heel noordoostelijk Afrika dus, hoeft de Nijl alleen de Amazone en de Congo voor zich te laten.

Noordelijk Afrika bestaat grotendeels uit de onherbergzame Sahara. Als de Nijl geen vruchtbare corridor zou bieden door deze dorre zone, zou het vrijwel onmogelijk zijn om te reizen vanuit Sub-Saharisch Afrika naar het Middellandse Zeegebied of het Nabije Oosten. De Nijl is daarom een cruciale verbindingsweg en dat maakt het verleden van Nubië en Egypte tot het collectieve verleden van de gehele mensheid.

Lees verder “De Nijl (1)”

De Donau

De bovenloop van de Donau bij Kelheim

Ik heb al geblogd over de Aoos, Elbe, Eufraat, Rijn en Tigris, dus laten we het nu eens hebben over de Donau. De Romeinen noemden de hele stroom Danubius, de Grieken gebruikten die naam alleen voor het westelijke deel. De benedenloop kenden ze als Ister. De mooie blauwe rivier ontspringt in het Zwarte Woud en mondt uit in de Zwarte Zee. Met een lengte van ongeveer 2860 kilometer is de rivier ongeveer even lang las de Eufraat. In Europa is alleen de Wolga langer. De antieke auteurs meenden dat, afgezien van de halflegendarische rivieren van India, alleen de Nijl groter was dan de Donau.

Onder de vele zijrivieren van de Donau – Plinius de Oudere kende er niet minder dan zestig – zijn de Iller, de Lech, de Altmühl, de Naab, de Regen, de Isar, de Ilz, de Inn, de Traun, de Enns, de Morava, de Leitha, de Rába, de Váh, de Drava, de Tisza, de Sava, de Olt, de Siret en de Prut. Dat is nogal wat, maar de rivier is dus lang en stroomt door Duitsland, Oostenrijk, Slowakije, Hongarije, Kroatië, Servië, Roemenië, Bulgarije en schampt zelfs even aan Moldavië en Oekraïne.

Lees verder “De Donau”

De Tigris

Amida en de Tigris

Ons woord Tigris komt van een oud, Perzisch woord Tigrā, dat we zouden kunnen vertalen als “pijlsnel”. De Sumeriërs noemden de rivier Id-igna, en in het Akkadisch, de taal van Babylonië en Assyrië, luidde de naam Idiqlat. De Sumerische naam betekent zoiets als “snel stromend”, wat het verschil aangeeft met de langzamere Eufraat.

De Tigris is ongeveer 1850 kilometer lang en ontspringt in het oostelijke Taurusgebergte, of in Armenië, zoals het destijds heette. In zuidoostelijke richting stromend bereikt de rivier Amida, het huidige Diyarbakır, waar de koninklijke weg van Assyrië naar Anatolië de rivier kruist. Er is nog altijd een opvallende brug. Oostwaarts en weer zuidoostwaarts stromend, passeert de Tigris de Assyrische hoofdsteden Nineveh, Nimrud en Aššur. Even verderop ligt Samarra, met zijn beroemde spiraalminaret. Ondertussen neemt de rivier de Batman, de Grote Zab, de Kleine Zab en de Diyala in zich op. Xenofon kwam er langs. Lees verder “De Tigris”

De Elbe

De Elbe bij Zollenspieker

Met een lengte van bijna 1100 kilometer (1.094 om precies te zijn) is de Elbe, de antieke Albis, een van de langste rivieren van Europa. Hij ontspringt in Bohemen ofwel Tsjechië en stroomt vervolgens door oostelijk Duitsland naar de Noordzee. Het rotsachtige Helgoland, waar men al vanaf de Oudheid barnsteen wint, ligt tegenover de Elbemonding.

De onbekende bron

De antieke geografen wisten dat de rivier ontsprong in Bohemen, het land dat zijn naam dankte aan de Boiërs maar in historische tijden werd bewoond door de Marcomannen. De Griekse en Romeinse auteurs waren echter niet zeker van de precieze locatie van de bron. Aan het begin van de tweede eeuw schrijft de Romein Tacitus dat de rivier “ontspringt in het gebied van de Hermonduriërs” (Germania 41.2), terwijl de Grieks-Romeinse aardrijkskundige Ptolemaios van Alexandrië denkt aan het Sudetengebergte (Geografie 2.11.1).

Lees verder “De Elbe”

De Eufraat

De Eufraat, gezien vanaf de Nemrud Daği

De Eufraat is de langste rivier van het Nabije Oosten: de stroom meet niet minder dan 2.760 kilometer, eens zoveel als de Rijn. De oude Sumeriërs spraken van Id-Ugina, “de blauwe rivier”, terwijl de Babyloniërs en Assyriërs het hadden over de Purattu. De twee bronnen van de Eufraat en de bovenlopen liggen in wat vroeger Armenië heette en tegenwoordig oostelijk Turkije. De droevige redenen voor de naamsverandering veronderstel ik bekend.

Deze twee rivieren, die nu Kara Su en Murat Su heten, komen samen in de buurt van het oude Melitene. Verder gevuld met de smeltende sneeuw van de Armeense bergen liep de Eufraat, in deze streken vol vervaarlijke rotsen, langs allerlei hoge bergen, zoals de Antitaurus en de Taurus. Een beroemde top is de Nemrud Daği, die uitziet over de Eufraat. Zie foto hierboven. De rivier vormde de natuurlijke grens tussen Armenië en Cappadocië.

Lees verder “De Eufraat”

De Rijn

De Rijn bij Koblenz

Er is wat te doen geweest om de lengte van de Rijn, de antieke Rhenus. Iedereen schreef van elkaar over dat de stroom ruim 1330 kilometer lang was. Feitelijk meet de rivier 1233 kilometer. Althans tegenwoordig. Vroeger was de rivier iets langer, want door kanalen zijn er bekortingen geweest. Maar geen 100 kilometer.

De twee bronnen liggen in de Zwitserse Alpen. De daar ontspringende riviertjes komen samen in de omgeving van Chur, het oude Curia. Vanaf hier stroomt de rivier naar het Bodenmeer: 150 kilometer noordelijker en twee kilometer lager. Bij dit meer, ooit bekend als Lacus Brigantinus, buigt de rivier westwaarts en dondert vervolgens naar beneden over de enorme waterval bij Schaffhausen. Nog even verderop, bij Windisch (Vindonissa), mondt de Aare uit in de Rijn en vanaf daar is de stroom voor schepen bevaarbaar.

Lees verder “De Rijn”

Herodotos als topograaf en etnograaf

Scheepsmodel uit Amathous (Cyprusmuseum, Nicosia)

[Voorlaatste van zeven stukken over de Griekse onderzoeker Herodotos van Halikarnassos. Het eerste deel was hier.]

Herodotos beschrijft allerlei verbazingwekkende gebruiken en gewoonten. Soms is het moeilijk hem te geloven. De Agathyrsers hebben hun vrouwen gemeenschappelijk, opdat zij allen broeders zijn en zonder jaloezie en haat kunnen samenleven. De Argippeeërs zijn kaal. Tempelprostitutie is een gewoonte in Babylon. Lydische mannen worden niet graag naakt gezien. De Neurers veranderen in weerwolven.

Om de vier jaar loten de Geten een man uit die aan hun god Salmoxis al hun wensen en verlangens kenbaar moet maken. Dat gaat als volgt in zijn werk: zij wijzen een aantal mannen aan die ieder drie speren vasthouden. Dan wordt door een groep anderen de persoon die de boodschap aan Salmoxis moet overbrengen aan handen en voeten beetgepakt en in de lucht gegooid zodat hij op de speerpunten terechtkomt. Komt hij bij die val om, dan betekent dit volgens hen dat de god hun welgezind is en zo niet, dan krijgt de boodschapper de schuld: hij moet wel een slecht mens zijn! (4.94)

Lees verder “Herodotos als topograaf en etnograaf”

Romeinse wegen

Een boek waaraan je zelf hebt meegewerkt, dat kun je natuurlijk niet recenseren. Als je iets positiefs zegt, sta je onder verdenking een bevriende schrijver een handje te willen helpen; als je iets negatiefs zegt, heb je de auteur een rotstreek geleverd door niet tijdig te waarschuwen. Dat weerhoudt me er niet van uw aandacht te vragen voor een net verschenen boek van Robert Nouwen, die alles weet over het Romeinse erfgoed in Haspengouw, dus zeg maar de omgeving van Tongeren. Zijn nieuwste boek heet De Romeinse heerbaan. De oudste weg door de Lage Landen.

Via Vipsania

Die oudste weg is die van de Romeinse havensteden aan het Kanaal via Kassel, Velzeke, Asse, Tienen, Tongeren, Maastricht, Heerlen en Jülich naar Keulen. Je moet je een Romeinse weg niet voorstellen als alleen maar een al dan niet geplaveide straat. Het is een brede corridor door het landschap, met aan weerszijden de uitgestrekte landgoederen van grootgrondbezitters. Daar tussenin waren kleine en middelgrote boerderijen, dorpjes, stations om paarden te wisselen, herbergen en wat dies meer zij. En ook: compleet nieuwe steden op plaatsen waar voordien weinig mensen woonden. Het was dus niet alleen een weg, maar een complete streep romanisering dwars door iets dat aanvankelijk valt te typeren als een IJzertijdlandschap.

Lees verder “Romeinse wegen”

Opnieuw filmen in Nijmegen

Het moet zo’n zestien jaar geleden zijn dat ik in museumpark Archeon een re-enactor ontmoette die mijn aandacht trok met een laat-Romeinse militaire uitrusting. En dat in een park waar vooral legionairs rondliepen met een uitrusting uit de eerste eeuw. Ik knoopte een praatje aan en zo leerde ik Robert Vermaat van Fectio kennen. Aardige kerel, historicus van huis uit, niet alleen gefascineerd door de Late Oudheid maar ook in staat er met veel kennis van zaken over te spreken. Als de Late Oudheid de laatste tijd aan populariteit wint – en er zijn cijfers die daarop wijzen – dan is het mede door enthousiastelingen als Robert.

Afgelopen dinsdag zocht ik hem op tijdens het altijd gemoedelijke Laat-Romeinse Festival in Orientalis, vlakbij Nijmegen. Zoals de vaste lezers van deze inmiddels niet meer zo kleine blog weten is Livius, waarvan ik vennoot ben, bezig met het maken van een reeks korte filmpjes waarin we mensen laten uitleggen waarop onze kennis van de Oudheid is gebaseerd. Veel uitleg daarvan is er niet, terwijl juist dát heel belangrijk is: als een vakgebied zijn methoden niet uitlegt, lijkt het immers geen methode te hebben en trekt het amateurs aan, staat het met zijn mond vol tanden tegenover kwakhistorici, verliest het gezag en kan het niet langer de samenleving adequaat informeren. In Orientalis legden Robert en zijn collega, de archeologe Janneke Kluit voor de camera uit hoe ze antieke kostuums reconstrueren.

Lees verder “Opnieuw filmen in Nijmegen”