Het leven van Boeddha

Boeddha voorspeld

Een van de wonderlijke aspecten van de Grieks-Romeinse wereld is dat de contacten met India er tegelijk wel en niet zijn geweest. We weten van kooplieden en we krijgen een steeds beter idee van de massale omvang van de handel. Het staat vast dat er uitwisseling van ideeën is geweest, al was het maar doordat in Romeins Egypte uit lokale steen Boeddhabeelden zijn gemaakt. Er zijn parallellen tussen het boeddhisme en de Cyreense School uit de filosofie. We weten van westerse reizigers die India bezochten. De beschrijving van Taxila in FilostratosLeven van Apollonios gaat terug op autopsie. En we kennen Indiërs die naar het westen kwamen.

Alles is er. Je zou over en weer meer invloed verwachten. Maar die is vrijwel niet gedocumenteerd. Misschien moeten we gewoon constateren dat twee culturen contact kunnen hebben zonder veel van elkaar over te nemen. Wellicht willen we ook wel te graag contact zien. En vermoedelijk begrijpen we de aard van het culturele contact niet goed. In elk geval leek het me een aardig eens de biografie te schetsen van Siddharta ofwel Boeddha.

Lees verder “Het leven van Boeddha”

Exorcisme

Genezing van een blinde (Catacombe van Petrus en Marcellus, Rome)

Ooit dineerde ik in Griekenland bij een familie thuis en toen het tijd werd af te ruimen, nam ik het tafellaken om het vanaf het balkon uit te kloppen. Mijn gastvrouw kwam ietwat lacherig op me af: “Dat hoeft niet, kruimels in de tuin trekken boze geesten aan”. Het was mijn eerste kennismaking met het Mediterrane volksgeloof in geesten. Een geloof dat ook in de oude wereld is gedocumenteerd. Bisschop Synesios van Kyrene, een heel geleerd en rationeel man, was er zeker van dat een moordenaar zich het beste kon aangeven om zich te laten executeren, opdat zijn geest niet zou blijven rondspoken. Ik neem zonder bewijs aan dat het geloof in geesten sinds de Oudheid via de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd continu aanwezig is geweest.

Alledaags antiek exorcisme

Dat ook Jezus boze geesten uitdreef, lijkt me een feit. Wat daarbij de empirische werkelijkheid is geweest, is niet belangrijk. Ik wil u best wel trakteren op wat obligaat gegemeenplaats over dat geesten niet bestaan en dat mensen met een geestelijke ziekte wellicht rust vonden bij Jezus’ charismatische persoonlijkheid, en wie weet is dat waar, maar aangezien de betrokkenen al een millennium of twee dood zijn, is het opstellen van een medische status nogal lastig. Ik laat die vraag, even onbeantwoordbaar als oninteressant, verder onbesproken. Wat te weten valt, is alleen dat zijn tijdgenoten dachten dat Jezus geesten kon uitdrijven.

Lees verder “Exorcisme”

Domitianus (40): Verzonnen informatie

Nerva (Getty-villa, Malibu)

De voorname senator Nerva volgde Domitianus in september 96 op. Een van zijn eerste maatregelen was het aanpassen van de gehate Fiscus Judaicus. In het volgende jaar – Tacitus was toen een van de consuls – wees de nieuwe vorst Trajanus aan als opvolger. Deze verbleef in de nog altijd zichtbare gouverneurswoning in Keulen toen hij begin 98 vernam dat Nerva was overleden en dat hij zodoende de macht had. Naar verluidt nam hij zijn zwaard, gaf het aan een van zijn lijfwachten, en zei dat die het vóór hem moest gebruiken zolang hij een goede keizer was, en tegen hem als hij een slechte keizer werd.

Nerva en Trajanus zetten Domitianus’ bouwbeleid voort. De pleinen die nu Forum van Nerva en Forum van Trajanus heten, zijn in feite ontworpen voor de vermoorde keizer. De expositie in Leiden, de catalogus en het PALMA-boek leggen het duidelijk uit. Trajanus inspecteerde de Rijngrens en voerde tegen de Daciërs en de Parthen de oorlogen die Domitianus had voorbereid. De voornaamste protegés van de vermoorde vorst, zoals Plinius de Jongere, zagen een pauze in hun carrière maar konden die na enige tijd weer voortzetten.

Lees verder “Domitianus (40): Verzonnen informatie”

Domitianus (38): De blozende keizer

Domitianus (Museo Archeologico Nazionale, Napels)

In 94 leidde de Romeinse keizer Domitianus een rechtszaak tegen de Cappadocische filosoof Apollonios van Tyana. Gewoontegetrouw had de vorst vooraf een gesprek met de verdachte. De prefect van de keizerlijke garde, Casperius Aelianus, stuurde een bode naar de gevangenis om de verdachte instructies te geven. De Griekse auteur Filostratos weet wat die waren.

Je moet voorbereid zijn op de manier van spreken van de keizer en zijn stuurse blik. Hij klinkt bars, zelfs als hij vriendelijk praat, zijn blik wordt overschaduwd door zijn gefronste wenkbrauwen, zijn gezicht is gezwollen van woede, want dat is vooral de indruk die hij maakt. Van dat uiterlijk moet je niet schrikken. Dat hoort nu eenmaal bij zijn natuur en is altijd hetzelfde. (Leven van Apollonios 7.28; vert. Simone Mooij)

Lees verder “Domitianus (38): De blozende keizer”

In memoriam Simone Mooij-Valk (3)

Alexander (Antikensammlung, Berlijn)

[Vandaag twee jaar geleden overleed Simone Mooij-Valk. Voor het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 2016/2017 mocht ik haar levensbericht schrijven. Het aardige van zo’n tekst is dat je, meer dan in een necrologie in een krant, ruimte hebt om iets over iemand te vertellen. Bij dezen een iets aangepaste digitale versie, waarvan het eerste deel hier is.]

De Grieks-Romeinse wereld

PhilostratusHet leven van Apollonius van Tyana was Simones laatste en langste vertaling. Ze begon ermee in 2010 en het boek lag eind 2013 al in de winkels. De auteur leefde in een tijd die weleens wordt aangeduid als ‘crisis van de derde eeuw’. Die naam suggereert meer problemen dan er feitelijk zijn geweest, maar het intellectuele leven was zeker aan verandering onderhevig. De oude religieuze culten kregen bijvoorbeeld concurrentie van ‘heilige mannen’: charismatische, rondzwervende intellectuelen over wie de wonderlijkste verhalen de ronde deden. De verering van Jezus van Nazaret is het bekendste voorbeeld, maar de pythagoreïsche filosoof Apollonius van Tyana is een goede tweede.

Lees verder “In memoriam Simone Mooij-Valk (3)”

MoM | Altijd te weinig bewijsmateriaal (2)

Grafmasker uit Nineveh (British Museum, Londen)

In het eerste deel van dit stukje wees ik erop dat er discussie is over het bestaan van een Damis-bron die Filostratos kan hebben gebruikt bij het schijven van het Leven van Apollonios van Tyana. Eén van de argumenten daartegen is dat Filostratos Damis typeert als inwoner van Ninos, dat wil zeggen Nineveh. Die stad was echter in 612 v.Chr. verwoest,  wat zou suggereren dat Filostratos iets verzon.

***

Nineveh was dan wel in 612 verwoest, de stad was niet volledig verlaten. De Atheense huurling Xenofon bezocht “Mespila”, zoals de stad inmiddels heette, in 401 v.Chr. en beschrijft de stadsmuren (Anabasis 3.4.10). De dag ervoor daarvoor had hij “Larissa” bezocht, waarin we Nimrud herkennen. Xenofon vertelt hoe de bewoners van die stad waren gevlucht naar de ziggurat die onlangs door ISIS richting Tigris is geschoven (Anabasis 3.4.6-9).

In beide steden zijn voorwerpen gevonden uit alle eeuwen. Toen ik vorig jaar een Nineveh-nummer van Ancient History Magazine redigeerde, plaatste ik een afbeelding van wat oorbellen uit de Parthische tijd maar het grafmasker dat dit artikel siert zou eveneens hebben gekund. Het dateert uit de tweede eeuw na Chr. Opnieuw verbreden we het werkterrein door er aanvullende informatie bij te halen, en wel uit de archeologie. Simpel gezegd: de oudheidkundige die Filostratos in de schoenen schoof dat hij Damis uit een niet-meer-bestaande stad liet komen, vergat dat er meer informatie bestaat dan alleen tekstuele.

Lees verder “MoM | Altijd te weinig bewijsmateriaal (2)”

MoM | Altijd te weinig bewijsmateriaal (1)

Grafmasker uit Nineveh (British Museum, Londen)

Ik heb het al eerder geschreven maar doe het nog een keer: als je bezig bent met de Oudheid, heb je altijd te weinig bewijsmateriaal en kun je je niet permitteren ook maar één snippertje informatie te negeren. Het bovenstaande gouden grafmasker – gevonden in Nineveh, behorend tot de collectie van het British Museum en momenteel te zien op de Nineveh-expositie in het Rijksmuseum van Oudheden – illustreert dit punt.

Maar eerst een filologische kwestie. In de derde eeuw schreef de Griekse auteur Filostratos het Leven van Apollonios van Tyana, een geromantiseerde biografie van een charismatische wijze-wonderdoener uit de eerste eeuw na Chr. die in alle uithoeken van de destijds bekende wereld wijsheid zou hebben gezocht. Op zijn reis richting India ontmoette hij in “Ninos” zijn leerling Damis, die memoires op schrift zou hebben gesteld die voor Filostratos een bron van informatie zouden zijn geweest.

Lees verder “MoM | Altijd te weinig bewijsmateriaal (1)”

Een heidense Sinterklaas

Masaccio, Sint-Nikolaas (Gemäldegalerie, Berlijn)

Een triest verhaal van lang geleden: een man verliest zijn vrouw, heeft enkele financiële tegenslagen, kan zijn drie dochters geen bruidsschat meegeven, ja, moet de meisjes zelfs naar het bordeel sturen. Geheel onverwacht – hoewel: in een sprookje verwacht je zoiets – duikt er een wijze weldoener op die de bruidsschat regelt, ervoor zorgt dat de meisjes nette echtgenoten vinden en zo bewerkstelligt dat men verder nog lang & gelukkig leeft.

Misschien herkende u het verhaal. Het is inderdaad een van de legenden over Sint-Nikolaas. Hij wordt – behalve als kindervriend en patroon der zeevarenden – vereerd als beschermer van prostituees. Ik heb het altijd een poëtisch toeval gevonden dat op een steenworp van de Amsterdamse Wallen niet minder dan drie Sint-Nikolaaskerken zijn (1, 2, 3). Vroeger werd Nikolaas ook aangeroepen door vrouwen die geen man konden vinden: het schijnt dat ons “goedheiligman” een verbastering is van “goedhuwelijksman”.

Lees verder “Een heidense Sinterklaas”

Apollonios van Tyana (slot)

De drie wijzen uit het oosten bij koning Herodes. Byzantijns mozaïek uit de Chora-kerk in Istanbul.

[Dit is het laatste van mijn stukjes over de antieke charismatische wijze Apollonios van Tyana, die ik presenteer ter gelegenheid van de verschijning van de door mijn vriendin Simone Mooij gemaakte vertaling van FilostratosLeven van Apollonios. Het eerste stukje is hier.]

We hebben in de vorige stukjes gezien dat Apollonios een pythagorese filosoof was die boeken schreef over astrologie en offers. Hij werd beschouwd als magiër: mensen geloofden dat hij de toekomst kon voorspellen en zieken kon genezen. Ik vertelde in mijn vorige stukje dat dit soort “goddelijke mannen” een normaal personage waren in de antieke wereld.

Lees verder “Apollonios van Tyana (slot)”

Apollonios van Tyana (11)

Glykon (Museum van Anatolische Beschavingen, Ankara)

[Dit is het elfde van twaalf stukjes over de antieke charismatische wijze Apollonios van Tyana, die ik presenteer ter gelegenheid van de verschijning van de door mijn vriendin Simone Mooij gemaakte vertaling van FilostratosLeven van Apollonios. Het eerste stukje is hier.]

Apollonios van Tyana was niet de enige charismatische wonderdoener-filosoof uit de Oudheid. Onze bronnen vermelden verschillende “goddelijke mannen” – mensen die een speciale band met het hogere zeiden te hebben, nieuwe cultuspraktijken introduceerden en niet zelden in conflict kwamen met meer conservatieve gelovigen. Zo was er Alexander, die de cultus voor de slangengod Glykon introduceerde en een buitengewoon succesvol orakel begon. Dat Lucianus Alexander typeerde als “leugenprofeet” bewijst dat de nieuwe profeet al te veel gevestigde belangen schaadde.

Lees verder “Apollonios van Tyana (11)”