Alexander de Grote: de laatste jaren

Alexander als wereldheerser (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

[Dit is het laatste van vier stukjes over Alexander de Grote. Het eerste vindt u hier en een poging de veroveringstocht te contextualiseren vindt u daar.]

Zoals we zagen in het vorige stukje was Alexander gedwongen terug te keren. Zijn soldaten wilden niet verder. En dus begon de terugreis. Met een grote vloot voeren de Macedoniërs naar het zuiden. Alexander gebruikte zijn normale strategie, waarbij hij eerst vluchtelingen en niet-strijders aanviel, om zo de soldaten te terroriseren. Vooral de Malliërs, die hun naam gaven aan het moderne Multan, kregen het zwaar te verduren. Alexander raakte zwaar gewond, maar herstelde en trok verder naar het zuiden, tot hij de Indische Oceaan bereikte.

Lees verder “Alexander de Grote: de laatste jaren”

Didyma geplunderd

Gewicht uit Didyma (Louvre, Parijs)

Ik weet niet wie de camera bediende die dag, tien jaar geleden, in het Louvre, mijn zakenpartner Marco of ikzelf. Het feit dat op dit antieke gewicht rechtsonder de reflectie is te zien van een rooster of zoiets, suggereert dat ik het ben geweest, de mindere fotograaf. Toen ik een afbeelding van dit voorwerp wilde hebben in mijn boek Xerxes in Griekenland, hebben we deze foto niet gebruikt en heeft mijn uitgever in het Louvre een alternatief opgevraagd.

Een gewicht dus, gevonden in de door Franse archeologen opgegraven Iraanse stad Sousa, ooit een van de residenties van de Perzische koningen. Uit de inscriptie blijkt echter dat het voorwerp afkomstig is uit Didyma, het orakel van Apollo even ten zuiden van de Griekse stad Milete (in het westen van het huidige Turkije). Het zal zijn weggenomen toen de Perzen in 494 v.Chr. Milete, de hoofdstad van een opstand, heroverden, of toen Xerxes, geschrokken na de succesvolle Griekse vlootoperatie naar Samos en Mykale, wraak nam (najaar 479).

Lees verder “Didyma geplunderd”

De mantel van Syloson

Een Perzische “speerdrager”: reliëf uit Sousa, nu in het Louvre in Parijs.

De Griekse onderzoeker Herodotos heeft altijd goede verhalen, dus laat ik u eens op een daarvan trakteren. Het speelt zich af tijdens de veldtocht van de Perzische vorst Kambyses naar Egypte, rond het jaar 525 v.Chr. ’s Konings aanwezigheid in Memfis trok nogal wat mensen en een daarvan was Syloson. Zijn broer Polykrates was alleenheerser geweest op het Griekse eiland Samos, maar nadat hij was vermoord, was zijn familie in ongenade gevallen. Syloson hoopte op een gunst van Kambyses, maar het liep anders. De vertaling hieronder is van Hein van Dolen.

Op een dag ging Syloson inkopen doen op de markt in Memfis. Hij had een rode mantel omgeslagen. Daar kreeg Darius, die op dat tijdstip nog een onbetekenend lid van de lijfwacht van Kambyses was, hem in het oog. Die mantel leek Darius wel wat en hij ging eropaf om hem te kopen. Syloson zag dat Darius echt tuk op het kledingstuk was en zei in een moment van goddelijke inspiratie tegen hem: “Ik hoef er geen geld voor, je mag die mantel zo wel hebben als je er zoveel prijs op stelt.” Dat vond Darius nog eens aardig en maar al te graag nam hij het aanbod aan. Syloson wist niet beter of hij was weer eens iets kwijtgeraakt omdat hij zo’n goeie sul was. (Historiën 3.139)

Lees verder “De mantel van Syloson”

Perzische grenzen

Ik heb al wel vaker geschreven over de enorme invloed die de negentiende eeuw heeft op ons beeld van de Oudheid. We hebben nu eenmaal te weinig informatie, de aannames van de onderzoekers spelen nu eenmaal een rol en het onderzoek begon nu eenmaal pas echt in de negentiende eeuw. De zwaartepunten die de oudheidkundigen destijds waarnamen, weerspiegelen dus hun wereld en omdat wij nu eenmaal voortbouwen op hun werk, zijn die zwaartepunten ideeën er nog altijd.

Het Europese leven werd destijds beheerst door koningen en dynastieën – de Romanovs, de Hannovers, de Hohenzollern – en dus is de geschiedenis van Egypte en Mesopotamië ingedeeld in dynastieën met roemruchte namen als de Derde Dynastie van Ur of de Achttiende Dynastie. De oudheidkundigen van de negentiende eeuw onderscheidden bloeiperioden (“rijken”) waarin de staat georganiseerd was zoals men dat destijds graag zag: met een eigen belastingheffing, één centrale regering, duidelijke grenzen, legers met een eigen strategie, één hoofdstad en liefst ook ergens een veroverd imperium. Was de staat minder centraal georganiseerd, dan heette dat in de negentiende eeuw “een tussentijd” en dat gold dan als een periode van verval.

Lees verder “Perzische grenzen”

Nehemia (bis)

Jeruzalem, met een muurfragment dat van Nehemia zou kunnen zijn

Een tijdje geleden blogde ik over Nehemia, de Joodse leider die in de Perzische tijd Jeruzalem herbouwde.  Aanvankelijk werkte hij aan het hof van koning Artaxerxes I Makrocheir (r.465-424), die hem echter in 446 v.Chr. naar Juda stuurde. In mijn stukje wees ik erop hoe ontzettend goed het optreden van Nehemia past in de Mediterrane wereld van die tijd.

Ik vertelde ook over de stadsmuren die hij bouwde. Daarvan kan op dit moment geen steen met zekerheid worden geïdentificeerd, maar het Tempelterras bestaat uit verschillende stukken muurwerk en in het oosten is een verschil aan te wijzen tussen het steenwerk uit de tijd van koning Herodes de Grote en steenwerk dat veel ouder is. Dat laatste lijkt op muren uit de havensteden Sidon en Byblos, de bases van de Perzische vloot, al kan het ook dateren uit de hellenistische tijd. Ik toonde daarvan destijds een foto, maar kreeg gisteren van mijn evangelische vriend Jan-Pieter van de Giessen een veel betere. Zie boven.

Lees verder “Nehemia (bis)”

Perzische rolzegel

Zegelafdruk: een Perzische koning verslaat een Griekse hopliet (Metropolitan Museum of Art, New York)

Rolzegels zijn leuk. Het zijn kleine gesneden stenen die de oude Mesopotamiërs over een document – doorgaans een kleitablet – rolden om het te verzegelen. In feite zetten ze zo hun handtekening. De bovenstaande afdruk is van een zegel dat op stilistische gronden, zo meldde het bordje met toelichting in het museum, valt te dateren in het eerste derde van de vijfde eeuw. Perzisch dus. En dat maakt dit rolzegel de moeite waard.

Gegeven de datering stelt de koning links óf Darius de Grote óf zijn zoon en opvolger Xerxes voor. Of “de koning” in het algemeen. De verslagen tegenstander is echter wat de afdruk interessant maakt: hij draagt een puntgaaf weergegeven hoplietenuitrusting. We hebben dus te maken met een verslagen Griekse tegenstander en dat is nogal specifiek. De interpretatie dat dit “de koning” is, wordt hiermee minder aannemelijk: weliswaar bestaan er afbeeldingen van vorsten die strijden tegen “het kwaad” in het algemeen, maar de Perzen verbeeldden dat vaker door bijvoorbeeld een leeuw.

Lees verder “Perzische rolzegel”

Achaimenidenvaas

Achaimenidische vaas (British Museum, Londen)
Achaimenidische vaas (British Museum, Londen)

Mijn zakenpartner fotografeerde de bovenstaande vaas in het British Museum. Het voorwerp is zo’n dertig centimeter hoog en is ontdekt in het Mausoleum van Halikarnassos, de monumentale tombe die ooit is gebouwd voor de satraap van zuidwest-Turkije, Maussolos. Van dat gebouw, een van de zeven wereldwonderen, is helaas weinig meer over, maar de vaas maakt veel goed.

Om te beginnen is het materiaal, een soort calciet, afkomstig uit Egypte. De inscriptie is echter Perzisch en kun je met enige fantasie wel vertalen:

Xšayarša xšayathiya vazraka

Lees verder “Achaimenidenvaas”

Semiramis’ nalatenschap

Het defilé in Persepolis begint: de hoveling rechts kondigt het begin aan (Nationaal Museum Teheran)
Reliëf uit Persepolis begint (Nationaal Museum Teheran)

Ik blogde een tijdje geleden over het feit dat de oudheidkundige disciplines iets negentiende-eeuws hebben behouden. We hebben immers te maken met gebrek aan data. De verbanden die we leggen, zijn daardoor empirisch zwak en moeilijk te toetsen. Weerleggen gaat dus lastig en zo gaan oude ideeën lange tijd mee. Wellicht ook wel omdat ze in een tijd waarin meer tijd was voor geschiedenisonderwijs ingang hebben kunnen vinden in het publiek bewustzijn.

De geschiedenis van het oude Perzië is een voorbeeld. Die werd aanvankelijk geschreven aan de hand van Griekse bronnen. Voor de Achaimenidische tijd zijn dat Herodotos, Xenofon, Ktesias en de Alexanderhistorici; voor de Parthische en Sasanidische periodes weer andere bronnen, die helaas net niet zo lekker lezen als de genoemde auteurs (wat misschien verklaart waarom deze tijdperken minder bekend zijn). Er zijn meer Griekse auteurs geweest die schreven over het oude Perzië, maar hun werk is grotendeels verloren gegaan. Ze zijn bekend uit citaten die u aantreft in een serie die bekendstaat als Die Fragmente der griechischen Historiker. Naar goed academisch gebruik wordt het consulteren daarvan voor het publiek geblokkeerd.

Lees verder “Semiramis’ nalatenschap”

Achaimenidenvaas

Achaimenidenvaas (Museum Persepolis)
Achaimenidenvaas (Museum Persepolis)

Hartelijk dank, gastvrouw!
Gouden logeerdagen
bracht ik onlangs in uw
buitenhuis door.

Jammer alleen van die
Achaemenidenvaas,
maar er zijn heel goede
lijmsoorten, hoor!

Als u de versvorm als een ollekebolleke hebt geïdentificeerd, weet u ook wie de dichter is. Inderdaad, Drs. P. Daarover later nog een keer, nu even iets over de Achaemenidenvaas, die ik fotografeerde in het momenteel gesloten museum van de opgraving van Persepolis. Gebroken en wel – ik bedoel de vaas – en zo te zien gerepareerd met een heel goede lijmsoort.

Lees verder “Achaimenidenvaas”

Brandde Persepolis?

dig

Een tijdje geleden blogde ik over de brand van Persepolis. Die wordt genoemd in verschillende antieke bronnen en ik citeerde Diodoros van Sicilië, die het had van een eerdere auteur, Kleitarchos, die het op zijn beurt van ooggetuigen lijkt te hebben gehad. Die lijken te hebben gedacht dat Alexander het bevel tot de brandstichting heeft gegeven in een dronkenmansroes. We hebben echter een tweede bron, Arrianus, die zijn verhaal baseert op de verslagen van twee officieren die aanwezig waren (Ptolemaios en Aristoboulos). Daar lezen we over een krijgsraad waarbij de beslissing weloverwogen wordt genomen.

Wat zou er waar zijn? Het zou helpen als één van de scenario’s evident onmogelijk was, maar één ding is zeker: het argument “dronkaards kunnen geen paleizencomplex verwoesten, dat vergt voorbereiding” snijdt geen hout. Dat leerde ik jaren geleden, toen ik een boek over Alexander de Grote schreef, bij wat nu het Informatiepunt Brandveiligheid heet. Het is op loopafstand van mijn huis. Ik citeer uit eigen werk:

Lees verder “Brandde Persepolis?”