De Gallische boerderij

Een Gallische boerderij: reconstructie in de Archéosite, Aubechies.

Een tijdje geleden kocht ik het Dictionnaire de la langue gauloise van Xavier Delamarre en dat heb ik zowaar gelezen. Al eerder blogde ik over de manier van reconstructie, over zomaar wat woorden, over kledingstukken en enkele bekende plaatsnamen. Vandaag neem ik u mee naar een Gallische boerderij.

Om te beginnen hebben we een weide ofwel clunia. Het woord leeft voort in het Iers en enkele andere Keltische talen, en omdat er Griekse en Litouwse parallellen zijn, kunnen we nog wat verder naar terug en een heel oud woord *klopni reconstrueren, wat zoiets betekent als “bewaterd veld”. Plaatsen die naar Gallische weiden zijn vernoemd zijn het Franse Cluny en Clugnat, het Oostenrijkse Clunia, het Britse Clowne en Clunton en nog zo het een en ander van Spanje tot Hongarije.

Lees verder “De Gallische boerderij”

Misverstand: Gallische everzwijnen

Everzwijn (een varken is minder behaard, heeft een krulstaart en een stompere neus)

Mijn eerste geschiedenisles kreeg ik in de eerste klas van de lagere school. We lazen een verhaaltje over twee Germaanse jongens, Baldo en Olwin, die op berenjacht gingen. Van dat beeld, dat ze tweeduizend jaar geleden in onze contreien leefden van de jacht, in dierenhuiden gekleed gingen en bier dronken uit runderhoorns, klopt weinig. Archeologen hebben immers weefgewichten en aardewerk opgegraven. Die voorwerpen bewijzen dat de mensen deden aan landbouw, textiel konden maken en wel iets geavanceerder drinkgerei hadden.

Verkeerde beelden als deze blijven echter terugkeren. Een voorbeeld is het denkbeeld dat men destijds joeg op everzwijnen, bekend uit Asterix. Wie niet méér leest over de Oudheid – en dat zijn de meeste Asterixlezers – zal de rest van zijn leven blijven denken dat everzwijnen een substantieel deel vormde van de voeding van de oude Galliërs en Germanen. Nu zullen antieke jagers zeker weleens met everzwijn zijn thuisgekomen, maar er zijn hier nogal wat problemen.

Lees verder “Misverstand: Gallische everzwijnen”