De Zeevolken: de problemen

Het door Zeevolken verwoeste paleis van Ugarit

In de stukken die ik tot nu toe wijdde aan de Zeevolken vatte ik samen hoe De Blois en Van der Spek in Een kennismaking met de oude wereld uitleggen wat er aan de hand was. Ze doen dat met alle voorzichtigheid die het onderwerp vereist, want veel is onduidelijk. Wat echter inmiddels wél zeker is, is dat er een klimaatverandering is geweest die het maatschappelijke aanpassingsvermogen te boven ging. Ik keek naar het bewijsmateriaal en wees erop dat dit viel te presenteren als een consistent verhaal: zo rond 1200 v.Chr. was er een klimaatomslag; volken uit het Griekse gebied raakten op drift; er was een noordwest-zuidoost-beweging van Zeevolken; steden werden geplunderd; het Hittitische Rijk ging ten onder; de vraag naar tin nam af; de interregionale handelsnetwerken stortten in; men schakelde over op ijzer. We zouden de migratie van de Frygiërs vanaf het zuidelijke Balkanschiereiland naar Anatolië nog kunnen toevoegen.

Complicaties

Het is mogelijk het bewijsmateriaal zo te presenteren, maar er zijn complicaties. De voorgaande alinea past mooi in een negentiende-eeuws frame dat beschavingen à la het West-Romeinse Rijk ten onder gingen door migraties. Dat was destijds een populaire analyse – om niet te zeggen: een koloniaal angstbeeld – maar het is voor de transitie van Oudheid naar Middeleeuwen achterhaald. Op drift geraakte stammen assimileerden en de veranderingen in het Mediterrane wereldrijk hadden vooral te maken met het feit dat het al van binnenuit verzwakt was. Iets dergelijks kan natuurlijk ook spelen bij de Zeevolken: die werden gevaarlijk doordat de oosterse grootmachten al verzwakt waren, waarbij de klimaatomslag die de Zeevolken het ruime sop deed kiezen, slechts één factor was. Moeten we niet zoeken naar andere factoren?

Lees verder “De Zeevolken: de problemen”

Odysseus en Polyfemos

Sarcofaag uit Kouklia (Museum van Oud-Pafos)

De Odyssee bevat enkele scènes die de moderne lezer regelrecht ontroeren. Odysseus die na twintig jaar thuis komt en wordt herkend door zijn oude, op een mestvaalt liggende jachthond, die van vreugde sterft. Of het verhaal van Polyfemos.

De eenogige reus heeft Odysseus en enkele van zijn metgezellen opgesloten in een grot maar is blind gemaakt. Nu moeten de gevangenen nog naar buiten zien te komen en daarvoor is nodig dat de cycloop de rots weghaalt die de deur vormt. Dat gebeurt gelukkig als hij zijn schaapskudde uitlaat en Odysseus bindt zijn vrienden onder de schapen vast, zoals u hierboven ziet op een rond 500 v.Chr. gemaakte sarcofaag uit Kouklia ofwel Oud-Pafos op Cyprus. Polyfemos laat de dieren – en dus de mensen – naar buiten. Maar niet zonder zijn schapen te hebben toegesproken.

Lees verder “Odysseus en Polyfemos”

Romeins Cyprus

Inscriptie van een Romeinse officier uit Pegeia (Cyprus Museum, Nicosia)

In 58 v.Chr. veroverden de Romeinen Cyprus. Aanvankelijk maakte het eiland deel uit van de provincie Cilicië; tijdens de burgeroorlogen werd het teruggegeven aan het Ptolemaïsche Rijk; uiteindelijk werd het in 31 v.Chr. een zelfstandige provincie. De kopermijnen werden toegekend aan een Romeinse bondgenoot, Herodes de Grote, de koning van Judaea. Hoewel Salamis de grootste stad van het eiland bleef, woonde de gouverneur (iemand met de rang van procurator) in Nieuw Pafos: het lag dichter bij Rome en bovendien was dit een makkelijke voortzetting van de Ptolemaïsche praktijk. Het is de plaats waar de apostel Paulus werd verhoord.

Salamis bleef daarentegen de belangrijkste handelshaven, terwijl Oud-Pafos het belangrijkste religieuze centrum bleef: dit was de plaats waar Afrodite vanouds werd vereerd. De aanbidding van Afrodite was echter niet langer de enige belangrijke cultus: ook het orakel van Apollo in Kourion werd nu belangrijk.

Lees verder “Romeins Cyprus”

Ptolemaïsch Cyprus

De filosoof Zenon, afkomstig van Cyprus (Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen)

Cyprus heeft altijd opengestaan voor invloeden van buitenaf. In de vroege zesde eeuw was er invloed uit Egypte, in de vijfde eeuw uit Perzië en daarna worden de Griekse elementen prominenter. Nadat Alexander de Grote het Achaimenidische Rijk was binnengevallen en de Perzische koning Darius III Codomannus in 333 v.Chr. bij Issos had verslagen, kozen de Cyprioten de zijde van de Macedonische koning, met wie zij de Griekse cultuur deelden. Een jaar later namen Cypriotische schepen deel aan het beleg van Tyrus.

Na de dood van Alexander in 323 was Cyprus een van de strijdtonelen voor zijn opvolgers (meer). Aanvankelijk bezet door Ptolemaios, de satraap van Egypte, werd het aangevallen door diens rivalen Antigonos Eénoog en zijn zoon Demetrios, die in 306 het garnizoen van Ptolemaios te Salamis belegerden. Toen Ptolemaios arriveerde met een vloot om de blokkade op te heffen, werd hij verslagen en moest het garnizoen capituleren. Het belang van Cyprus kan worden afgeleid uit het feit dat Antigonos en Demetrios zich onmiddellijk daarna tot koningen lieten uitroepen.

Lees verder “Ptolemaïsch Cyprus”

Perzisch Cyprus

Een typisch mannenportret uit Cyprus (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Rond 530 v.Chr. hadden de Perzen Cyprus onderworpen. De lokale heersers bleven aanvankelijk aan de macht, maar dit begon te veranderen tijdens het bewind van koning Darius (r.521-486), de grote organisator van het Achaimenidische Rijk. Hij verstevigde de Perzische greep op het eiland. Als we de Griekse onderzoeker Herodotos moeten geloven, was de directe oorzaak een conflict tussen Cypriotische heersers, waarbij Onesilos, de heerser van de noordelijke stadstaat Soloi, de macht overnam in Salamis. Behalve van Amathous ontving hij steun van het gehele eiland.

Tegelijkertijd – we hebben het over het 499 v.Chr. – kwamen de Griekse steden in Klein-Azië in opstand tegen de Perzische heersers. Om de orde te herstellen, stuurden de Perzen een expeditieleger, dat ook Cyprus zou passeren en daar de zaken zou regelen. Onesilos vroeg hulp van de Griekse rebellen, die hij vrijwel onmiddellijk ontving: net als koning Amasis van Egypte (zie hierboven) beseften de rebellen dat Cyprus een perfecte basis was om de Fenicische havens aan te vallen. Zolang ze Cyprus zouden beheersen, hadden ze geen Perzische vloot te vrezen.

Lees verder “Perzisch Cyprus”

Cyprus in de IJzertijd

Kop van een man uit Idalion, een van de steden op Cyprus (Neues Museum, Berlijn)

In de Bronstijd was Cyprus bewoond geweest door mensen die een taal spraken die we tegenwoordig “Eteocypriotisch” noemen. Er waren handelscontacten geweest met de Mykeense Grieken, die zich na de ondergang van de paleisburchten hadden gevestigd op Cyprus en het Peloponnesische dialect hadden meegenomen.

Na de ineenstorting van het handelssysteem van de Bronstijd, dat zich uitstrekte tot aan de tinmijnen aan de Atlantische kust, begon de tijd die we aanduiden als de Duistere Eeuwen, zeg maar de tijd tussen 1150 en 850 v.Chr. De traditionele naam is niet helemaal terecht, want juist de veronderstelde duisterheid heeft archeologen aangetrokken en de afgelopen halve eeuw is er veel bekend geworden, zeker voor het Neohittitische Anatolië en Syrië.

In deze tijd werden de drie schriftsoorten van Cyprus vervangen door een vierde, dat eenvoudigweg “Cypriotisch” wordt genoemd en is afgeleid van Cypro-Minoïsch-1. Het lijkt wel wat op het Lineair-B van de Mykeense Grieken, werd gebruikt om zowel Grieks als Eteocypriotisch te schrijven en zou nog eeuwen in gebruik zijn.

Lees verder “Cyprus in de IJzertijd”

Cyprus in crisis

Bronzen standaard uit Enkomi (Cyprus Museum, Nicosia)

Zo rond 1200 v.Chr. raakte het oostelijke Middellandse Zee-gebied in een enorme crisis. Verschillende steden werden verwoest (zoals Ugarit) en andere werden verlaten (zoals de Hittitische hoofdstad Hattusa). In Griekenland werden de Mykeense burchten opgegeven en dit is ook de tijd waar de Trojaanse Oorlog wordt geplaatst. In Egypte begon de Derde Tussentijd, in de Levant traden de Arameeërs aan. Op Cyprus werden Enkomi en Kition geplunderd. Deze crisis wordt doorgaans geassocieerd met de “Zeevolken” die worden genoemd in de teksten van farao Ramses III. Een fijn boek over deze materie is dat van Eric Cline.

In deze verwarde tijd vestigden verschillende groepen Griekse immigranten zich op Cyprus, bijvoorbeeld in Maa (Palaiokastro). De Griekse dialecten die later, in de archaïsche en klassieke tijd, op Cyprus werden gesproken, bewijzen dat de kolonisten zijn gearriveerd vanaf de Peloponnesos. Latere Griekse mythen over helden uit de Trojaanse oorlog die zich op Cyprus vestigen, lijken echo’s te bevatten van deze gebeurtenissen. In elk geval wordt vanaf de twaalfde eeuw v.Chr. op Cyprus Grieks gesproken.

Lees verder “Cyprus in crisis”

Een Perzisch slagveld

Pafos: Kouklia – Marchellos

In 499 v.Chr. kwamen de Ioniërs (d.w.z., de Grieken in het westen van het huidige Turkije) in opstand tegen hun Perzische overheersers. Al snel boekten ze enige successen: ze zetten de pro-Perzische bestuurders af en verbrandden de residentie van de lokale Perzische machthebber, Sardes. Vervolgens voeren ze naar Byzantion, waarmee ze de Perzische troepen in Europa afsneden, en daarna naar Cyprus. De meeste plaatselijke koningen op dat eiland kozen partij voor de Ioniërs.

Dit maakte het voor de Perzen moeilijk nog met een vloot naar het westen te komen, temeer daar de Cyprioten zich verenigden onder één leider, Onesilos van Salamis. Het zou moeilijk zijn voor de Perzen de ene stadstaat tegen de andere uit te spelen. Alleen Amathous, een havenstad in het zuiden, was trouw gebleven en deze stad werd door Onesilos belegerd. Terwijl de Cyprioten hun aandacht daarop richtten, landen de Perzen in het noorden van het eiland en vielen Salamis aan, de stad van Onesilos. Daar kwam het tot een treffen tussen enerzijds de Perzen en anderzijds de Cyprioten en Ioniërs. Toen Onesilos sneuvelde, liepen zijn troepen en die uit de stad Kourion over naar de Perzen.

Lees verder “Een Perzisch slagveld”

Kort Cypriotisch (5): Hippolytos

Hippolytos en Faidra: mozaïek uit Pafos

Het bovenstaande mozaïek kunt u zien in het Huis van Dionysos in Nieuw Pafos, de stad waar de Ptolemaïsche stadhouder van Cyprus resideerde en waar later ook de Romeinse gouverneur zou verblijven. Uit die tijd – de tweede eeuw na Chr. om precies te zijn – stamt het mozaïek en het afgebeelde verhaal is dat van Hippolytos, de zoon uit het eerste huwelijk van Theseus.

De woorden “eerste huwelijk” klinken ons niet omineus in de oren, maar dat was in de Oudheid anders. Theseus was hertrouwd met Faidra en aangezien de huwelijksleeftijd voor vrouwen rond de vijftien lag, betekende dit dat de vrouw des huizes ongeveer even oud kon zijn als de oudste zoon. Iedereen in de Oudheid wist dat “tweede huwelijk” betekende dat – om het modern te formuleren – de hormonen door de huishouding zouden gieren. En inderdaad: Faidra werd verliefd op Hippolytos.

Lees verder “Kort Cypriotisch (5): Hippolytos”

Kort Cypriotisch (2): Pyramus

Pyramus en Thisbe. Huis van Dionysus, Pafos (Cyprus)

Het verhaal van Pyramus en Thisbe is een gouwe ouwe. Zeer kort samengevat: het waren twee jonge mensen uit Babylon, die veel van elkaar hielden maar door hun families uit elkaar werden gehouden. Daarom maakten ze een afspraakje buiten de stad. Thisbe kwam als eerste aan en werd opgewacht door een leeuw. Weliswaar bracht ze zich in veiligheid, maar ze verloor een kledingstuk. Toen Pyramus aankwam, telde hij één en één op (leeuw + kledingstuk = opgevreten Thisbe) en pleegde zelfmoord, waarop Thisbe, toen ze het lijk vond, zichzelf ook maar doorstak. Al het bloed spoot op tegen de bladeren van een moerbeiboom, die sindsdien purperkleurig zijn.

De beste navertellingen zijn die van Kees Stip, die het bloedig moordverhaal onherstelbaar verbeterde in de stijl van Speenhoff, Jan Prins, Nijhoff, Gorter en – absoluut hilarisch – Vondel. De bekendste antieke versie is die van de Romeinse dichter Ovidius en doet al vele jaren gymnasiumleerlingen plezier.

Lees verder “Kort Cypriotisch (2): Pyramus”