De Grote Conjunctie van Jupiter en Saturnus

Vandaag, op de dag waarop ook de astronomische winter aanvangt (11u 2m 22s Nederlandse tijd), staan Jupiter en Saturnus het dichtst bij elkaar aan de hemel, een zeldzame gebeurtenis die slechts eens in de twintig jaar plaatsvindt. Vanavond, om 19u 22m 30s (Nederlandse tijd) is hun onderlinge afstand het kleinst en staan beide planeten slechts 6′ 6.40”, ofwel een vijfde deel van de schijnbare maandiameter, van elkaar verwijderd. Zo dicht bij elkaar zijn beide planeten sinds 1623 niet meer geweest en de eerstvolgende keer dat ze weer zo dicht bij elkaar staan zal pas in 2080 zijn.

Met een kleine kijker zullen beide planeten met hun satellietstelsels mooi in hetzelfde kijkerveld te bewonderen zijn maar met het blote oog of een verrekijker zie je alleen een heldere ster (Jupiter) boven de westelijke horizon met een zwakkere sterretje (Saturnus) net erboven – Saturnus zal ongeveer tien keer zwakker dan Jupiter zijn. Op het tijdstip van de dichtste nadering zullen beide planeten al onder de horizon staan dus wie het hemelverschijnsel met eigen ogen zelf wil aanschouwen is het zaak om enkele uren eerder, dus kort na zonsondergang de zuidwestelijke horizon af te speuren. Jupiter is, met uitzondering van de bijna halfvolle maan die hoger in het zuiden staat, verreweg het helderste hemellichaam die dan te zien is. (Zie boven.)

Lees verder “De Grote Conjunctie van Jupiter en Saturnus”

Kansleer voor oude Mesopotamiërs

Tablet met een lijst van maan- en zonsverduisteringen. Het vermeldt onder meer de dood van de Perzische koning Xerxes (British Museum)

Een leuke vraag in de reageerpanelen: is ook bekend wanneer een voorspelling door Babylonische astrologen oudbakken zou zijn en niet meer geldig?

Antwoord: honderd dagen. Dus als er een maansverduistering was, verkeerden de gekroonde hoofden honderd dagen lang in gevaar. Het gevaar kon overal loeren, maar het gevaarlijkste moment was de verduistering zelf. Gelukkig kon op dat moment een tegenmaatregel worden genomen: de benoeming van een substituutkoning. Men had altijd wel een gevangene of een zwakbegaafde bij de hand die voor een dag of drie op de troon zat en daarna geëxecuteerd. Op die manier was het voorteken uitgekomen zonder dat de bestuurlijke continuïteit werkelijk in het gedrang was gekomen. De hovelingen van Darius III Codomannus hebben dit ook werkelijk beoogd – het valt althans af te leiden uit een passage in het geschiedwerk van Curtius Rufus – en tegen het einde van Alexanders regering hebben zijn Babylonische priesters het eveneens geprobeerd. Ik blogde er al eens over en laat het nu rusten.

Er is iets interessanters te melden. De astrologen hadden gelijk. Hun voorspelling was namelijk gewoon wáár.

Lees verder “Kansleer voor oude Mesopotamiërs”

Horoscoop en sterrentaal

Leeuw of de berg Nemrud: voorbeeld van sterrentaal.

Een herinnering van lang geleden: die keer dat mijn zakenpartner en ik in Oost-Turkije de berg Nemrud wilden zien. Het is geen ongebruikelijke toeristische bestemming en er staan richtingborden, maar desondanks slaagden we erin met onze gehuurde Fiat Pinda de weg kwijt te raken. Toen we uiteindelijk de top bereikten, was het via allerlei onverharde paden geweest. Evengoed hadden we een prachtige middag met een schitterend uitzicht over de Eufraat en de onvergetelijke herinnering aan de Nederlandse vrouw die daarboven niets beters had te doen dan in zo’n destijds nieuwerwetse draagbare telefoon te brullen dat dit “the real thing” was en dat ze aan de andere kant van de lijn de kleine Bastiaan kon horen.

Anyhow.

De berg Nemrud is ruim 2100 meter hoog en daar bovenop heeft koning Antiochos I van Kommagene (r.ca.70-ca.31), zijn graf laten bouwen: een enorme tumulus van miljoenen grapefruit-grote stenen. Archeologen hebben geprobeerd die met dynamiet te verwijderen om zo bij de grafkamer te komen maar zoals het met de Dimitrovs dezer wereld gaat is dat niet gelukt, zodat de stenen er nog altijd liggen – zij het dat de berg instabiel is. Om de berg staan standbeelden van de goden en reliëfs van de koning en zijn voorouders. Er is een altaar en er is het bovenstaande reliëf van een leeuw.

Lees verder “Horoscoop en sterrentaal”

Romeinse astrologie

Deel van een diptiek van twee astrologische tabletten (Archeologisch museum, Grand)

Wat u hierboven ziet, is de rechterhelft van een van de twee bijna identieke astrologische diptieken die in 1967 zijn opgegraven in het Franse Grand, het antieke Andesina. Of beter: er zijn daar 188 ivoren splinters opgegraven, waarvan in het lab twee diptiekjes vielen te maken. Ze zijn bijna dertig centimeter lang, ofwel precies één Romeinse voet, en dateren uit de late tweede eeuw na Chr.

Hoe ze precies zijn gebruikt en door wie, dat valt weer eens niet te weten, maar dat deze voorwerpen het eigendom zijn geweest van een professionele sterrenwichelaar lijkt in elk geval mij een voor de hand liggende aanname. Je kunt je voorstellen dat zo iemand zijn praktijk had in de buurt van het Apolloheiligdom: een zonnegod immers die ook nog eens de geneeskunde een warm hart toedroeg. Op deze plek, waar mensen kwamen om te baden in de geneeskrachtige wateren, was behoorlijk wat publiek en menigeen zal hebben willen weten hoe groot de kans was op genezing. Zoiets verbeeld ik me althans bij deze tabletten.

Lees verder “Romeinse astrologie”

Aion

Aion-mozaïek (Munchen, glyptotheek)

Het bovenstaande mozaïek fotografeerde ik in de glyptotheek, het sculptuurmuseum, van München. Dat is een van de mooiste collecties ter wereld, maar wat dat mozaïek er doet, weet ik ook niet: te midden van alle standbeelden valt het wat uit de toon. Je zou het hebben verwacht in de nabijgelegen Antikensammlung. Het is echter de moeite waard. Het is gevonden in Sentinum in Umbrië, een op zich onbeduidend stadje dat beroemd is omdat de Romeinen er in 295 v.Chr. een belangrijke veldslag wonnen.

De afbeelding is van een type waarvan er in de derde eeuw na Chr. dertien gingen in het Romeinse dozijn. Rechtsonder zit een vruchtbaarheidsgodin met vier kinderen, die de jaargetijden representeren. Verder ziet u Aion staan, de personificatie van de eeuwigheid, met een soort hoepel in de hand waarop de tekens staan van de dierenriem. Kortom, een afbeelding van de eeuwige wederkeer der seizoenen.

Lees verder “Aion”

Mandeeërs op Pluto

Mandese incantatieschaal (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)
Mandese incantatieschaal (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)

De schaal hierboven, te zien in het Nationaal Archeologisch Museum in Athene, is een zogeheten “incantatieschaal”. In een bijna eindeloze spiraal staat een tekst die de eigenaar moet beschermen tegen allerlei boze geesten. Ze zijn gemaakt in het Sassanidische Rijk en zijn er voor elke religieuze minderheid: er zijn christelijke schalen, maar ook joodse, manichese, zoroastrische en mandese. Ik heb op het bordje in het museum gelezen dat de bovenstaande schaal mandees is, maar ik kan het niet controleren.

Mandeeërs?

Ik weet namelijk maar weinig van de mandeeërs. Daarmee ben ik overigens in alleszins redelijk gezelschap, want het is een geloofsgemeenschap in noordelijk Irak waarover maar weinig bekend is. Zeker, we kennen enkele theologische concepten: het zijn dualisten die geloven dat de ziel eigenlijk bij God wil zijn maar door een Groot Kosmisch Bedrijfsongeval als balling in dit ondermaanse moet verkeren. Er is echter geheime kennis waarmee de gelovige de terugkeer van zijn ziel kan bevorderen. Het doet sterk denken aan de antieke gnosis en het is vermoedelijk geen toeval dat de naam van deze religie is afgeleid van het Aramese manda dat, net als het Griekse gnosis, zoiets betekent als kennis of inzicht.

Lees verder “Mandeeërs op Pluto”

Babylonische astronomie

Tablet met een lijst van verduisteringen tussen 518 en 465 v.Chr.

In voorhistorische tijden had de Babylonische oppergod god Marduk het monster Tiamat verslagen. Hij had haar huid als een uitspansel gebruikt om de hemel te doen ontstaan en had de andere lichaamsdelen benut om de aarde, de bergen en wat dies meer te maken. Ook had Marduk de zon, de maan en de sterren geschapen, hun banen langs de hemel getrokken en de ritmes vastgesteld die de eindeloze tijd overzichtelijk maken. Alles zou zich vroeg of laat herhalen.

Zodoende konden mensen weten wat hun te wachten stond, mits ze goed registreerden wat er aan de hemel te lezen was en wat er daadwerkelijk gebeurde. En dus klommen de astronomen van Babylon elke nacht naar de top van de tempeltoren Etemenanki (“het huis van het fundament van de hemel op aarde”, de Bijbelse “Toren van Babel”) middenin de stad om te zien wat er gebeurde. Het resultaat is de enorme collectie kleitabletten in het British Museum die bekendstaat als de Astronomische Dagboeken. Nacht na nacht werd bijgehouden wat er te zien was geweest, dag na dag schreef men op wat er was gebeurd.

Lees verder “Babylonische astronomie”