
[Er is een nieuwtje over de slag in het Teutoburgerwoud. Maar eerst een verslag van wat daar gebeurde. In het eerste en tweede stukje beschreef ik hoe de Romeinen het gebied van de Main en Lippe veroverden. Hier is het verslag van de gevechten van Velleius Paterculus, dat volgt op zijn beschrijving van een oorlog op de noordelijke Balkan.]
Hij had deze oorlog nog maar nauwelijks voltooid, toen de ongelukstijding uit Germanië kwam: Varus was dood, drie legioenen, evenveel eskadrons en zes cohorten waren afgeslacht. Het was alsof de enige gunst die het Noodlot ons bewees, eruit bestond dat deze slag ons niet werd toegebracht terwijl onze leider [Tiberius] elders bezig was. Zowel de oorzaak van de ramp als de persoonlijkheid van de gouverneur vragen om een toelichting.
Quinctilius Varus stamde uit een eerder beroemde dan adellijke familie. Hij was een zachtmoedig man, rustig in zijn optreden, enigszins traag van lichaam en geest, meer gewend aan de kalmte van het kamp dan aan actieve krijgsdienst. Dat hij niet afkerig was van geld, bleek in Syrië, waar hij gouverneur was geweest: arm betrad hij een rijke provincie, rijk verliet hij een verarmd gewest. Toen hij aan het hoofd van het leger in Germanië stond, beeldde hij zich in dat de mensen daar – die behalve een stem en ledematen niets menselijks hadden en die zelfs niet te bedwingen waren met geweld – door rechtspleging tot beschaving konden worden gebracht. Met deze intentie trok hij naar het hart van Germanië, waar hij (alsof hij te maken had met mannen die eraan waren gewend van vrede te genieten) de zomer in zijn rechterstoel doorbracht met rechtspraak en het afhandelen van formaliteiten.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.