Beschermde grafrovers

Het graf met de wolfskop (© foto B.S.Szmoniewski)

In 2022 ontdekte archeologe Valentina Voinea in het dorp Cheia in de Roemeense regio Dobruja (tussen de Donau en de Zwarte Zee) een Romeinse grafheuvel. Gedateerd rond 150 na Chr. en met een doorsnee van wel vijfenzeventig meter, bestond de inhoud uit twee graven. De overledenen waren waarschijnlijk Romeinen die tijdens de Romeinse kolonisatie van deze regio naar dit gebied waren gekomen.

Het eerste graf

Beide graven zijn interessant. Het ene bestond uit een houten kist met daarin het lichaam van de overledene en grafgiften. Het lichaam was, zoals in de regio gebruikelijk, ter plaatse verbrand, zoals blijkt uit de sterke verbranding van de muren en de bodem van de put. Vervolgens werd de put bedekt met houten planken en gedempt.

Lees verder “Beschermde grafrovers”

Herodotos als topograaf en etnograaf

Scheepsmodel uit Amathous (Cyprusmuseum, Nicosia)

[Voorlaatste van zeven stukken over de Griekse onderzoeker Herodotos van Halikarnassos. Het eerste deel was hier.]

Herodotos beschrijft allerlei verbazingwekkende gebruiken en gewoonten. Soms is het moeilijk hem te geloven. De Agathyrsers hebben hun vrouwen gemeenschappelijk, opdat zij allen broeders zijn en zonder jaloezie en haat kunnen samenleven. De Argippeeërs zijn kaal. Tempelprostitutie is een gewoonte in Babylon. Lydische mannen worden niet graag naakt gezien. De Neurers veranderen in weerwolven.

Om de vier jaar loten de Geten een man uit die aan hun god Salmoxis al hun wensen en verlangens kenbaar moet maken. Dat gaat als volgt in zijn werk: zij wijzen een aantal mannen aan die ieder drie speren vasthouden. Dan wordt door een groep anderen de persoon die de boodschap aan Salmoxis moet overbrengen aan handen en voeten beetgepakt en in de lucht gegooid zodat hij op de speerpunten terechtkomt. Komt hij bij die val om, dan betekent dit volgens hen dat de god hun welgezind is en zo niet, dan krijgt de boodschapper de schuld: hij moet wel een slecht mens zijn! (4.94)

Lees verder “Herodotos als topograaf en etnograaf”

Dacia Felix: de Geten

Een godin op een panter (Rogozen-schat, vierde eeuw v.Chr.)

De expositie die ik vanmorgen beschreef, “Racines, les civilisations du Bas-Danube” in het Grand Curtius-museum in Luik, is het oudere zusje van de tentoonstelling “Dacia Felix” in het Gallo-Romeins museum in Tongeren. Waar het verhaal in Luik eindigt in de Vroege IJzertijd, daar neemt Tongeren de draad op door de geschiedenis van het Beneden-Donau-gebied te vertellen van de Late IJzertijd tot en met de Romeinse onderwerping van wat destijds Dacië heette.

Het is het verhaal van allerlei volken die naar de regio trokken en een gedeelde kunststijl hadden, met allerlei diermotieven. De Thracische stam der Geten stamde af van de eerste golf van Indo-Europese bewoners, die in het vierde en derde millennium v.Chr. westwaarts waren gekomen vanuit het huidige Oekraine; de Grieken arriveerden in de zevende eeuw op Zwarte Zee-kust; de Skythen behoorden tot een meer oostelijke groep Indo-Europees-sprekenden en trokken in de zesde eeuw vanuit Centraal-Azië richting Karpaten; de Kelten zakten ergens in de vierde eeuw v.Chr. vanuit het westen de Donau af. Uit dit alles ontstond het volk van de Daciërs, dat in de vroege tweede eeuw na Chr. door de Romeinse keizer Trajanus werd onderworpen. De huidige taal van de regio, het Roemeens, stamt af van het Latijn.

Lees verder “Dacia Felix: de Geten”

Thracisch graf

Thracisch graf (Museum Veliko Tarnovo)
Thracisch graf (Museum Veliko Tarnovo)

Het archeologisch museum van het Bulgaarse Veliko Tarnovo mag dan verouderd zijn – en het is verouderd – het heeft enkele verschrikkelijk mooie stukken. Daaronder is het graf van een Thracische prins, waarvan ik de bovenstaande foto maakte met mijn telefoon. Hij behoorde bij de stam der Geten. Een Attische roodfigurige kruik helpt om het geheel te dateren rond het midden van de vijfde eeuw voor Christus.

Lees verder “Thracisch graf”