De Dekapolis

Skythopolis (Beth Shean)

Je hoeft niet bijzonder goed in Grieks te zijn om Dekapolis te vertalen. Het betekent inderdaad zoiets als “tienstedenland”. Het gaat om wat wij Jordanië noemen. Ruwweg dan. En hoewel de naam Grieks is en de bevolking Aramees of Arabisch was, was de Dekapolis Romeins.

Dat zit zo. Na de slag bij Issos (333 v.Chr.) onderwierp Alexander de Grote de Levant. De regio raakte steeds meer opgenomen in het Griekse handelsnetwerk en met de handel kwamen allerlei gebruiken en ideeën. Dat riep weerstand op, waarvan de Makkabeeënopstand in Judea het bekendste is. Ondanks de anti-hellenistische ideologie die een rol speelde, veranderde Judea in een hellenistisch koninkrijk, eerst onder leiding van de Hasmoneeën en later onder leiding van het huis van Herodes.

Lees verder “De Dekapolis”

Pons van Tripoli

De zuidgrens van het graafschap Tripoli. Dromedarissen waden door de monding van de Nahr al-Kalb; de kaap erachter is nauwelijks te passeren (schets van Joseph Bonomi, 1834).

Ik vertelde al over de kruisvaarder Raymond van Saint-Gilles, die in het noorden van Libanon een graafschap voor zichzelf was begonnen. Toen hij in 1105 sneuvelde, ontbrak alleen de hoofdstad Tripoli nog, maar zijn zoon Bertrand wist die in te nemen. Daarvoor had hij zich weliswaar moeten verplichten tot leenhulde aan koning Boudewijn I van Jeruzalem, maar keizer Alexios I Komnenos in Constantinopel en emir Toghtekin van Damascus erkenden hem als zelfstandig. Tot zover was ik gistermorgen gekomen.

De jeugd van Pons van Tripoli

Graaf Bertrand bezweek op 3 februari 1112 aan een ziekte, waarna enkele voorname officieren het regentschap aanvaardden voor zijn minderjarige zoon Pons van Tripoli. Dus niet zijn moeder, zoals we zouden hebben verwacht. Het is jammer dat we niet veel meer weten over de regenten, want ze namen het cruciale besluit Pons op te laten nemen onder de ridders van prins Tancred van Hauteville in Antiochië. Dat komt als verrassing na het conflict in 1109, waarin Pons’ vader tegenover de Antiochenen had gestaan en zich had geplaatst onder bescherming van koning Boudewijn van Jeruzalem.

Lees verder “Pons van Tripoli”

Het ontstaan van het graafschap Tripoli

Qalat Sanjil: het kasteel van Tripoli.

Ik blogde een tijdje geleden over Raymond van Saint-Gilles, de Provençaalse kruisvaarder die in 1105 om het leven kwam terwijl hij Tripoli belegerde. De stad, zo vertelde ik toen, was onneembaar omdat Raymond geen vloot bezat, waardoor de Fatimiden uit Egypte de stad konden blijven bevoorraden. Op een enorme rots ten oosten van de stad had Raymond een kasteel gebouwd.

Hij had twee zonen, waarvan de een in het Nabije Oosten was maar nog een kleuter, terwijl de ander volwassen was maar in de Languedoc. Raymonds opvolger werd dus zijn achterneef Willem Jordan van Cerdagne, die zowel meerderjarig was als in het Midden-Oosten en er geen bezwaar tegen had op te treden als leider van het christelijke leger. Terwijl het beleg van Tripoli voortsleepte, deed hij invallen tot vér in de vallei van de rivier de Orontes en in april 1109 veroverde Willem Jordan Arqa in het noorden van het huidige Libanon. Tien jaar eerder hadden de Kruisridders de stad nog vergeefs belegerd. Eerder had hij ook Tartus in handen gekregen, nog verder naar het noorden, in het huidige Syrië.

Lees verder “Het ontstaan van het graafschap Tripoli”

F5 | Murad IV versus Fakhr-ad-Din

Fakhr-ad-Din Ma’n

[Laatste blogje in een vijfdelige reeks over Fakhr-ad-Din Ma’n (1572-1635), de Druzische krijgsheer die een tijd woonde in Italië en de Levant zou hebben kunnen moderniseren. Het eerste blogje was hier.]

Sultan Murad IV

De bloei van het rijk van Fakhr-ad-Din was mogelijk doordat het Ottomaanse Rijk bezig was met oorlog tegen de Perzen en Russen. Bovendien waren de sultans niet bijster competent, terwijl grootviziers en andere bestuurders elkaar zo snel afwisselden dat zelden sprake was van consistent beleid. In 1623 trad echter een sultan aan die uit ander hout was gesneden: Murad IV. Hij stuurde al snel een vloot om de al te autonome emir tot de orde te roepen, maar Fakhr-ad-Din zorgde dat hij ergens in het binnenland verbleef en tipte de admiraal dat er christelijke piraten in de buurt waren. De admiraal ging er achteraan, zijn ondergang tegemoet. Fakhr-ad-Din had namelijk ook de piraten gewaarschuwd en die onthaalden de Ottomaanse vloot met dodelijke efficiëntie.

Lees verder “F5 | Murad IV versus Fakhr-ad-Din”

F4 | Het rijk van Fakhr-ad-Din

De nooit door Fakhr-ad-Din ingenomen Krak des chevaliers

[Voorlaatste blogje in een vijfdelige reeks over Fakhr-ad-Din Ma’n (1572-1635), de Druzische krijgsheer die een tijd woonde in Italië en de Levant zou hebben kunnen moderniseren. Het eerste blogje was hier.]

Staat in de staat

Dankzij de sympathie van Ahmet Pasha kon Fakhr-ad-Dins tweede regeringsperiode succesvol beginnen. Druzische groepen die zich tegen zijn broer Yunus hadden gekeerd, verontschuldigden zich. De sji’ieten verleenden hem steun in de oorlog tegen de Sayfa’s in het noorden, die al snel niet meer bezaten dan de Krak des Chevaliers. Dat hij die burcht niet kon innemen, is een van de weinige tegenslagen die Fakhr-ad-Din in deze jaren moest verduren. De havens van de Sayfa’s, zoals Byblos en Batroun, vielen wel in zijn handen, terwijl de noordelijk van Tripoli gelegen kuststrook in handen kwam van een van zijn bondgenoten.

Lees verder “F4 | Het rijk van Fakhr-ad-Din”

F1 | Fakhr-ad-Din

Fakhr-ad-Din (Wassenbeeldenmuseum, Deir-al-Qamar)

Vele mensen schijnen Fakhr-ad-Din Ma’n niet te kennen en dat is eigenlijk niet goed te begrijpen. Dat hij belangrijk is geweest, zal ik u straks namelijk uitleggen. Maar eerst: wie was hij?

Om te beginnen: een Druus. De Druzen zijn een religieuze groepering die gelooft dat perioden van religieuze verlichting en verduistering elkaar afwisselen en dat de laatste verlichte leider de verdwenen sji’itische kalief Al-Hakim II is geweest. Over zijn verdwijning/verduistering in 1021 schreef ik eerder. Verder hebben de Druzen allerlei esoterische opvattingen, lezen ze de Koran allegorisch, kennen ze nauwelijks religieuze feesten maar wel allerlei neoplatoonse ideeën. Ook geloven ze in reïncarnatie: een Druus reïncarneert als Druus. Omdat Druzen niet buiten de eigen kring trouwen, is wat ooit een sekte was, inmiddels een bevolkingsgroep in Syrië, het noorden van Israël en vooral Libanon. (Het is dus Druzen en geen druzen. Ik heb de spellingsregels ook niet verzonnen.)

Lees verder “F1 | Fakhr-ad-Din”

De sji’ieten van Irak (3)

Najaf, het graf van de door sji’ieten vereerde Ali

[Dit is het derde stukje over de geschiedenis van de sji’ieten. Het eerste is hier.]

De graven van de imams zijn belangrijke pelgrimsoorden waar honderdduizenden sji’ieten naartoe komen. Anders dan de voor alle moslims aanbevolen pelgrimage naar Mekka, die plaatsvindt op specifieke data, is het bezoek aan de sji’itische pelgrimsheiligdommen niet aan een bepaalde tijd van het jaar verbonden. Langs de weg van Teheran naar Mashhad en langs de grote wegen in Centraal-Irak zie je dus altijd wel mensen wandelen met vlaggen, op weg naar zo’n mausoleum. In dit blogje wat foto’s.

Hieronder ziet u de mihrab in Kufa, waar de eerste imam, Ali dus, is vermoord. Daarna is hij begraven in Najaf, dat u hierboven zag. Het is een mooi heiligdom, waar ik met plezier heb rondgelopen. Het is met het Iraanse Qom het belangrijkste centrum voor sji’itische studie. U heeft wellicht gezien hoe de lokale leider, grootajatollah Sistani, dit voorjaar in zijn bescheiden huis in Najaf een ontmoeting had met de paus.

Lees verder “De sji’ieten van Irak (3)”

Misverstand: Bakermat

 

In Damascus wordt deze stadspoort aangewezen als de plaats waar Paulus ooit over de muur wist te ontsnappen. Weererkers zijn een middeleeuwse uitvinding en deze poort stond er niet in de eerste eeuw.

Misverstand: Het Nabije Oosten is de bakermat van onze religies, het westen van onze rationaliteit

Een van de slagzinnen waarmee het Syrisch verkeersbureau toeristen probeert te trekken, is dat Syrië de ‘cradle of faith’ zou zijn geweest, de bakermat van de religies. Het werkt: elk jaar komen er duizenden westerse christenen naar Damascus om de plek te zien waar de vrienden van de apostel Paulus hem in een mand over de stadsmuur lieten zakken om hem te laten ontsnappen. Op loopafstand drommen Iraanse pelgrims samen bij het graf van Hosseyn, de derde imam. Veel van die religieuze sites zijn van een bedenkelijke authenticiteit: het erkertje waaruit Paulus zou zijn neergelaten dateert bijvoorbeeld uit de Middeleeuwen.

Maar er is een wezenlijker probleem met het religieuze toerisme naar het Midden-Oosten. Om het te begrijpen moeten we tweehonderd jaar terug, naar Berlijn. Daar werd aan het begin van de negentiende eeuw een nieuwe universiteit gesticht waarin het wetenschappelijk bedrijf op een vernieuwende manier werd georganiseerd. De discipline van de oude geschiedenis raakte daarbij verspreid over twee afdelingen: de historicus die Griekenland en Rome wilde bestuderen, moest eerst Grieks en Latijn leren en kwam zo terecht bij de subfaculteit van de klassieke talen; de historicus die zich op het Nabije Oosten richtte, moest Hebreeuws of Arabisch leren en kwam terecht bij Semitische talen. Wat eeuwenlang samen bestudeerd was geweest, raakte zo gescheiden – en niet alleen in Berlijn, maar overal waar dit organisatiemodel werd overgenomen.

Lees verder “Misverstand: Bakermat”

Kwakgeschiedenis: Paulus’ visioen

Poster van het Syrisch toeristenbureau
Poster van het Syrisch toeristenbureau

Ik had een positief stukje over iets moois voor u klaarstaan, maar er is weer wat klinkklare wetenschap die moet worden weerlegd vóór ze in de krant komt. Dit keer schakelen we over naar de weg naar Damascus, twee kilometer ten oosten van het inmiddels beruchte vluchtelingenkamp Yarmouk: de plaats waar Saulus, de man die later Paulus zou worden genoemd, het visioen zou hebben gehad dat hem ertoe bracht christen te worden. Hier is het verhaal.

Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel. Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: “Saul, Saul, waarom vervolg je mij?” Hij vroeg: “Wie bent u, Heer?” Het antwoord was: “Ik ben Jezus, die jij vervolgt. Maar sta nu op en ga de stad in, daar zal je gezegd worden wat je moet doen.” De mannen die met Saulus meereisden, stonden sprakeloos; ze hoorden de stem wel, maar zagen niemand. Saulus kwam overeind, en hoewel hij zijn ogen open had, kon hij niets zien. Zijn metgezellen pakten hem bij de hand en brachten hem naar Damascus. Drie dagen lang bleef hij blind en at en dronk hij niet. (Handelingen 9.3-9).

Lees verder “Kwakgeschiedenis: Paulus’ visioen”

Oorlog in Syrië

Tyrus betaalt tribuut aan Salmanasser III (British Museum)
Tyrus betaalt tribuut aan Salmanasser III (British Museum)

Eergisteren vertelde ik u over de opmars van de Assyriërs naar het westen: hoe ze een bruggenhoofd aan de Eufraat creëerden en daar een residentie inrichtten met mooie fresco’s. Ik bedacht dat ik al eens eerder aandacht aan de Assyrische aanwezigheid in Syrië had besteed, namelijk toen ik schreef over de lamassu uit het inmiddels geplunderde museum van Deir ez-Zor.

Ik liet u gisteren achter met een beschrijving van de wijze waarop een door Damascus geleide coalitie erin slaagde Šalmanasser III bij Qarqar tegen te houden, hoe deze enkele jaren bezig was om het gebied langs de Eufraat tot rust te brengen en hoe hij uiteindelijk twee van de elf coalitiestaten versloeg. Daarmee was in feite de buit binnen: via vazalvorsten beheerste Assyrië de weg naar het Middellandse Zee-gebied en de vruchtbare vlakte van de Orontes. Het tribuut zou goed zijn.
Lees verder “Oorlog in Syrië”