Leuke migranten: flora en fauna

Katoen in Andalusië

Het thema van de Week van de Klassieken is migratie en het is logisch dat u daarbij denkt aan mensen. Maar ook planten- en diersoorten kunnen knap mobiel zijn. De Grieken en Romeinen waren zich daar van bewust: de encyclopedist Plinius de Oudere weet bijvoorbeeld dat zijn landgenoten een rol hadden gespeeld bij de verspreiding van de kersenboom.

Voor de overwinning van Lucullus in de Mithridatische Oorlog [70 v.Chr.] waren er geen kersen in Italië. Hij importeerde ze eerst uit het Zwarte-Zeegebied en in de loop van 120 jaar zijn ze over de Oceaan tot in Brittannië gekomen. Overigens is het, ondanks alle zorg, nooit gelukt ze in Egypte te kweken. (Plinius de Oudere, Natuurlijke historie 15.102.)

Lees verder “Leuke migranten: flora en fauna”

Klassieke literatuur (7a): Plinius de Oudere

Portret van een Romein uit de tijd van Plinius de Oudere (Louvre, Parijs)

[Bij mijn mail zat een tijdje geleden de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich er echt in wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit bij een cursus aanschuiven. Voor de Latijnse literatuur is er Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en christelijke literatuur is zo’n boek er niet. Vandaag behandel ik de antieke wetenschappelijke literatuur.]

Wie begint met de lectuur van antiek wetenschappelijk proza, loopt tegen een dijk van een probleem aan. Wij weten meer dan de oude Grieken en Romeinen. Dat is ook logisch, want wetenschappers bouwen in principe voort op hun voorgangers, corrigeren hun fouten en bouwen het corpus van betrouwbare informatie geleidelijk uit. De huidige problemen – het corpus is te groot, mensen moeten selecteren en zijn manipuleerbaar voor desinformatie, wetenschappers die onvoldoende weten wat ze niet weten – doen er niet aan af dat we nu meer weten dan in de Oudheid en verder zien dan de reuzen op wier schouders we staan, zodat ons oog meteen valt op hun vergissingen.

Lees verder “Klassieke literatuur (7a): Plinius de Oudere”

Das schwimmende Moor

Das schwimmende Moor

Het bovenstaande plaatje is niet heel spectaculair. Wat struiken en planten. In de verte de zee. En toch is dit stukje land bij de monding van het Duitse riviertje Jade, klein als het is, heel bijzonder. Het heet het “Schwimmende Moor” en is het enige stuk veen in Europa dat buitendijks ligt. Dat wil dus zeggen dat het getij hier merkbaar is en om die reden zijn we een paar jaar geleden, toen we op weg waren naar Haithabu en vrienden in Kopenhagen, er eens langs gereden.

Je kunt op de dijk klimmen en ziet dan goed wat daar vóór je ligt: een veenlandschap, overgaand in wad en water. De getijden wrikken weleens een stukje los: een kluit veen met wat planten en struiken erop die dan op drift raakt, de eb en de vloed volgend. Zoiets heet een drijftil.

Lees verder “Das schwimmende Moor”

NWA: Platte aarde

De triomf van keizer Mauricius (Metropolitan Museum of Art, New York)
De triomf van keizer Mauricius (Metropolitan Museum of Art, New York)

In mijn reeks n.a.v. de vragen van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) vandaag de vraag:

Hoe is het mogelijk dat mensen zo lang hebben gedacht dat de aarde plat was?

De vragensteller licht toe dat zeelieden toch gezien moeten hebben hoe schepen achter de horizon verdwenen. Ook wijst hij erop het zien van een appel, die van een afstandje een schijf lijkt maar van dichtbij een bol blijkt, altijd voorhanden was als de clou die zeelieden tot de juiste conclusie zou laten komen.

Een eerste antwoord op de vraag zou kunnen zijn: je kunt alle aanwijzingen hebben en nog de oplossing niet herkennen. Ik herinner me dat ik ooit op kerstavond thuiskwam in de Diemense studentenflat waar ik destijds woonde en alle aanwijzingen had dat er moest zijn ingebroken, maar die conclusie niet trok. Ik nam de post uit mijn postvak en lag al op bed toen een huisgenoot thuiskwam en aan de hand van mijn verdwenen post concludeerde dat er een inbreker was geweest. Zoals hij aan de hand van een verkeerde aanwijzing op het juiste spoor kwam, zo kwam ik aan de hand van correcte aanwijzingen niet tot de juiste conclusie. Zo gaan dat soort dingen.

Lees verder “NWA: Platte aarde”

De Vesuvius in vlammen

vesuvius_in_vlammen

Voor Plinius de Jongere heb ik altijd een zwak gehad: met plezier heb ik op het gymnasium enkele van zijn brieven vertaald en later heb ik een boekje over de man geschreven, Een interimmanager in het Romeinse Rijk. Het tiende boek van zijn correspondentie bestaat uit brieven die hij schreef aan keizer Trajanus en maken het mogelijk te reconstrueren hoe een gouverneur met buitengewone volmachten een crisissituatie bezweert. Ja, Plinius is een interessante man en zijn brieven zijn de moeite waard.

Dat vond ook Vincent Hunink, die werkzaam is aan de Nijmeegse Radbouduniversiteit en daar het werk doet waar universiteiten voor zijn: ervoor zorgen dat de samenleving beschikt over de actueelste wetenschappelijke inzichten. Ik ken hem – full disclosure – persoonlijk en sta altijd weer versteld van zijn enorme productiviteit als vertaler én als spreker. Er lijkt geen week voorbij te gaan waarin hij niet op Facebook vertelt over een lezing en er lijkt wel geen maand voorbij te gaan zonder dat hij een nieuwe vertaling produceert. Dit keer zijn het de brieven die Plinius schreef aan zijn vriend, de historicus Tacitus.

Lees verder “De Vesuvius in vlammen”

Drijvend veen

Buitendijks hoogveen
Buitendijks hoogveen

In 1999 schreef ik De randen van de aarde: een overzicht van de geschiedenis van de Lage Landen in de Romeinse tijd. Later actualiseerden mijn collega Arjen Bosman en ik de tekst, maar De rand van het Rijk (2010) is inmiddels uitverkocht. De verbeterde Engelse versie, Edge of Empire (2012), is nog wel leverbaar: hier. Zonder valse bescheidenheid: dit is een echt fijn boek, vol boeiende informatie, stoere verhalen, grappige details en interessante vondsten.

Een van de leukste teksten die ik voor de Nederlandse versies vertaalde, was de beschrijving die de Romeinse officier Plinius de Oudere gaf van het door hoogveen omringde Flevomeer, de voorganger van de Zuiderzee. Voor de Romeinen was dit een rare plek. Even verderop was het einde van de aardschijf, waar mensen woonden op terpen.

Lees verder “Drijvend veen”