De Antigoniden

Demetrios de Stedendwinger (Louvre, Parijs)

Alexander de Grote, zo lezen we aan het begin van 1 Makkabeeën, voerde vele oorlogen, veroverde vestingen, liet overal op aarde koningen doden en trok op tot aan de uiteinden van de aarde. Toen hij de hele wereld in zijn macht had, werd hij ziek en omdat hij wist dat hij zou sterven, riep hij zijn hoogste bevelhebbers bij zich en verdeelde zijn koninkrijk onder hen. Na zijn dood namen die bevelhebbers het bestuur over, ieder in hun eigen gebied, waarna zij zichzelf tot koning kroonden. Hun bewind en dat van hun nakomelingen bracht nog lange tijd veel onheil op aarde.

Tot zover 1 Makkabeeën. Het is mooi geschreven maar daarom nog niet waar. Dat er nog lange tijd veel onheil op aarde was, kwam doordat Alexander in 323 v.Chr. stierf zonder zijn opvolging te hebben geregeld. Zijn broer was zwakbegaafd en zijn zoontje was een enfant du miracle, geboren na de dood van zijn vader. Aanvankelijk waren er regenten die de koninklijke familie dienden, maar hun gezag was van korte duur. Er waren oorlogen, er waren wapenstilstanden en in de tussentijd werden de leden van de dynastie vermoord.

Lees verder “De Antigoniden”

De hellenistische steden

De hoofdstraat van Apameia

Zoals zoveel zaken in de hellenistische tijd, was de gewoonte steden te stichten een voortzetting van een eerdere praktijk. De vader van Alexander de Grote, Filippos, was de stichter van Filippoi, terwijl drie Fenicische moedersteden Tripoli hadden gesticht. Dit zijn geen koloniën – sowieso een lastig begrip – want Filippoi en Tripoli verrezen niet overzee. Het waren volksplantingen in eigen land.

Het was, zoals zo vaak, Alexander die radicaliseerde. Het lijstje begint met Iskenderun in Turkije, Alexandrië in Egypte en Edessa in Turkije. In Afghanistan liggen Alexandrië in Arië (Herat), Proftasia, Alexandrië in Arachosië (Kandahar) en Alexandrië in de Kaukasos (Begram bij Kabul). Alexandrië aan de Oxos is identiek aan Kampyr Tepe in Oezbekstian. Het Verste Alexandrië is vermoedelijk Khojand. Nikopolis, Boukefala en Alexandrië aan de Akesines (Uch) liggen in de Punjab. Er lijken stadstichtingen te zijn geweest rond Karachi. Charax ligt in zuidelijk Irak. We ronden af met Alexandrië in de Troas in Turkije en Alexandrië in Margiana (Gyaur Kala in Turkemistan). Dit waren compleet nieuwe steden of sterk vergrote oudere dorpen.

Lees verder “De hellenistische steden”

De slag bij Ipsos

Seleukos I Nikator (Metropolitan Museum, New York)

Het handboek waarover ik op donderdag blog, Een kennismaking met de oude wereld van Luuk de Blois en Bert van der Spek, verwijst één keer naar de slag bij Ipsos. Na de dood van Alexander de Grote was de opvolgingsstrijd uitgebarsten en zijn dynastie uitgemoord. Antigonos Eénoog en diens zoon Demetrios de Stedendwinger lijken – “lijken”, want we weten het niet zeker – te streven naar de alleenheerschappij.

In 301 werd Antigonos bij Ipsos in Klein-Azië verslagen door een coalitie met onder anderen Seleukos, terwijl Ptolemaios “meehielp” door Palestina en Zuid-Syrië te bezetten. Antigonos sneuvelde op eenentachtigjarige leeftijd.

Meer is in een handboek ook niet nodig, maar er valt wel iets méér over te vertellen. Om te beginnen dat Seleukos niet bepaald gelukkig was met Ptolemaios’ “hulp”. Ptolemaios beheerste nu wat Seleukos meende dat hem rechtens toekwam. Seleukos zei geen oorlog te willen voeren met Ptolemaios, die hem ooit had geholpen, dus hij verdaagde het onvermijdelijke conflict tot de volgende generatie. De toen uitgebroken reeks conflicten staat bekend als de Syrische Oorlogen. Of Seleukos’ verwijzing naar Ptolemaios’ eerdere verdiensten de feitelijke reden was, of slechts een smoes, valt niet langer uit te maken.

Lees verder “De slag bij Ipsos”

Alexanders opvolgers

Seleukos I Nikator (Louvre, Parijs)

Het is wat, met alle corona en polarisatie, en ik kan me voorstellen dat u in alle drukte even niet paraat hebt hoe het ook alweer zit met de diadochenoorlogen. Kan de beste overkomen hoor, maakt u zich geen zorgen, ik praat u wel even bij.

Alexander de Grote stierf op 11 juni 323 v.Chr. en zijn kolonels benoemden zijn broer Arrhidaios tot koning. Dat was nogal een besluit, want de man was verstandelijk beperkt en er moest dus een regent komen, Perdikkas. Ze hadden ook Alexanders oudste zoon kunnen benoemen, Herakles, maar diens moeder Barsine behoorde bij een hoffactie die in deze tijd op z’n retour was. De kolonels spraken bovendien af dat als Alexanders echtgenote Roxane, die op dat moment in verwachting was, een zoon zou krijgen, ook deze als koning zou worden erkend. Dat werd Alexander IV.

Lees verder “Alexanders opvolgers”

MoM | Kwantificerende numismatiek

Antiochus X Eusebes (Archeologisch Museum van Antakya)

Numismatiek is de deftige naam voor de bestudering van munten. Eeuwenlang bleef deze activiteit beperkt tot wat in feite kunstgeschiedenis was: kijken naar de afbeeldingen. Dat is een waardevolle activiteit. Zo slaagden oudheidkundigen er tijdens de Renaissance in de muntportretten te identificeren met sculptuurportretten, wat het vervolgens mogelijk maakte antieke beeldhouwkunst te dateren. In de zeventiende en achttiende eeuw bewezen oudheidkundigen, zich baserend op munten, dat sommige koningen echt hadden geregeerd en in de negentiende en twintigste eeuw werden munten gebruikt om de propaganda van de heersers te reconstrueren. Je kunt munten echter ook tellen.

Een munt wordt geslagen met twee stempels. De ene, met de afbeelding die op de voorkant van de munt komt, rust op het aambeeld. De andere, met de keerzijde, wordt over de eerste gelegd en vangt de klap van de hamer op. De bovenstempel slijt sneller dan de onderstempel. Dat levert steeds weer andere combinaties (“stempelkoppelingen”) op, die numismaten gebruiken om de volgorde te reconstrueren waarin munten zijn geslagen. Zie het plaatje hieronder.

Lees verder “MoM | Kwantificerende numismatiek”