De zonen van Herodes de Grote

Het zogenaamde graf van Herodes Archelaos (of Pontius Pilatus) in Vienne

Ik blogde vorige week over koning Herodes de Grote, die in het Nieuwe Testament maar een paar keer staat vermeld. Twee van zijn zonen komen vaker voor: Herodes Archelaos en vooral Herodes Antipas.

Herodes Archelaos

Eerst Archelaos. Na de dood van Herodes de Grote in 5/4 v.Chr. bekrachtigde keizer Augustus het testament:

  • Archelaos volgde zijn vader op in Judea en Samaria,
  • Antipas heerste in Galilea en het gebied ten oosten van de Dode Zee,
  • hun halfbroer Filippos kreeg de Golanhoogte. Hij is voor het Nieuwe Testament niet zo belangrijk.

Er waren meteen felle protesten van messiassen als Judas (vermoedelijk een sicariër), een slaaf genaamd Simon en de herder Athronges. Uiteindelijk moest het Romeinse leger, gecommandeerd door generaal Varus, de rust komen herstellen. (Dit is de Varus die ten onder ging in het Teutoburgerwoud.)

Lees verder “De zonen van Herodes de Grote”

Nimrod

Misschien was een beschermgeest als deze uit Khorsabad wel het model voor Nimrod (Louvre, Parijs).

Waarom, zo kreeg ik als vraag voorgelegd, zijn er in het Midden-Oosten zoveel plaatsen die Nimrod heten?

Dat weet ik toevallig.

Eerst maar even wat achtergrond. Genesis bevat een opsomming van alle volken die de auteur van dat deel van de Bijbel kende, gepresenteerd als afstammelingen van Noach. Hierin zit ook het volgende stukje:

Kus was de vader van Nimrod, die de eerste machthebber op aarde was. Hij was een geweldig jager, door niemand overtroffen. Vandaar de uitdrukking: een voortreffelijk jager, een tweede Nimrod. Eerst heerste hij over Babel, Uruk, Akkad en Kalne in het land Sinear. Vanuit Sinear trok hij later naar Assyrië, waar hij Nineveh, Rechobot-Ir en Kalach bouwde, en ook de grote stad Resen, tussen Nineve en Kalach. (Genesis 10.8-12; NBV21)

Lees verder “Nimrod”

De slag bij het Jodenkamp

Edict uit de tijd van Kleopatra over het asiel in joodse heiligdommen (Neues Museum, Berlijn)

Het was 15 maart in het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius als consuls later hun naam zouden geven. Ik reken het even voor u om: 25 januari 47 v.Chr. op onze kalender. En u weet: dit is weer een blogje over de vraag wat Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden deed.

En opnieuw gaat het niet over Caesar zelf, die nog altijd in Alexandrië is ingesloten door het Egyptische leger. Het ontzettingsleger van Mithridates van Pergamon heeft echter, zoals we een week geleden hebben gezien, voet aan de grond gekregen in Egypte en het voorlaatste bedrijf in de tragedie staat op het punt te beginnen: de catastrofale vernietiging van het Egyptische leger, de dood van de jonge koning Ptolemaios XIII en de val van Alexandrië. Het slot zal dan bestaan uit de herordening van het koninkrijk van Kleopatra.

Lees verder “De slag bij het Jodenkamp”

De slag bij Pelousion

Romeinse munt uit het jaar 47 v.Chr. (Teylers Museum, Haarlem)

Als ik u zeg dat het 6 maart was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius als consuls nog hun naam zouden geven, en als ik dat omreken naar 16 januari 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de niet geheel accuraat als “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?” aangeduide reeks blogjes.

Ik schrijf “niet geheel accuraat” omdat ook vandaag Caesar geen hoofdrol speelt. We laten hem, met de zwangere Kleopatra VII en haar broertje Ptolemaios XIV, achter in het koninklijke paleis in Alexandrië, waar hij wacht op de versterkingen die hij heeft gevraagd. En het is naar die versterkingen, die Caesar eind september (onze kalender) had ontboden, dat we gaan kijken.

Lees verder “De slag bij Pelousion”

Joodse literatuur (4): de Romeinse tijd

Nogal wat Joodse literatuur gaat over de cultus in de tempel in Jeruzalem (Israel Museum, Jeruzalem)

Het vierde deel van dit chronologisch overzicht van de joodse literatuur (waarvan het eerste deel hier was te lezen), is eigenlijk ook het lastigste. Al vóór de komst van de Romeinen in 63 v.Chr. was het jodendom versnipperd geraakt. Er waren verschillende canons van religieuze literatuur, waarin recente innovaties zijn gedocumenteerd als messianisme en apocalyptiek. Na de regering van koning Herodes (40-5/4 v.Chr.) meende menigeen dat de tijd was aangebroken waarop de messias Israël zou herstellen. Tot de kandidaten behoorde ook Jezus van Nazaret, de stichter van een nieuwe joodse stroming.

De verwoesting van de tempel in 70 na Chr. betekende het einde van het pluriforme Tempeljodendom. Hierop volgde de harde incassering van de Fiscus Judaicus. Het jodendom viel door deze gebeurtenissen uiteen in twee groeperingen: enerzijds diverse groepen die meenden dat het aloude jodendom zijn voleinding had bereikt met Jezus van Nazaret en die zijn terugkeer verwachtten, anderzijds de groepen die het onderricht in de Wet centraal stelden en werkten aan de voltooiing daarvan. Beide groeperingen, die we nu kennen als christendom en rabbijns jodendom, wortelen dus in het Tempeljodendom.

Lees verder “Joodse literatuur (4): de Romeinse tijd”

M16 | Het einde van de Hasmoneeën

Pompeius, die ingreep in het tempelstaatje van de Hasmoneeën  (Louvre, Parijs)

[Laatste aflevering van een reeks rond Chanoeka; het begin was hier.]

Koning Alexandros Yannai overleed in 76 v.Chr. Wat daarna gebeurde is niet helemaal duidelijk. Het staat vast dat zijn zoon Hyrkanos II hem opvolgde als hogepriester. Of deze ook koning was, staat niet vast. Zeker is dat de feitelijke macht lag bij Alexandros’ weduwe Salome Alexandra. Zoon en moeder stonden sympathiek tegenover de farizeeën en erkenden het belang van hun mondelinge tradities. Latere generaties beschouwden deze tijd, waarin Salome’s broer Simeon ben Shetah de leider was van de farizeeën, als het moment waarin de Wet in volle glorie was hersteld. (U kwam Simeon eerder dit jaar al eens tegen.) De sadduceeën waren minder in de gunst en de koningin liet enkele leiders executeren.

Pompeius

Ook Hyrkanos’ jongere broer, Aristoboulos II, moest buiten het openbaar bestuur blijven. Het was onvermijdelijk dat deze zich nu verbond met de sadduceeën, en daarmee waren de stellingen betrokken voor een burgeroorlog. Die brak inderdaad uit toen Salome Alexandra in 67 v.Chr. overleed.

Lees verder “M16 | Het einde van de Hasmoneeën”

M15 | Alexandros Yannai

Kleopatra III (Landesmuseum Württemberg, Stuttgart)

[Voorlaatste aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

Hyrkanos I overleed in 104 v.Chr. en werd opgevolgd door zijn zoon Aristoboulos, die volgens Josephus als eerste de koningstitel aannam. Dat blijkt niet uit zijn munten, waarop hij zich aanduidt als hogepriester. Josephus schrijft ook dat Aristoboulos zich voorzag van de klinkende bijnaam Filhelleen, “Griekenvriend”. Het probleem hier is niet zozeer de aanvaarding van zo’n erenaam, want dit was in die tijd gebruikelijk, maar de liefde voor de Griekse cultuur die eruit blijkt. Zoals we al zagen presenteerden de Hasmoneeën zich, althans in theorie, als beschermers van de Joodse cultuur tegen Griekse invloeden. Josephus’ opmerking zou wel eens laster kunnen zijn en komt in elk geval uit een schets van Aristoboulos’ regering waarin deze ook de moord op zijn moeder en een van zijn broers in de schoenen geschoven krijgt, terwijl zijn dood, na een regering van één jaar, moet doorgaan voor goddelijke wraak.

Zijn opvolger was zijn broer Alexandros Yannai. Deze heeft de koningstitel zeker gevoerd tijdens een regering die zich kenmerkt door even grote successen als mislukkingen. Meer dan eens keerde de nieuwe koning zich tegen zijn onderdanen. Uit deze tijd stammen allerlei teksten waaruit blijkt dat steeds meer mensen droomden van een koning uit het huis van David. Het messianisme deed zijn intrede. U zult deze kerstdagen wel horen dat de verwachting van een messias een eeuwenoud joods geloofsartikel was, maar dat is dus niet zo.

Lees verder “M15 | Alexandros Yannai”

M14 | Hyrkanos I

De militaire expansie van het Hasmonese tempelstaatje

[Veertiende aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka, waarvan de laatste dagen dit jaar samenvallen met Kerstmis. Het eerste deel was hier.]

Koning Antiochos VII Sidetes had geprobeerd de Seleukidische macht te herstellen. De Joden had hij tot de orde geroepen, Mesopotamië had hij op de Parthen heroverd, maar hij was verslagen in Iran (129 v.Chr.). In krijgsgevangenschap pleegde hij zelfmoord. Nu waren de oostelijke gebieden voorgoed voor de Seleukiden verloren. Het leger was gedemoraliseerd en Syrië lag klaar om door de Parthen te worden gebrandschat.

Hasmonese machtsontplooiing

De Hasmonese hogepriester Hyrkanos I zag zijn kans schoon en plunderde enkele steden, “aannemend dat ze geen soldaten of andere verdedigers hadden,” zoals Josephus het formuleert, “wat inderdaad zo bleek te zijn”. Omdat het Seleukidische Rijk vervolgens weer eens verstrikt raakte in een burgeroorlog, die naadloos overging in de volgende en de daarop volgende, kon Hyrkanos nieuwe gebieden veroveren. Hij nam Madaba in, voegde Idumea toe en veroverde Sichem in het noorden. Omstreeks 108 bemachtigde hij ook Samaria. De Seleukiden deden twee pogingen deze belangrijke stad te ontzetten, maar de Hasmoneeën waren inmiddels te sterk.

Lees verder “M14 | Hyrkanos I”

M13 | Antiochus VII Sidetes grijpt in

Katapultstenen, afgeschoten op Jeruzalem toen Antiochus VII Sidetes de stad in 133 v.Chr. belegerde (Jeruzalem, Toren van David)

[Dertiende aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier. Als u liever iets leest over Kerstmis, kan dat daar.]

Koning Antiochos VII Sidetes bleef hopen op herstel van de Seleukidische invloed in Judea. Hij kreeg een kans in januari 134 v.Chr., toen Simon de Makkabeeër werd vermoord door zijn schoonzoon. Het Eerste Makkabeeënboek geeft aan dat de moordenaar grootsere plannen had, maar dat hij er niet in slaagde Jeruzalem in te nemen en Simons zoon Hyrkanos uit de weg te ruimen. Deze jonge man kon zonder al te grote problemen de macht overnemen.

Dit is het laatste dat in 1 Makkabeeën vermeldt. Vanaf dit punt moeten wij het vooral doen met twee bronnen: de Joodse Oudheden van Josephus, en de Joodse Oorlog van dezelfde auteur. Deze ontleende zijn informatie aan de Historiën die Nikolaos van Damascus rond het begin van onze jaartelling schreef. Hiervan hebben we slechts fragmenten over, maar die zijn voldoende om vast te stellen dat hij zich weer baseerde op de eveneens grotendeels verloren Wereldgeschiedenis van Poseidonios. Ook al halen wij onze informatie uit twee boeken van Josephus, we hebben in feite te maken met slechts één bron, waarvan we de informatie moeilijk kunnen evalueren: testis unus testis nullus, één bron is geen bron.

Lees verder “M13 | Antiochus VII Sidetes grijpt in”

Sadduceeën (2)

Maquette van de tempelcomplex in Jeruzalem (Israel Museum, Jeruzalem)

[Tweede deel van een stuk over de sadduceeën. Het eerste ging een uur geleden online en is hier.]

Hypothesen op hypothesen stapelen

Als de hogepriester Ananos II inderdaad een sadducee was, en het lijkt me niet zinvol dat te betwijfelen, is het niet al te ver gezocht aan te nemen dat ook zijn vader (de Annas uit Handelingen 4.6), zijn vijf broers, zijn neef en zijn zwager Kajafas sadduceeën waren. Dat betekent dat de sadduceeën in vijfendertig van de zestig jaren tussen 6 en 66 n.Chr. in Jeruzalem het hoogste religieuze gezag uitoefenden.

Het kunnen er zelfs meer zijn als het waar is dat ook de families van Boethos, Kathros en Fiabi sadduceeën waren. Dan hadden de sadduceeën het hogepriesterschap in feite gemonopoliseerd, maar het bewijs voor deze families is zwakker dan dat voor de familie van Ananos. We dreigen, met andere woorden, hypothesen op hypothesen te gaan stapelen.

Lees verder “Sadduceeën (2)”